zondag 28 december 2014

De Zondvloed: Goddelijke genocide op grote schaal


De Voortijd.

Er stond ook nog een boom van Eeuwig Leven in die paradijselijke tuin. Daar moest dat eerste mensenpaar maar niet van eten want dan zouden ze niet alleen slecht zijn maar ook  nog eens eeuwig slecht. Dus werden Adam en Eva het paradijs uitgebonjourd. En God plaatste twee bewakers bij de ingang, die heetten "cherubs" en een heen en weer flitsend, vlammend zwaard. Dat waagde je niet om daar langs naar binnen te glippen.

Mijn broeders hoeder
Voordat God zijn plan om de mensen weer met zich te verzoenen in werking stelde, ging het er met het eerste mensen echtpaar niet echt op vooruit. Adam en Eva kregen eerst twee zonen, Kaïn en Abel. Omdat Kaïn dacht dat God Abel hoger achtte dan  hemzelf, maakte hij Abel maar een kopje kleiner. Toen vroeg God hem: “Kaïn, waar is je broertje Abel?”. Hierop antwoordde Kaïn met een gezegde dat wij ook nog wel gebruiken: “Hoe kan ik dat weten, ben ik soms mijn broeders hoeder?”.


Kruimeltje: broeders hoeder:  REP(Rick Engelkes Productie)

Als straf wordt hij het land uitgestuurd en tot zwerven veroordeeld. Zijn grote angst is dat iemand uit de streken waar hij terecht zal komen hem zal willen doden in. Dat is interessant want waar komen die andere mensen dan ineens vandaan?  Had God ergens anders ook nog maar wat mensen geschapen en hadden die toevallig ook allemaal gezondigd?? Als gelovige moet je dat soort raadsels maar gewoon aan God over laten en er niet teveel over nadenken. In ieder geval, het kwam wel goed uit, want zo kon Kain ook nog een vrouw bemachtigen en kinderen voortbrengen.

Adam en Eva kregen ook nog een nakomertje om Abel te vervangen , Seth, heette hij. Waar hij zijn vrouw vandaan haalde is onduidelijk. Adam en Eva hadden ook nog wel wat dochters en wellicht  is hij maar met een van hen getrouwd. De generaties waren nog maar net begonnen, met inteelt zou het dan nog wel wat meevallen, moeten ze gedacht hebben.

‘tJa het is eigenlijk best een leuk verhaal  en staat wat dichter bij ons dan de vergelijkbare scheppingsverhalen, zoals de Enoema Elisj, het Babylonische scheppingsverhaal, dat veel met het Genesis verhaal vergeleken wordt. Hierin en in andere scheppingsverhalen gaat het vaak om elkaar bevechtende goden. Daar kunnen we wat minder mee dan een enkele God en schepselen die alles behalve perfect zijn (wat meer zoals wij!). Hoe mooi ook, het blijft een primitief verhaal, staat haaks op de inzichten van de wetenschap over het ontstaan van de aarde en wat er zich op voortbeweegt. Het is dan ook best een knelpunt voor nadenkende gelovigen.  Het heerlijk primitieve maar wel boeiende verhaal houdt hier ook niet op.
Reuzenbaby's

Het werden oude knarren in die tijd, Adam vierde z’n 960ste verjaardag nog en een van zijn achterkleinkinderen, Methuselach, werd nog 6 jaar ouden, 969 jaar. Hij  wordt ook wel Metusalem genoemd, en geen wonder dat mensen van kranige oudjes nu nog zeggen: “Die is zo oud als Metusalem!”. De mannen werden niet alleen oud, hun dochters zeer schoon. Zo schoon zelfs dat “de zonen van God” zich niet konden beheersen en naar believen maar zo´n dochter tot vrouw namen. Want God had kennelijk vergeten ook wat “dochters van God” voort te brengen en ja wat wil je dan, ... die goddelijke jongens willen ook wel eens wat.  En wat daar uit voortkwam waren .....reuzen!!  Ja, ja! Wat ik niet eerlijk vind is dat de aardse  mensen de schuld kregen van het vergrijp  van de godenzonen. Je hoort dat ook wel eens uit andere (sub)culturen dat een aangerande vrouw moet boeten voor het gebeuren alsof het haar schuld was, maar bij God zou je dat toch niet verwachten. Gelovigen denken meestal dat die zonen van God, geen echte zonen waren, maar niet meer dan engelen. Het zal je maar overkomen dat je dochter met een engel van een schoonzoon trouwt en je kleinkind zo groot is dat hij bij de geboorte al niet meer in de wieg past....



Genesis 6:

1 Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, 2 zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. 3 En de HERE zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben; hij is vlees; zijn dagen zullen honderd twintig jaar zijn. 4 De reuzen waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden; dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam.

Nou hebben archeologen wel dinosaurussen en andere reuze dieren opgegraven, maar over botten van reuze mensen heb ik ze nog niet gehoord. Het zou kunnen dat die allemaal in de oceaan weggespoeld zijn  want daar ging me toch een overstroming komen.

De zondvloed en de ark van Noach.

 
Er komen stromen van regen (sorry, zegen),


Massale koor- en samenzang vanuit de Nieuwe Kerk te Middelburg. Uitgezonden op 18 april 2009
 

Er komen stromen van zegen,
dat heeft Gods woord ons beloofd;
stromen verkwikkend als regen,
vloeien tot elk die gelooft.

Stromen van zegen,
komen als stortregens neer.
Nu vallen druppels reeds neder;
zend ons die stromen, o Heer.

Er komen stromen van zegen
- heerlijk verkwikkend zal 't zijn -
op de valleien en bergen
zal er nieuw leven dan zijn.

Stromen van zegen,
komen als stortregens neer.
Nu vallen druppels reeds neder;
zend ons die stromen, o Heer.
Vertaling B.D. Dykstra

 

Een van de laatste oude knarren heette Noach en hij was de enige waar God (ook wel HEER genoemd) nog iets goeds in zag. De rest waren gewoon uitermate slecht en konden net zo goed van de aardbodem weggevaagd worden. Hun kinderen ook en zelfs de baby's lagen wellicht al te vloeken in hun wieg.  Weg ermee, dacht God en toen bedacht hij een effectieve genocidale methode: een zondvloed, een overstroming die de hele aarde zou gaan bedekken. Dan ging alles vanzelf wel dood!!

