dinsdag 26 mei 2015

Waar Abraham de mosterd haalt en Jezus als Lam van God wordt uitgevonden.


 

The Story of Isaac 


Het Verhaal van Isaak

Leonard Cohen – Story Of Isaac

The door it opened slowly,
My father he came in,
I was nine years old.
And he stood so tall above me,
His blue eyes they were shining
And his voice was very cold.
He said, "I've had a vision
And you know I'm strong and holy,
I must do what I've been told."
So he started up the mountain,
I was running, he was walking,
And his axe was made of gold.

You who build the altars now
To sacrifice these children,
You must not do it any more.
For you have not had the vision
And you never have been tempted
By the devil or the lord.
You who stand above them now,
Your hatchets blunt and bloody,
You were not there before,
When I lay upon a mountain
And my father's hand was trembling
With the beauty of the word.

And if you call me brother now,
Forgive me if I wonder,
"just according to whose plan?"
When it all comes down to dust
I will kill you if I must,
I will help you if I can.
And may I never need to scorn
the body out of chaos born,
the woman and the man.
And mercy on our uniform,
Man of peace or man of war,
.                                 The peacock spreads his fan                            
Songwriters: COHEN, LEONARD
Story Of Isaac lyrics © Sony/ATV Music Publishing LLC


Abraham bereid zijn zoon te doden.

In dit verhaal in Genesis krijgt Abraham de opdracht om zijn zoon, Isaak, te doden en te offeren. Een zoon die hij pas op zeer hoge leeftijd kreeg en wiens nageslacht tot zegen van de hele wereld zou gaan worden. Als je denkt dat God je dat gebiedt, wat kan een kind-van-god dan nog doen? Abraham moest wel gehoorzamen.

Hoe vertel je kinderen over een vader die bereid is zijn eigen zoon  te doden?

Kinderen van god lijken daar wel mee om te kunnen gaan. Eerst schilderen ze Abraham af als een zeer liefdevolle vader, die met de opdracht zeer veel moeite heeft. En Isaak is de perfecte zoon, die zonder meer instemt met wat er moet gebeuren. De gruwzaamheid van iemand die denkt Gods stem te horen waarin hem gezegd wordt zijn zoon op te offeren, gaat aan de kinderen van god voorbij. Niet als het om moslim vaders gaat van zelfmoordkinderen, of om baby's gedood in Voodoo sessies. Maar als hun christelijke God het vraagt...  Hier is een stukje uit een kinderverhaal. Abraham en zijn zoon Isaak zijn onderweg om een offer te brengen. Isaak had zich net verwonderd afgevraagd waar het te offeren lam was....



Voor het hele verhaal zie: Nest, Animated Bible Stories

Isaak als voorafschaduwing van Jezus

Gelovigen lezen het Oude Testament door de bril van het nieuwe. Het verhaal over Abraham en Isaak gaat dan in wezen over God, de Vader en God, de Zoon (Jezus). Lees maar mee en volg stukjes uit een preek die laat zien hoe Evangelische voorgangers rond dit soort verhalen kunnen fantaseren.

Genesis 22: - Het offer van Abraham

God wil zien of Abraham hem vertrouwt

1 Niet lang daarna wilde God zien hoe groot Abrahams vertrouwen was. God zei: ‘Abraham!’ Abraham antwoordde: ‘Ja, ik luister.’ 2 God zei: ‘Roep Isaak, je enige zoon, van wie je zo veel houdt. Ga met hem naar het gebied bij de berg Moria. En offer hem daar op de plek die ik je zal noemen.’
3 De volgende ochtend stond Abraham vroeg op. Hij maakte alles klaar voor de reis. Hij maakte een ezel klaar om de bagage te dragen. Hij hakte hout om een vuur te maken voor het offer. Hij riep twee knechten, en hij riep Isaak. Toen ging hij op weg, naar het gebied dat God genoemd had.
 

Abraham en Isaak brengen een offer

4 Op de derde dag van de reis zag Abraham in de verte de berg Moria. 5 Hij zei tegen de knechten: ‘Jullie moeten hier blijven met de ezel. Ik ga met de jongen verder. Wij gaan daar tot God bidden. Daarna komen we hier terug.’
6 Hij legde het hout op Isaaks schouder. Hij pakte zelf het mes en alles wat hij nodig had om een vuur te maken. En samen liepen Abraham en Isaak verder.