Genesis 6,5-9,29

Noach

5 De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. 6 Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. 7 Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt. 8 Alleen Noach vond bij de HEER genade.

9 Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. 10 Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet.

11 In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. 12 Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, 13 zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij.

Maar goed, God kon z'n vriendje Noach natuurlijk niet mee laten verdrinken. Daar was wel een oplossing voor, een ark, d.w.z. een heel grote boot:



14 Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek. 15 Maak hem driehonderd el lang, vijftig el breed en dertig el hoog. 16 Je moet er een lichtopening in aanbrengen en aan de bovenkant één el openlaten; de ingang moet je in de zijkant maken. De ark moet een benedenverdieping krijgen en daarboven nog twee verdiepingen.



Uitgaande van een el van 45 cm was de ark135 meter lang bij 22 meter breed bij 13 meter hoog. De maatverhoudingen van de ark volgens Genesis zijn opmerkelijk modern: 30:5:3. Dit is een zeer stabiele vorm voor een schip,
mammoettankers hebben ook deze verhoudingen. Deze schepen danken hun stabiliteit echter aan de motorische aandrijving. Een schip zonder aandrijving in deze verhoudingen zou juist erg instabiel zijn.

En dan krijgt Noach te horen wat het plan is:



17 Ik laat een grote vloed over de aarde komen, een watermassa die haar zal overspoelen, om alles onder de hemel waarin levensadem is te vernietigen; alles op aarde zal omkomen. 18 Maar met jou zal ik een verbond sluiten. Jij moet de ark in gaan, samen met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen. 19 En van alle dieren moet je er twee in de ark brengen, om ervoor te zorgen dat die met jou in leven blijven. Een mannetje en een wijfje moeten het zijn. 20 Van alle soorten vogels, van alle soorten vee en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, zullen er twee naar je toe komen; die zullen in leven blijven. 21 Leg ook een voorraad aan van alles wat eetbaar is, zodat jullie allemaal te eten hebben.’ 22 Noach deed dit; hij deed alles zoals God het hem had opgedragen.


Noach was ook niet gek en deed dus precies wat God hem bevolen had. Hij werd wel uitgelachen door z'n buren, maar dat kon hem weinig schelen.

Genesis 7
 
1 Toen zei de HEER tegen Noach: ‘Ga de ark in, samen met je hele gezin, want ik heb gezien dat jij als enige van deze generatie rechtschapen bent. 2 Van alle reine dieren moet je zeven mannetjes en hun wijfjes meenemen, van de onreine dieren moet je er twee meenemen, een mannetje en zijn wijfje, 3 en van de vogels weer zeven mannetjes en wijfjes, om hun voortbestaan op aarde veilig te stellen. 4 Want over zeven dagen zal ik het veertig dagen en veertig nachten op de aarde laten regenen; dan zal ik alles wat er bestaat van de aardbodem wegvagen, alles wat ik heb gemaakt.’ 5 Noach deed alles zoals de HEER het hem had opgedragen.

Dat moet wel een prachtig gezicht geweest zijn, dinosaurussen samen met muizen lekker stampend over de gangplank naar binnen. God kwam er later pas achter dat de vissen en de watervogels de dans leken te ontspringen. Hmm, die waren zeker zo slecht nog niet. En toen kwam de vloed:

  10 Toen de zeven dagen voorbij waren, kwam het water van de vloed over de aarde. 11 In het zeshonderdste jaar van Noachs leven, op de zeventiende dag van de tweede maand, braken alle bronnen van de machtige oervloed open en werden de sluizen van de hemel opengezet. .
 
17 De vloed overstroomde de aarde veertig dagen lang. Het water steeg en de ark werd opgetild, zodat hij van de aarde loskwam. 18 Het water op aarde nam steeds maar toe, hoger en hoger steeg het, en de ark dreef op het water. 19 Het water bleef voortdurend toenemen, zelfs de hoogste bergen kwamen onder te staan. 20 Tot vijftien el daarboven reikte het water, de bergen stonden helemaal onder. 21 Alles wat op aarde leefde kwam om, alles wat er rondwemelde: vogels, vee, wilde dieren, en ook alle mensen. 22 Alles wat op het land leefde en ademde vond de dood. 23 Alles wat op aarde bestond werd weggevaagd: de mensen, het vee, de kruipende dieren en de vogels, ze werden van de aarde weggevaagd. Alleen Noach bleef over, met alles wat bij hem in de ark was. 24 Honderdvijftig dagen lang was de aarde helemaal met water bedekt. 

Terwijl God's vriendjes en God's dieren gezellig in die boot zaten, was het buiten hel. Moeders die op het dak van hun huis klommen met hun baby's aan de borst en de grotere kinderen optrokken naar een even nog droge plek. Mannen die met hun kind op de rug in bomen klommen om aan het stijgende water te ontkomen. En dan op het laatste moment als er geen plek meer is om te ontsnappen zien ze hun kinderen gorgelend sterven. Hebben ze nog een laatste vloek uitgesproken of nog een poging gedaan om te bidden: "HEER, ik vergeef het U want U heeft geen idee wat U heeft gedaan!"
 

Genesis 8

1 Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. 2 De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. 3 Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. 4 Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. 5 Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar.
 
Noach laat dan eerst een raaf wegvliegen om te zien of er al ergens vegetatie te vinden was en daarna twee keer een duif. De tweede keer komt de duif terug met een olijventak in zijn snavel. De boot blijft dan ook al spoedig op het droge steken.
 

15 Toen zei God tegen Noach: 16 ‘Ga de ark uit, samen met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen. 17 Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan: vogels, vee en alles wat op de aarde rondkruipt. Ze moeten weer vruchtbaar zijn en talrijk worden en de aarde bevolken.’ 18 Hierop ging Noach naar buiten, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. 19 Ook alle dieren gingen de ark uit, soort bij soort, alle vogels, en alles wat op de aarde rondkruipt.

20 Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. 21 De geur van de offers behaagde de HEER, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. 22 Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan.

Er zat niks anders op voor de kleinkinderen van Noach om maar met elkaar te trouwen, nood breekt nu eenmaal wet. Neef en nicht vrijt licht hebben ze wel moeten denken. Wat nu wel duidelijk was geworden is, dat je God kunt behagen, Hem weer een beetje tot vriend kunt maken,  door hem offers te brengen, maar wel van reine dieren. En uiteindelijk zou dat ook niet goed genoeg zijn, want de dood van reine dieren zou nooit voor de zonde van al ons mensen kunnen volstaan, daarvoor was een veel groter, reiner offer nodig. En dat offer was God aan het voorbereiden, het offer van zijn eigen volledig reine zoon, Jezus Christus. De redding die dan geboden zou worden was ook als een Ark, nu met Jezus aan het roer:'

 
Scheepje onder Jezus hoede - Mannenzanggroep Sion  
 't Scheepke onder Jezus' hoede,
 
't Scheepke onder Jezus' hoede,
met de kruisvlag hoog in top,
neemt als arke der verlossing
allen, die in nood zijn, op.
KOOR:
Al staat de zee ook hol en hoog
En zweept de storm ons voort,
wij hebben 's Vaders Zoon aan boord
en 't veilig strand voor oog.
 
 Maar de Arke der Verlossing moest nog wel even wachten.
Al direct nadat het Christendom was ontstaan gingen er al stemmen op dat zo'n wrede, wraakzuchtige god, niet de vader kon zijn van Jezus Christus. Een van de bekendste was  Marcion (85-160) die leerde dat de schepper god (en de god van het Oude Testament) een inferieure god was geweest en dat er een hogere God was die Zijn zoon naar de aarde stuurde.  Marcion was ook de eerste van wie we weten dat hij een bijbel had samengesteld. Die bestond alleen uit een verhaal over het leven en leren van Jezus en 10 van de brieven van Paulus. Het Oude Testament van de Joden had hij daar helemaal uit weggelaten. Zijn kerk was in grootte jarenlang vergelijkbaar met de katholieke kerk uit die tijd. Tot in de vierde eeuw horen we over "marcionieten". Toen de katholieke ideeën de overhand kregen werden de werken van Marcion vernietigd, zodat we nu alleen nog maar iets over hem weten via zijn tegenstanders en wat die uit zijn werk aanhaalden. Op deze manier weten we ook dat Apelles, een leerling van Marcion, zei niet te geloven dat alle dieren ooit in de ark gepast zouden hebben. Moderne kinderen van God zullen zeggen dat het ging om paren van iedere soort, bijv. "canidae" (hondachtigen) waar zowel wolven als honden onder vallen. Ze laten zo toch een beetje evolutie toe in hun ideeën.
Er zijn nog altijd mensen die denken dat de resten van de ark ergens in het oosten van Turkije te vinden zijn en er worden expedities georganiseerd om hier naar te zoeken.

Volgende bericht:  De toren van Babel

dinsdag 23 december 2014

Intermezzo (3): Misterieus Kerstverhaal uit het evangelie van Jacobus.

Verdwenen verhalen over het leven van Jezus


Celine Dion: Ave Maria


Ave Maria, gratia plena,
Dominus tecum.
Benedicta tu in mulieribus,
et benedictus Fructus ventris tui,
Iesus.
Sancta Maria, Mater Dei,
ora pro nobis peccatoribus,
nunc et in hora mortis nostrae. Amen


 Wees gegroet Maria, vol van genade.
De Heer is met U.
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen.
En gezegend is Jezus,
de Vrucht van Uw schoot.
Heilige Maria, Moeder van God,
bid voor ons, zondaars,
 
Het is nog steeds redelijk bekend dat Kerst gebaseerd is op de geboorte van Jezus van Nazareth, ook wel Jezus Christus genoemd. Christus betekent "de gezalfde". In onze seculaire wereld is Kerst nu een familiefeest van licht, gezelligheid en vrijgevigheid. In Nederland een beetje vertraagd door het bestaan van concurrent Sinterklaas, begint de Kerstman ook steeds meer status te krijgen en wordt Kerst ook een moment van het geven van geschenken. Dat Kerst hier zo geschikt voor is komt wellicht omdat het oorspronkelijk de mensen bepaalde bij de gedachte dat God Zijn Zoon gegeven had aan de wereld en omdat er bij de geboorte van Jezus in één overgeleverd verhaal driftig gestrooid werd met geschenken door wijzen/koningen uit een ver land. Het is een mooie christelijke nalatenschap die tot integraal onderdeel is geworden van onze cultuur en dat in de toekomst ten koste van Sint Nikolaas waarschijnlijk nog meer zal worden.

Het feest is gebaseerd op verhalen in de Bijbel die gaan over het leven van deze Jezus. We hebben daar vier van in de Bijbel. Het enige dat we daar met enige zekerheid uit kunnen halen is dat Hij aan het begin van onze jaartelling geleefd heeft en behoorde tot de "charismatici", of heilige mannen. Hij reisde rond en predikte morele lessen, genas zieken en dreef "demonen" uit, een soort combinatie van Mahatma Gandhi, een scheutje Jomanda en een snufje Jan Zijlstra. Uit die tijd kennen we bijv. ook Honi, de regenmaker, de Galileïsche wonderrabbi Hanina_ben_Dosa en Onias, de rechtvaardige. Allemaal mannen die wonderen konden bewerkstelligen. Jezus is wel duidelijk degenen geweest met het grootste gevolg, vooral ook omdat zijn volgelingen de boodschap ook buiten de Joodse gemeenschap gingen verkondigen.  Het verhaal in Marcus over Jezus is het kortst, we lezen daar ook niets over zijn geboorte en zien hemzelf ook niet weer levend terug. De verhalen over Jezus werden van mond tot mond doorverteld en werden ook steeds wonderbaarlijker. Pas na het jaar 70 en 40 jaar na zijn dood begonnen geschreven versies te verschijnen. In twee daarvan wordt ook aandacht besteed aan de geboorte van Jezus. De beschrijvingen lijken heel weinig op elkaar en tonen wel aan hoe rijk de legendevorming is geweest rond Jezus van Nazareth.