Evangelische voorgangers weten precies waar het hier om gaat, luister maar:
 
 
 
 Knap bedacht:  Jezus die het kruis droeg, werd weerspiegeld in Isaak die het hout droeg!!
 
7 ‘Vader,’ zei Isaak tegen Abraham. ‘Ja, jongen, wat is er?’ vroeg Abraham. Isaak zei: ‘We hebben hier vuur en hout, maar waar is het lam voor het offer?’ 8 Abraham antwoordde: ‘God zal zelf voor een lam zorgen, jongen.’ Toen gingen ze samen verder.

God zorgt zelf voor een offerdier

9 Abraham en Isaak kwamen op de plek die God genoemd had. Abraham bouwde daar een altaar. Daarna legde hij het hout op het altaar. Toen bond hij Isaak vast en legde hem op het altaar, op het hout. 10 Hij pakte het mes om zijn zoon te slachten.
11 Op dat moment riep de engel van de Heer uit de hemel: ‘Abraham! Abraham!’ ‘Ja, ik luister,’ zei Abraham. 12 De Heer zei: ‘Raak de jongen niet aan! Doe hem niets! Nu weet ik dat je mij vertrouwt en eerbied voor mij hebt. Want je was bereid je enige zoon aan mij te geven.’
13 Toen zag Abraham opeens een ram. Het dier zat met zijn hoorns vast in de struiken. Abraham pakte de ram en offerde hem in plaats van zijn zoon.

En nu komt het tot de essentie van het Christelijke geloof: Het plaatsvervangende sterven van Jezus voor onze zonden.:


De schreeuwende spreker kan het niet vaak genoeg herhalen: "in plaats van", "in plaats van", "in plaats van". Dat is "een ruil" of "een verwisseling", of "plaatsvervanging". Uiteindelijk wordt een lam (jong van een ram) gevonden om de plaats in te nemen van Isaak. Jezus is het "Lam van God"  en is in plaats van ons opgeofferd. Zo komen we dus bij de diepere betekenis van dit verhaal voor de kinderen van god. Merk op dat Isaak eerst Jezus representeert, maar later is dat het lam en is Isaak een voorbeeld van de zondige mensheid, die eigenlijk zelf de dood heeft verdiend. Hoe die verwisseling precies werkt, legt onze enthousiaste vriend niet uit..
 
14 Abraham noemde die plek ‘De Heer zal voor ons zorgen’. Daarom zeggen de mensen nog steeds: ‘Op de berg van de Heer zal God voor ons zorgen.’
 

Jezus, het Lam van God.

In het Nieuwe Testament en zeker in de vele liederen die in de Evangelische wereld gezongen worden is Jezus als "het Lam van God" een zeer populair thema. Ook in de kunst en klassieke/katholieke muziek komt het Lam van God, of Agnus Dei in het Latijn veel voor.
Lamb of God: Francisco de Zurbarán's Agnus Dei (1635-40)
 


Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, geef ons Vrede.
 

Abraham en Isaak in de Koran

In de Koran (37:100-107) komen we Abraham en Isaak ook tegen. Hier is het echter de oudere broer, Ismael, die bijna geofferd wordt. Het Islamitische offerfeest is hier op gebaseerd. Ismael wordt beschouwd als de voorvader van de Arabieren en  Isaak van de Israëliërs.
Het is één van de grootste problemen van religieuze overtuigingen, dat als mensen denken dat God hun iets gebiedt, ze tot de gruwelijkste moordpartijen bereid zijn. En dit is duidelijk niet alleen een Moslim-probleem, de  Joods-Christelijke geschiedenis is hier ook van doortrokken en het zaad ervan is al in dit Abraham en Isaak verhaal te zien.
 