In het Lucas verhaal heeft Jezus bijv. deze genealogie:

 Koning David - Natan - een hele reeks tussenpersonen - Eli - Jozef - Jezus 
 en in Mattheus:
Koning David - Salomo - een hele reeks tussenpersonen - Jakob - Jozef - Jezus

In Mattheus vinden we het verhaal over de drie wijze mannen uit het Oosten, de magiërs. Daar worden alle baby's in Bethlehem door Herodus vermoord en vluchten Jozef, Maria en het kindje Jezus jarenlang naar Egypte. Bij Lucas komen de herders op bezoek, loopt alles verder vredig, wordt Jezus na acht dagen besneden en wordt hij na een tijdje aan God toegewijd. Pas daarna vertrekken ze weer naar Nazareth. Vanaf de vroege kerkvaders zijn er verwoede pogingen gedaan om die verhalen met elkaar in overeenstemming te brengen. We komen daar t.z.t. nog wel op terug.


Ook zijn er wel meer verhalen over het leven van Jezus geweest, maar toen die door de krachtigste (katholieke) groep in de jonge kerk niet als authentiek bevonden werden, zijn ze verbannen en de meesten uiteindelijk in de vergetelheid geraakt. Dat ze er waren weten we uit de werken van kerkvaders die ernaar verwezen bij hun bestrijding van ketterijen. Toen de groep gelovigen groter werd, nam ook het aantal zelfbedachte of in de volksfantasie gegroeide verhalen toe en daarvan heeft een aantal ook de censuur overleefd. In de droge Egyptische woestijn van Nag_Hammadi werd in  1945 een groot aantal oude teksten gevonden, waaronder teksten waarvan bekend was dat ze bestaan hadden maar voor ons verloren waren gegaan.

Wat ook interessant is, is dat een aantal van die verhalen niet in de bijbel, maart wel in de Koran terecht zijn gekomen. Dit laat zien dat die verhalen in bepaalde gebieden ook in de 7e eeuw nog leefden en doorverteld werden. Eén verhaal heeft tot laat in de middeleeuwen vooral beeldende kunstenaars aangesproken, het is terug te vinden in een werk dat bekend staat als het  “Proto-evangelie van Jacobus”. “Proto”omdat het ingaat op de gebeurtenissen voor Jezus geboorte en  het leven en de maagdelijke geboorte van zijn moeder Maria. Het was al in 150 na Chr. bekend. De kerk die pas in de vierde eeuw vaststelde wat wel en wat niet in de bijbel thuis hoorde, heeft dit Jacobus verhaal eruit gehouden. Ik denk dat zelfs voor hen de wonderen wat ongelooflijk werden, zoals een duif die uit een stok tevoorschijn komt. Maar onder het kerkvolk bleef het verhaal leven en werd het eeuwen lang doorgegeven. Hier is het in mijn eigen woorden. De volledige versie kun je o.a. hier vinden:  Het proto-evangelie van Jacobus
  

Het kerstverhaal van Jacobus

Er was eens een zeer rijk man in Israël, hij heette Joachim. Hij besloot een groot offer te brengen ten behoeve van veel mensen in het land (een klein deel daarvan was voor de vergeving van zijn eigen zonden). Hij was tot zijn grote verdriet kinderloos gebleven en toen hij bij de hogepriester kwam om zijn giften aan te bieden, kreeg hij te horen dat ze  niet welkom waren. Hij moet wel een grote zonde begaan hebben waardoor hij kinderloos gebleven was, werd hem verteld. En van zo iemand kon je als priester geen giften aannemen.

Joachim was helemaal van streek, trok de woestijn in en zette daar een tentje op. Hij zou daar 40 dagen en nachten verblijven zonder eten en drinken. “Mijn gebeden zijn mijn voedsel”, zei hij tegen zichzelf.

Zijn vrouw, Anna, voelde zich toen als een weduwe, weende en zei “Ik huil omdat ik weduwe ben en kinderloos gebleven ben”. Haar hulp in de huishouding was ook niet echt behulpzaam toen ze zei dat ze op moest houden met zeuren want dat de Heer haar baarmoeder gesloten had om te voorkomen dat ze kinderen kreeg. Toch zette dit  haar tot actie aan.  Eerst deed ze  haar rouwkleren aan, maar bedacht zich toen, waste  haar gezicht en kleedde zich in haar bruidsgewaad.

Daarop ging ze wandelen in haar tuin en besloot te gaan rusten onder een laurierboom. Daar bad ze tot de Meester:

"O, God van mijn vaderen,
zegen me en hoor mijn gebed,
net zoals u de schoot van Sara zegende
en haar een zoon gaf, Isaak. "
Dan stort ze de pijn van haar hart uit:

"Wie ben ik? Zelfs de mussen in de takken van deze boom zijn vruchtbaar, zelfs het water is vruchtbaar met alle levende wezens die erin krioelen. Ik ben nog minder dan de aarde die ieder seizoen vrucht voortbrengt."

Toen verscheen een engel aan haar en zei:”Anna, Anna, de Heer heeft je gebed gehoord en je zult zwanger worden en een kind baren. En in de hele wereld zal over je kind gesproken worden.”

Anna is dolblij en belooft dan dat ze het kind ter beschikking zal stellen aan God en aan zijn dienst.

Tegelijkertijd had Joachim ook bezoek gekregen van een engel, die hem het nieuws bracht dat God zijn gebed had verhoord en dat Anna zwanger was.

Joachim ging terug naar huis en werd bij het hek van zijn huis opgewacht door Anna, die hem om de hals viel en fluisterde:

“Nu weet ik dat de Heer God me overvloedig gezegend heeft. Want zie maar, de weduwe is geen weduwe meer en de kinderloze is niet meer kinderloos.”

Anna krijgt dan een meisje en ze noemen haar Maria. Het meisje was nog maar zes maand oud toen ze al kon lopen. Om haar tegen het kwaad van de buitenwereld te beschermen maken ze een soort heilige kamer voor haar waar ze in moet blijven tot ze aan God beschikbaar gesteld kan worden. In die kamer mag niets slechts of onreins binnen komen, ook alleen maar reine Joodse meisjes mogen met haar komen spelen.

Wanneer ze drie wordt organiseert Joachim een groot feest bij en in de tempel en Maria loopt onbevreesd de tempel in. Ze voert zelfs een dansje uit op de trap naar het altaar. Haar ouders kunnen haar zo gerust achterlaten.

Ze zal in die tempel tot haar twaalfde verblijven en gevoed worden door een engel. Maar dan dreigt ze ongesteld te worden en dat kan niet want dat zou de tempel verontreinigen. Men besluit dan om haar uit te huwelijken. Maar aan wie?  Er werd een wedstrijdje van gemaakt. Geïnteresseerde weduwnaars konden hun staf naar de tempel brengen en als er dan bij de overdracht van die staf een wonder gebeurde, zou de eigenaar de gelukkige worden.

Dat lot viel Jozef ten deel want toen de priester de staf aan hem terug gaf, vloog er een duif uit de staf en streek neer op zijn hoofd. Jozef was een oude timmerman met al een aantal zonen en hij mocht nu op Maria passen en ervoor zorgen dat ze niet, bijv. door seks, verontreinigd werd.

Jozef had nog een groot aantal timmerprojecten waar hij voor afwezig zou zijn. Dus werd er besloten dat Maria in een afgesloten ruimte in de tempel kon werken aan het maken van prachtige kleden voor de tempel. Terwijl ze daarmee bezig was verscheen er een engel aan  haar die zei:

“Wees maar niet bang, Maria, want de Meester van alles is je gunstig gezind. En door Zijn Woord zul je zwanger worden!”

Toen vroeg ze zichzelf wel af: “Moet ik dan met de levende God vrijen om zo als alle andere vrouwen een kind te kunnen baren??”

Maar de engel zei: “Nee, nee, Maria. De kracht van God zal je overschaduwen. Daarom zal je kind heilig zijn, de Zoon van de Allerhoogste. En je zult hem Jezus noemen, want hij zal zijn volk van hun zonden redden.”

Ze maakt haar werk af en gaat dan op bezoek bij haar tante Elisabeth. Die heeft direct in de gaten dat Maria de moeder gaat worden van de Zoon van God, want haar eigen kind springt van vreugde op in haar schoot. Dat moet voor de zestienjarige Maria wel een bevestiging geweest zijn dat het allemaal geen droom was.

Ze gaat dan terug naar huis en is zes maand zwanger wanneer de oude Jozef terugkeert. De wereld staat dan voor Jozef op zijn kop. Hij is radeloos, dit had niet mogen gebeuren, ze had onbezoedeld moeten blijven, wie heeft haar dit aangedaan? En dan spreekt hij Maria er ook op aan: Hoe heb je dit kunnen doen? Hoe heb je jezelf zo kunnen verlagen?”  Maar ze antwoordt: “Ik ben puur en ik heb geen seks gehad met een man.” 
“Maar hoe ben je dan zwanger geworden?”
En ze zei: “Zo waar de Heer, mijn God, leeft, ik zou het  ook niet weten.”



Jozef weet niet goed wat te doen en denkt dat een geheime scheiding wellicht de beste oplossing is, maar voordat het zover is wordt hij door een engel ingelicht over de ware stand van zaken.

Ondertussen krijgen ze bezoek van een zgn. schriftgeleerde  en die ziet dat Maria in verwachting is. De man is een ware verrader en meldt de zwangerschap aan de hogepriester. Dan krijgt Jozef er toch van langs! Maria wordt er zelf ook bij gehaald. En wat valt er dan nog te ontkennen? Jozef doet er alleen nog maar het zwijgen toe.

De priester besluit dan om voor de zekerheid terug te vallen op een oud ritueel, dat oorspronkelijk alleen op vrouwen werd toegepast, het drinken van bitter water.  Dit drankje werd aan vrouwen gegeven die ervan beschuldigd waren overspel te hebben gepleegd.  Als de beschuldiging waar was zou die drank tot verschrikkelijke pijn leiden.

Zowel Jozef als Maria moeten het drankje drinken ...en er gebeurt niets. Dan keert iedereen in blijdschap terug naar huis.

Ondertussen had keizer Augustus bedacht dat hij een volkstelling wilde houden en gaan Jozef en de zwangere Maria onderweg om zich te laten registreren. Jozef is er nog niet uit of hij haar als zijn vrouw of als zijn dochter zal laten registreren. Hij wil ook niet uitgelachen worden. Dat dan maar  op het laatste moment beslissen.

Hij zadelt zijn ezel, zet haar erop en laat zijn zoon haar begeleiden. Zelf loopt hij er achter aan. Als Maria na een aantal kilometers omkijkt ziet hij dat ze het moeilijk heeft en hij vreest dat het kind in haar schoot haar moeite veroorzaakt. Even later kijkt ze weer om en lacht ze. Dan vraagt hij haar: “Maria waarom lach je de ene keer en kijk je dan weer somber?” Ze antwoordt: “Omdat mijn ogen twee volken zien, de een huilend en rouwend en de ander blij en verheugd.”

Even verder houdt Maria het niet langer uit en vraagt om van de ezel afgehaald te worden. Ze zitten midden in de woestijn en Jozef zoekt dan naar een plek waar “haar schaamte” ongezien kan blijven. Hij vindt een grot en laat haar daarin achter onder de hoede van zijn zoons. Zelf gaat hij op zoek naar een Joodse vroedvrouw. Dan staat de wereld even voor hem stil. Hij vertelde: "Ik liep, maar ik kwam niet vooruit, de vogels bleven hangen in de lucht, mannen die aan het eten waren bleven hun handen onbeweeglijk uitstrekken naar het voedsel en de staf van een herder die een schaap wilde slaan kwam niet neer op het schaap en geiten bogen zich naar het water maar gingen niet drinken..... " Het duurt maar even en toen was alles weer gewoon.


Op dat moment ziet hij een vrouw afdalen van een  berg, het is een vroedvrouw en van Hebreeuws (Joods) bloed. Jozef legt het hele wonderlijke verhaal uit en dan gaat de vroedvrouw mee naar de grot. Zodra ze binnen kwam viel er een grote duisternis over de grot en de vroedvrouw is overtuigd en prijst God. Daarop ontvouwt  zich een enorm licht dat iedereen verblindt. Zodra het licht verdwenen was zagen ze een jongetje dat naar de borst van zijn moeder greep.

Bij haar vertrek ontmoet de vroedvrouw een kennis, Salomé, en ze vertelt haar wat er is gebeurd. Die gelooft het niet en wil dat wel eens zien. Ze vraagt dan of ze haar vinger in Maria’s schede mag steken om te zien of het vlies nog ongebroken  is. Het bewijs wordt dan geleverd en iedereen is uiteindelijk dolblij, wetend dat een groot koning voor Israël geboren was.