Abraham en Isaak in de Dode Zee Rollen

Het manuscript waarop het huidige Oude Testament (de Tenach) gebaseerd is stamt uit 1008  (de zgn  Codex Leningradensis) . Toen in 1947 bij de Dode Zee Tenach-manuscripten werden gevonden die zo'n 200 jaar v. Chr. geschreven waren, was de Christelijke wereld jubelend. De teksten weken  nauwelijks af van de teksten die in gebruik waren. God was getrouw geweest en had trouw over zijn Woord gewaakt. Nu er meer van die teksten gepubliceerd zijn, vallen er toch wel verschillen  op. In de tekst over Abraham, bijv. verschijnt er een satanische figuur met de naam Mastemah ("Prins van het Kwaad"), die God er toe brengt om Abraham te verzoeken. Dat pleit God dan nog een beetje vrij van het bedenken van zo'n monsterachtige geloofstest.
 

Weten waar Abraham de mosterd haalt.

 
We weten niet echt zeker hoe de uitdrukking ontstaan is, maar één verklaring gaat uit van oude vertalingen die verhalen dat Abraham 'mutsaards' verzamelde en dit op de schouders van zijn zoon legde. 'Mutsaard' is een oud en vergeten woord voor ‘takkenbos’. Dit woord is door de jaren vervormd tot 'mosterd'. Toen mensen dat woord niet meer kenden en als 'mosterd' gingen lezen, moeten ze zich wel afgevraagd hebben waar Abraham het vandaan had gehaald (of ben ik hier ook al heel Evangelisch aan het fantaseren??).
 

Watch the Lamb

Wie het hele verhaal van het lam van Abraham tot het lam van God nog eens wil volgen in een lied, kan het hier rustig luisterend doen. Het wordt gezongen vanuit het oogpunt van iemand die volgens de legende gedwongen werd het kruis van Jezus te dragen (Simon van Cyrene). Hier is Watch the Lamb  van  Ray Boltz:
 

 
 


 


 

Het Heilsplan: De Schepping


Het Heilsplan: De Schepping



Gods interactie met de mens begon toe Hij hem schiep. Helaas liep het al gauw mis met die mooi bedoelde relatie en volgde er een grote verwijdering tussen God en de mens. Ook al had die relatie schipbreuk geleden,  God zette daarna alles in het werk om die mens weer te kunnen omarmen. Dit werd allemaal uitgewerkt in een plan, het heilsplan. Dit plan wordt in de Bijbel beschreven. Maar het begon allemaal zo mooi :

De Schepping

 

  Hoe Groot Zijt Gij



Massale koor- en samenzang vanuit de Martinikerk te Bolsward.
Solist is Lucas Kramer.

O, Heer mijn God, wanneer ik in verwondering
de wereld zie die U hebt voortgebracht.
Het sterrenlicht, het dreunen van de donder,
heel dit heelal, dat vol is van uw kracht.

Dan zingt mijn ziel
tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij,
hoe groot zijt Gij!



* Oorspronkelijke tekst en melodie: Carl Gustaf Boberg (1859-1940).  Ned: Rikkert Zuiderveld

De Navigator conferenties werden in de jaren zestig gehouden op Woudschoten. Deze conferenties waren altijd een bron van inspiratie door de indringende toespraken van Lee Braes, Roger Anderson, Dr. Winston en anderen, maar ook (en wellicht voornamelijk) door het samenzijn met leeftijdsgenoten bevangen door dezelfde bezieling. Ik herinner me nog een keer pas laat te arriveren en de zaal binnen te komen terwijl “Hoe groot zijt Gij” gezongen werd. Je voelde je instant warm en weer thuis. Het was, denk ik, de Engelse versie  die toen gezongen werd. God heeft al gauw een eigen taal. Het Arabisch voor de Moslims, Hebreeuws voor de Joden, het Sanskrit voor de Hindoes, het Latijn ooit voor de Katholieken, het Statenvertaling Nederlands voor veel protestanten en het Engels is al begonnen de taal van God te worden voor de evangelische wereld.  Veel evangelische sprekers hebben bijvoorbeeld het “halleluja”  al vervangen door “hel-leloeja” (hel-promotie zou je hier eigenlijk niet verwacht hebbenJ!). Ik realiseerde me toen nog niet  hoe opmerkelijk het was dat de leiders en sprekers allemaal Nederlands spraken met een Amerikaans accent, behalve Dr. Winston misschien die een charmant Vlaams accent had aangeleerd. Gods boodschap kwam duidelijk uit Amerika en was al voorafgegaan door o.a. Billy Graham, Oral Roberts en anderen. Amerika als “Gods Own Country” gaf me toen nog niet de kriebels, de emotie van een liefdevolle God die ze meebrachten overheerste. Een majestueuze God wat te zien was in zijn prachtige schepping. Die schepping vond 6000 jaar geleden in zes dagen plaats en verliep kennelijk als volgt (uit Bijbel in Gewone Taal):