Toen ze op het punt stonden Jeruzalem binnen te gaan hoorden ze dat er iets ongebruikelijks aan de gang was. Er waren wijze mannen in de stad aangekomen op zoek naar “de koning van de Joden”. Ze hadden een heel speciale ster gezien in het Oosten, een ster die zo sterk scheen dat hij het licht van alle andere sterren deed verbleken. Toen wisten ze dat er in Israël een koning geboren moest zijn!.

Nou dat was natuurlijk niet zo prettig voor de heersende koning, Herodus. Waar zou die koning zich bevinden? Dat moest de hogepriester wel weten en ja hoor, die kon hem vertellen dat er in de geschriften stond dat deze koning in Bethlehem geboren zou worden. Herodus deed net of hij belangstellend was en vroeg de wijze mannen om het hem te laten weten zodra zij het kind gevonden hadden. De wijze mannen hoefden alleen de ster maar te volgen om Jezus te vinden. Toen ze hem gevonden hadden werd hij overladen met geschenken van goud en allerlei soorten wierook. Gelukkig was God zo wijs om hen via een engel te laten weten dat ze niet terug moesten gaan naar Herodus maar beter rechtsomkeer konden maken naar waar ze vandaan kwamen.

Herodus is woedend als hij merkt dat hij voor de gek is gehouden en stuurt moordenaars naar Bethlehem om alle pasgeboren kinderen om het leven te brengen. Maria hoort op tijd dat dit aan de gang is, wikkelt Jezus in lappen en verbergt hem in een voederbak van het vee.

Wat Jezus en Maria betreft houdt het verhaal van Jacobus hier op. Wel vermeldt hij nog dat het kind van Elizabeth ook gezocht werd en dat zij met haar zoon (Johannes) in een op wonderbare wijze gespleten berg zich kon verbergen.

Jacobus ondertekent het verhaal dan nog als volgt:

"Maar ik, Jakobus, die deze geschiedenis heb opgeschreven, trok me terug in de woestijn toen er in Jerusalem, bij de dood van Herodes een grote opschudding was o­ntstaan, tot de rust was weergekeerd. En ik loofde de Here God die me het verstand en de wijsheid had gegeven om deze geschiedenis op te schrijven. De genade zal zijn met hen die o­nze Heer Jezus Christus vrezen, aan wie zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen"

vrijdag 12 december 2014

De Scheiding, het ontstaan van de kloof tussen God en mens


De scheiding

Out of my bondage, sorrow and night.


 
Out of my bondage, sorrow and night,
Jesus, I come, Jesus, I come;
Into Thy freedom, gladness, and light,
Jesus, I come to Thee;


Out of my sickness, into Thy health,
Out of my want and into Thy wealth,
Out of my sin and into Thyself,
Jesus, I come to Thee.


Out of my shameful failure and loss,
Jesus, I come, Jesus, I come;
Into the glorious gain of Thy cross,
Jesus, I come to Thee;


Out of earth’s sorrows, into Thy balm,
Out of life’s storms and into Thy calm,
Out of distress to jubilant psalm,
Jesus, I come to Thee.


Out of unrest and arrogant pride,
Jesus, I come, Jesus, I come;
Into Thy blessed will to abide,
Jesus, I come to Thee;


Out of myself to dwell in Thy love,
Out of despair, into raptures above,
Upward for aye on wings like a dove,
Jesus, I come to Thee.


Out of the fear and dread of the tomb,
Jesus, I come, Jesus, I come;
Into the joy and light of Thy home,
Jesus, I come to Thee;


Out of the depths of ruin untold,
Into the peace of Thy sheltering fold,
ever Thy glorious face to behold,
Jesus, I come to Thee.
William T. Sleeper

Eten van verboden vruchten en wijzer willen worden dan goed voor je is, dat is de bron geworden van al onze ellende en het schuldgevoel dat velen met hun mee blijven dragen.  Het gevoel anderen pijn gedaan te hebben, egoïstisch te zijn geweest, oneerlijk, uit op eigen roem, seksuele schuldgevoelens of .... het gevoel van warmte en liefde te ontbreken, van eenzaamheid, onbegrepen zijn, betekenisloosheid, zorgen, angst, angst wellicht voor de dood. En als je hier nu een reden voor kunt aanwijzen, namelijk "de zondeval", de menselijke ongehoorzaamheid richting zijn Schepper en daarnaast ook een Weg om hier wat aan te doen, om die relatie met de Schepper weer te herstellen en vergeving te ontvangen en weer vrede en liefde en betekenis.
Als je dat kunt, dan heb je het recept van de kinderen van God te pakken.
Het is interessant dat de focus hierbij door de jaren verschuift, in de 19e eeuw t/m zo'n beetje de jaren 60 van de vorige eeuw, lag de nadruk bij de zgn "evangelisten" op het zondig zijn van de mensen. En vanuit een besef van zijn zondigheid, kon de mens dan de redding aangrijpen die Jezus bood.
Charles Hadden Spurgeon
 
De Britse predikheer Charles Spurgeon  (1834-92) wist hele kerken vol tot tranen toe te bewegen, tranen die voortkwamen uit een diep gevoel van schuld, zondigheid, onwaardigheid. En daarop kon dan de diepe vrede volgen die voortkwam uit het komen tot Jezus en het aanvaarden van zijn verlossend werk en het ontvangen van vergeving voor alles dat je had misdaan. 
In die tijd was de wetenschap nieuwe wegen ingeslagen. Darwin (1809 - 1882)kon niets anders, onbegrepen door zijn vrouw en zijn dominee-vriend, dan opperen dat de schepping à la Genesis gewoon niet plaats gevonden kon hebben, dat er een langzame ontwikkeling van de soorten geweest moet zijn. Een eeuw eerder was het verstand (of de rede) al een grotere plaats in gaan nemen in het denken van dichters, schilders en filosofen. Deze periode staat bekend als "de Verlichting". De effecten ervan raken met wat vertraging ook de bovenlaag van de bevolking, de aristocratie en een groot aantal academisch gevormde predikanten, bij wie de rede ineens (?) ook een steeds belangrijker plaats in gaat nemen.   Wat dit met de kerk deed is ook heel mooi beschreven in een boekje van Nico Dros  over de ontwikkelingen in het Texels dorpje Oosterend, "De sprekende slang".  Kennelijk had je toen ook al predikanten die niet veel op hadden met een letterlijk nemen van de bijbel en daar wel heel ver in gingen. Hij citeert één van hen (gebaseerd op "Het Wonder" van Algra) die zegt dat hij Jezus niet als Gods zoon beschouwt en niet gelooft dat Hij voor onze zonden gestorven is.
Die noodzaak kritisch te moeten kijken naar  waar in geloofd werd, bereikte de man in de straat echter niet. Voor hem en haar was dit zeer bedreigend en bij het vaak harde zwoegen was er meer behoefte aan de emotionele warmte die het geloof kon geven dan aan een bevrediging van het verstand.
Hendrik de Cock
Er ontstond een beweging van rondtrekkende "Oefenaars" die met veel hartstocht en bewogen toespraken de mensen zochten te leiden naar een sterk doorleefd geloof. In het plaatsje Ulrum, in Groningen, was het dominee de Cock die zich uiteindelijke maar afscheidde van de moederkerk en een eigen kerk begon. Hij moest dat met militair ingrijpen en zelf met een korte gevangenisstraf bekopen.  "Dei Koksioanen", hoor je een oudere generatie in Groningen nog wel zeggen over zijn volgelingen.
Ook Billy Graham, die in 1954 en 1955 met een campagne in Nederland was baseerde zijn boodschap op het schuldig zijn van zijn toehoorders. Een favoriet lied dat dan door een groot koor gezongen werd, terwijl mensen zich naar voren begaven om hun hart aan Jezus te geven, was: "Just as I am"

Just as I am - poor, wretched, blind ---
O Lamb of God, I come. 

Het Lamb of God verwees naar Jezus, waarom dat zo was komen we nog wel op terug.

Vanaf de jaren 70 is de boodschap meer uitgegaan van het gevoel van doelloosheid, angst, onrust, eenzaamheid etc. dat de moderne mens vaak karakteriseert. Jezus is dan minder degene die vergeeft (ook dat wel) maar vooral iemand die je vrede, rust en betekenis kan geven. "God heeft een plan, ook met jouw leven", is dan de boodschap. De Emanuel gemeente van Deventer, bijv. prijst Jezus als volgt aan:

Jezus Christus werd gezalfd om
  • de vloek van armoede over je leven te verbreken.
  • je vrij te maken van allerlei bindingen.
  • je geestelijke ogen te openen.
  • je gebroken hart te helen.
  • je huwelijk en relaties te herstellen.
  • je te genezen van ziekte en gebreken.

Deze gemeente hoort bij het zgn. Volle Evangelie, een pinksterbeweging die zich onderscheidt van de Broederschap van Pinkstergemeenten, door minder aandacht voor Israël, een andere kijk op de eindtijd en het geloof dat God ook wil dat het de gelovigen materieel goed gaat.

Dat zondige DNA hebben we van Adam en Eva geërfd, toch hadden die kennelijk veel minder last van die diepe existentiële gevoelens van schuld en verlorenheid die daar bij lijken te horen. Waar zij zich slechts druk over maakten was dat ze   in hun nakie rond liepen .........:

Genesis 3:

8 Toen de mens en zijn vrouw God, de HEER, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor hem tussen de bomen. 9 Maar God, de HEER, riep de mens: ‘Waar ben je?’ 10 Hij antwoordde: ‘Ik hoorde u in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’ 11 ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten?’ 12 De mens antwoordde: ‘De vrouw die u hebt gemaakt om mij terzijde te staan, heeft mij vruchten van de boom gegeven en toen heb ik ervan gegeten.’ 13 ‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg God, de HEER, aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’

Nou dat is toch wel een rake typering van menselijk gedrag, de schuld gewoon doorschuiven. Ze hadden toen nog geen Partij voor de Dieren anders was er ook nog wel protest aangetekend dat het dier uiteindelijk weer de dupe moest zijn. En die slang, die heeft het moeten weten:

14 God, de HEER, zei tegen de slang:

‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan,
het vee zal je voortaan mijden,
wilde dieren wenden zich af;
op je buik zul je kruipen
en stof zul je eten,
je hele leven lang.
God zelf was er hier bij de PvdD ook niet goed van afgekomen, want die trok de slang al zijn poten uit, zodat hij vanaf dat moment op z'n buik rond moest kruipen. Als dat geen dierenmishandeling is! Nou ja goed, hij had er ook wel een beetje om gevraagd.

En dan krijgen we het eerste teken dat God het uiteindelijk wel weer goed wil maken:

15 Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw,
tussen jouw nageslacht en het hare,
zij verbrijzelen je kop,
jij bijt hen in de hiel.’

Voor kinderen van God wordt met hun "nageslacht", God's Zoon bedoeld, die uit een aardse vrouw (Maria) geboren zou worden. Deze Jezus zou de Satan (de Duivel) en zijn trawanten de kop verbrijzelen, Hij zou die satan door Zijn dood en opstanding overwinnen en de gelovigen vrijkopen. Die Satan zal de mensen nog wel lastig blijven vallen (hen in de hiel bijten), maar zijn lot werd >2000 jaar geleden al bezegeld en kinderen van God mogen (nee, moeten) die overwinning en de bijkomende zegeningen claimen.

Nou zou je verwachten dat na zo'n klinkende overwinning op de duivel het de laatste >2000 jaar allemaal wat beter was gegaan in de wereld. Helaas hebben we daar geen aanwijzingen voor. Zelfs het Nieuwe Testament (het deel van de Bijbel dat na de overwinning geschreven werd) geeft er geen blijk van dat die duivel aan kracht heeft ingeboet, in tegendeel hij wordt daar geportretteerd als een brullende leeuw:

1 Petrus 5:8
8 De duivel is jullie vijand. Hij zoekt altijd iemand die hij kan vernietigen. Hij is op jacht, als een brullende leeuw. Wees dus verstandig en let goed op.

Dat ziet er dus niet erg verslagen uit. Kinderen van God moeten hier dan ook nog wel een draai aan geven: Het ging om een principiële overwinning, die nog wel toegeëigend moet worden. Alsof je een huis hebt gekocht en betaald, maar de nog aanwezige bewoners ervan willen er nog niet echt uit en je moet allerlei moeite doen om dat huis in bezit te kunnen nemen. Of andersom, door die overwinning ben je nu formeel Gods eigendom, maar je moet aan Hem wel de sleutels en de toegang tot al die kamers in je huis overdragen.