De schepping van hemel en aarde


Het begin


1In het begin maakte God de hemel en de aarde.2De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water.
De eerste dag

3Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht. 4God zag hoe mooi het licht was. Hij scheidde het licht en het donker. 5Het licht noemde hij ‘dag’ en het donker noemde hij ‘nacht’.Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de eerste dag
De tweede dag

.6God zei: ‘Er moet in het midden van het water een koepel komen om het water te verdelen.’ 7En zo gebeurde het. God maakte de koepel. Zo verdeelde hij het water in tweeën: water boven de koepel en water onder de koepel. 8Die koepel noemde God ‘hemel’.
Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de tweede dag.

De derde dag


9God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen. Dan komt er droge grond tevoorschijn.’ En zo gebeurde het. 10God noemde de droge grond ‘land’, en het water noemde hij ‘zee’.11God zei: ‘Er moet van alles groeien op het land. Planten met zaad en bomen met vruchten.’ En zo gebeurde het. 12Op het land kwamen allerlei planten met zaad en allerlei bomen met vruchten. En God zag hoe mooi het was.
13Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de derde dag.

De vierde dag
14God zei: ‘Er moeten lichten aan de hemel komen om verschil te maken tussen de dag en de nacht. Die lichten moeten laten zien welk seizoen het is, en welke dag en welk jaar. 15En ze moeten licht geven op aarde.’ En zo gebeurde het. 16God maakte de twee grote lichten. De zon om overdag te schijnen, en de maan om ’s nachts te schijnen. God maakte ook de sterren. 17Hij zette de zon en de maan aan de hemel om licht te geven op de aarde. 18En om het verschil aan te geven tussen dag en nacht, en tussen licht en donker. God zag hoe mooi het was.

19Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de vierde dag.
De vijfde dag
20God zei: ‘Het water moet vol leven zijn, vol met allerlei dieren. En boven de aarde, in de lucht, moeten vogels vliegen.’ 21God maakte de grote zeedieren en alle kleine waterdieren. Het water was vol dieren. Hij maakte ook alle soorten vogels. En God zag hoe mooi het was.

22God zegende de dieren. Hij zei: ‘Jullie moeten jongen krijgen. Overal in de zee moeten dieren komen, en overal op aarde vogels.’
 23Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de vijfde dag.

De zesde dag


24God zei: ‘Ook op het land moeten allerlei dieren komen: wilde en tamme dieren, en heel kleine dieren.’ En zo gebeurde het. 25God maakte de dieren, alle wilde en tamme dieren en alle kleine dieren. En God zag hoe mooi het was.
26God zei: ‘Nu wil ik mensen maken. Ze moeten op mij lijken. Ze zullen de baas zijn over de vissen in de zee en de vogels in de lucht. En ook over het vee, over alle kleine dieren en over de hele aarde.’ 27Toen maakte God de mensen. Hij maakte ze zo dat ze op hem leken. Hij maakte ze als man en als vrouw.

28God zegende de mensen. Hij zei: ‘Jullie moeten kinderen krijgen. Zorg ervoor dat er overal op aarde mensen komen. Jullie moeten de baas zijn over de aarde. En ook over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht en over alle dieren op het land.’
29God zei ook: ‘Alle planten en bomen op aarde zijn voor jullie. Jullie mogen de zaden en de vruchten eten. 30De bladeren en het gras zijn voor de dieren.’ En zo gebeurde het.

31God keek naar alles wat hij gemaakt had en zag dat het heel mooi was.
Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de zesde dag.

Genesis 2

God rust op de zevende dag

1Zo werden de hemel en de aarde gemaakt, en alle prachtige dingen die daarbij horen.
2Op de zevende dag was God klaar met zijn werk. Toen rustte hij uit. 3God zegende de zevende dag. Hij maakte van die dag een bijzondere dag. Want op die dag was hij klaar met de schepping en rustte hij uit van al zijn werk.
4Dat is het verhaal van de schepping van de hemel en de aarde. Zo zijn de hemel en de aarde ontstaan.

Dat was allemaal een groot wetenschappelijk wonder natuurlijk, want het werd nacht en het werd weer dag en er was nog nergens een zon te bekennen! De grote kerkhervormer Luther (1483-1546) heeft z’n hersenen daar flink over doen rammelen, maar kwam er uiteindelijk ook niet uit. Veel gelovigen die toch ook wel wetenschappelijk een beetje mee willen tellen, komen met een allegorische oplossing, dan was dat licht en donker niet meer dan een soort beeldspraak voor het principe van licht en duisternis. Luther moest daar niets van hebben, Mozes (de gedachte schrijver van Genesis) schreef over echte feiten en knoeide daar niet ook nog maar even iets figuratiefs tussen door. Als Hij het dus heeft over morgen of dag of avond dan bedoelt hij hetzelfde als wij zouden bedoelen zonder enige allegorie of wat ook maar. Luther suggereert dan dat het eerste daglicht van een andere mindere heldere soort was dan het licht dat later van de zon zou komen.

Er wordt over het algemeen vanuit gegaan dat dit scheppingsverhaal werd opgeschreven in de 6de eeuw v.Chr. en gebaseerd is op bestaande volkslegendes. Wie een Bijbelse jaartelling wil aanhouden komt op een schepping die zo’n vijf tot zesduizend jaar geleden plaats vond. Luther ging daar ook vanuit en veel evangelische leiders doen dat nog steeds. Dat doen ze op basis van het evangelie van Lukas  (3:23-38), waarin het hele geslachtsregister van Jezus tot en met Adam vermeld wordt. Als je dan een gemiddelde leeftijd neemt per geslacht, kun je de ouderdom van het menselijke ras een beetje benaderen.
Het is best wel een mooi verhaal, vind ik, maar het wordt wel een beetje een probleem als je dit als een feitelijk gebeuren wilt beschouwen. De kinderen van god zouden dit het liefst wel doen en hebben dit ook wel massaal zo'n kleine 2000 jaar volgehouden,  maar nu de wetenschappelijke aanwijzingen toch wel onweerlegbaar op een veel langere ouderdom duiden, zijn er onder hen nu ook  die het toch maar liever als allegorie beschouwen, d.w.z. als een (niet feitelijk) verhaal waarin God ons iets wil vertellen, namelijk dat Hij aan het begin stond van alle dingen.
Mijn vader had nog een briljante insteek, namelijk dat de bijbel zegt dat bij God één dag is als duizend jaar en je van die 7 scheppingsdagen dus ook heel goed 7000 jaar mag maken. In het licht van die geprojecteerde ouderdom van miljoenen jaren, kom je daar ook niet veel verder mee.

Het niet meer letterlijk nemen is een beetje het begin van het einde van het evangelische geloof, want zou het Jezus verhaal zelf  dan ook niet meer dan een allegorie kunnen zijn?? En heb je dan bij de Bijbel ook steeds een Encyclopedie nodig met wetenschappelijke en cultureel relevante gegevens? Het neemt de charme weg van het Woord van God waar je op kunt vertrouwen en dat een licht wil zijn op je pad

Gelovigen die ook nog wel wat met de wetenschap mee willen doen, kiezen soms voor het zogenaamde Intelligent Design, daarbij staat er dan wel een persoonlijke intelligentie (God?) aan het begin van de schepping en het ontstaan van allerlei vormen van leven. De verscheidenheid en ingenieuze vormen van leven kunnen niet zomaar, min of meer toevallig, zijn ontstaan, daar moet een  intelligente Geest achter gezeten hebben. Ook zijn er wel Evangelische boegbeelden, zoals Andries Knevel van de EO, die toch maar de evolutie theorie hebben geaccepteerd. Ook hoorde ik Thijs van der Brink (ook van de EO) opmerken dat er heus wel christenen zijn die zowel in Jezus als de Evolutietheorie geloven. Als dat inclusief de Big Bang is, wordt het nog wel moeilijk om daar Adam en Eva ergens een plaatsje in te geven. Ik zelf had de "Doolhoftheorie" bedacht. Wetenschappelijk onderzoek naar het ontstaan van alles begeeft zich door een doolhof en om bij het doel uit te komen moet je de gangen in dat doolhof wel volgen ook al lijkt dat je soms ver af te brengen van waar je uit gaat komen. Als wetenschapper moet je dan ook wel uitgaan van wat wetenschappelijke uitkomsten lijken te zijn. Uiteindelijk aan het eind van die doolhof zullen we zien dat het Bijbelverhaal en de wetenschappelijk reis toch nog heel mooi samenvallen.