Wel jammer, dat het effect zo beperkt is gebleven, dat de Wereld die God zo lief heeft en waarvoor Hij Zijn Zoon opofferde, er zo weinig van heeft gemerkt. Alleen bij de kinderen van God dan misschien een beetje, maar die woonden tot in de 19e eeuw voornamelijk in het Westen. In die wereld daarbuiten begint het nu pas een beetje door te dringen, nu het rijke Christelijk Westen de materiële gelegenheid heeft de wereld in te trekken en de  kinderen van God daar te vermenigvuldigen, terwijl in het Westen zelf die specifieke populatie steeds kleiner wordt.
En kennelijk moet die straf ook nog steeds uitgezeten worden, voor de man keihard werken en voor de vrouw hem gehoorzaam zijn:

16 Tegen de vrouw zei hij:
‘Je zwangerschap maak ik tot een zware last,
zwoegen zul je als je baart.
Je zult je man begeren,
en hij zal over je heersen.’ 

17 Tegen de mens zei hij:
‘Je hebt geluisterd naar je vrouw,
gegeten van de boom die ik je had verboden.
Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan,
zwoegen zul je om ervan te eten,
je hele leven lang.
18 Dorens en distels zullen er groeien,
toch moet je van zijn gewassen leven.
19 Zweten zul je voor je brood,
totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen:
stof ben je, tot stof keer je terug.’

Het hele scheppingsverhaal is moeilijk te verteren voor jonge westerse nadenkende gelovigen, maar de positie die de vrouw hier toegekend wordt is ook niet te verdragen. Je kunt het dan negeren, je er met een lachje vanaf maken of proberen er een hermeneutische (uitleggende) draai aan te geven. Ik ga op dit onderwerp in een volgende blog nog wel eens uitgebreider in, maar ook na Jezus heeft God het nog zo verordend dat de man de baas blijft, vrouwen moeten hun mannen "onderdanig" zijn staat er heel duidelijk in het originele Grieks, maar zelfs de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal hebben er maar een wat beter te verteren draai aangegeven. ze moeten "luisteren naar" hun mannen:

1 Petrus 3:

Luister naar je man

1-2 Ik zei al dat slaven moeten luisteren naar hun meester. En nu zeg ik: Vrouwen, jullie moeten luisteren naar je man. Leef zoals God het wil. Want als je een ongelovige man hebt, zul je hem op die manier voor het geloof winnen. Woorden zijn niet nodig als je man ziet hoe goed je leeft.
3 Vrouwen, jullie schoonheid wordt niet bepaald door je uiterlijk. Schoonheid hangt niet af van een vlecht in je haar, een mooie jurk of een gouden sieraad. 4 Het gaat om je hart en hoe je van binnen bent. Dat vindt God belangrijk. Wees dus vriendelijk en bescheiden, dan heb je een schoonheid die nooit zal verdwijnen.
5 Die schoonheid hadden de heilige vrouwen van vroeger ook. Want ze vertrouwden op God, en ze luisterden naar hun man. 6 Denk aan Sara. Zij gehoorzaamde haar man Abraham. Ze noemde hem zelfs haar heer. Jullie zijn nakomelingen van Sara. Laat je dus door niemand bang maken, en doe goede dingen.

Tja, de NBG-vertaling uit 1951is nog steeds het populairst in Evangelische kringen en daar lezen we, wat getrouwer aan de grondtekst:

1 Evenzo gij, vrouwen, weest uw mannen onderdanig
Met zo'n kleine vertaalvrijheid los je dit probleem voor de christenvrouw uiteindelijk niet op. In de Griekse (door God , geïnspireerde!) grondtekst staat toch echt "hupostassomenai", met de basisbetekenis "onder - stellen".
20 De mens noemde zijn vrouw Eva; zij is de moeder van alle levenden geworden. 21 God, de HEER, maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenvellen en trok hun die aan.

Zo kwam het dus dat we in leren pakken en bontmantels rond gingen lopen. Op zich niet onhandig bij -100 Celsius maar wat lastiger in de tropen. De Papoea’s in Nieuw Guinea hebben daar overigens pas onlangs van gehoord en het bericht heeft een aantal Indianenstammen in Zuid-Amerika ook nog niet bereikt. Die lopen daar nog naakt of vrijwel naakt rond en lijken het dierenvellen stadium over te slaan en gelijk maar over te stappen op de katoenen shirtjes, de bh’s en de broeken van de zendelingen.

 
Mori man Source: Tom Honeyman
Usfani  Kilifas village


Mori mannen, NAK-zending Source: Tom Honeyman
Voor meer foto's uit Mori (ook een Fas sprekend dorp) zie Tom Honeyman's Personal Website

Schaamte is relatief. Toen Dorothy (mijn vrouw) het huis van Usfani eens binnenkwam lag hij te slapen, werd wakker en realiseerde zich dat zijn penisdop afgevallen was en op de grond lag. In zo'n prachtig bruin gezicht is schaamrood moeilijk te zien, maar er was duidelijk even paniek en hij voelde zich zichtbaar beter op z'n gemak toen hij weer netjes aangekleed was.

Het Westerse Christendom is duidelijk met een laatste poging bezig de verlossingsboodschap nog over de hele wereld te verspreiden. Nog steeds erg spirituele culturen waar ook de welvaart van het Westen graag geadopteerd wordt, staan momenteel erg open voor de christelijke boodschap die bijna overal nu ook steevast samen met  humanitaire hulp wordt aangeboden. In het Westen zelf heeft gevorderd onderwijs en de aanmoediging om na te denken en niet zomaar alles voor waar aan te nemen, tot een steeds grotere verwijdering geleid met de Bijbelse "waarheid". Ook de internationalisering van onze maatschappij heeft daarin bijgedragen. Jongeren trekken nu massaal de wereld in en komen in aanraking met andere culturen en andere religies en de vraag waarom de eigen religie dan de "meest ware" zou zijn, dringt zich dan al gauw op.

Volgende keer:  De Zondvloed, de grootste Goddelijke genocide ooit.