Nou ja, je moet toch wat, om in die Bijbel als basis van je bestaan te kunnen vertrouwen. Nu ik een stapje terug heb kunnen  doen, lijkt het zoveel logischer om te geloven dat dat scheppingsverhaal ook maar een verhaal is, zoals er andere scheppingsverhalen zijn in andere culturen en religies. Een mooi maar wel primitief verhaal. Logisch ook voor iets wat 2600 jaar geleden geschreven werd.

Zelfs de vroege kerk had moeite met dit soort verhalen. Een deel van de gelovigen zette het Oude Testament helemaal aan de kant als afgedaan en een andere groep vond dat die Schepper er uiteindelijk toch wel een zooitje van had gemaakt. Ze kwamen met het idee dat de schepper-god niet de hoogste God was. Er was nog een hogere, ware God. Ik kom hier nog wel op terug in blogs over het ontstaan van de Bijbel en de opkomst van het Christendom.

Wat zorgelijker is, is dat religieuze overtuigingen wetenschappelijke kennis vaak in de weg kunnen staan.  Het scheppingsverhaal suggereert een duidelijke idee van een universum waarin de aarde centraal staat.
Griekse filosofen hadden in de derde eeuw voor Christus al bedacht dat dit geocentrische idee wel eens onjuist kon zijn, en dat de zon het middelpunt van ons "universum" was.
We weten dit uit een brief van Archimedes (c. 287 BC – c. 212 BC):

U (koning Gelon) weet dat het 'universum'  de naam is die door de meeste astronomen gegeven wordt aan de bolvormige ruimte waarvan het centrum van de aarde het middelpunt is, ...... Maar Aristarchus gaf een boek uit met bepaalde hypothesen, waaruit zou blijken (als gevolg van de geformuleerde hypothesen), dat het universum vele malen groter  is dan het eerder genoemde  'universum is'. Zijn hypothesen zijn dat de vaste sterren  en de zon zich niet bewegen, en dat de aarde in een cirkel rond de zon draait,

Met de komst van het christendom waarbij de Bijbel ook de wetenschappelijke feiten bepaalde, werd deze lijn van onderzoek volledig aan de kant gezet.
In de vijftiende eeuw kwam Copernicus met zijn boek over de omwentelingen van de hemellichamen, in het kort "Revolutions", waarin hij aantoonde dat de aarde om de zon draaide. Het was toen 1543 en hij stierf kort daarna nog in hetzelfde jaar. Daarmee ontsnapte hij aan de wraak van de kerk. 
Galileo was minder gelukkig, hij schreef een boek dat "De Dialogen" heette, waarin ene Simplicio (een "simpele ziel") debatteert met Copernicus. Er is een scheidrechter die beslist wie met de beste argumenten komt. Die scheidsrechter van Galileo was duidelijk op de hand van Copernicus, hoewel Galileo zelf nog kon zeggen dat hij niet meer deed dan beweringen weergeven. Paus Urban VIII voelde gelijk dat hij met die Simplicio bedoeld werd en verbood de verdere uitgave van het boek in 1632. Uiteindelijk werd het boek op de zwarte lijst van de kerk gezet en kon Galileo er zich uitpraten en een zware straf ontwijken door aan te geven  dat hij het niet allemaal zo bedoeld had.

Pas in 1992 gaf paus Johannes Paulus II toe dat Galileo ten onrechte geleden had onder de handen van de Kerk.

Nog even terug naar het scheppingsverhaal. Want de Schepper kon alles wat Hij gemaakt had dan wel mooi en goed vinden, maar Hij had even over het hoofd gezien dat er tussen al die dieren al een naar, gemeen en listig beest rondsloop (ja, nog niet "kroop") en Hij had ook nog een potentieel bugje in de mens ingeprogrammeerd. Daar heeft Hij waarschijnlijk later best wel eens spijt van gehad. Want het zou niet allemaal mooi blijven...
De volgende keer: De Zondeval