1 Kor 7: 32-34 NBV
Een ongetrouwde man draagt zorg voor de zaak van de Heer [= God] en wil de Heer behagen. 33 Een getrouwde man draagt zorg voor aardse zaken en wil zijn vrouw behagen, 34 dus zijn aandacht is verdeeld.
Hij vatte toen al het plan op om daar ooit nog eens een instituut van te maken, mannen en vrouwen die alleen voor Hem leefden. Voor de mannen had Hij al een Grieks woord bedacht. Grieks bestond nog wel niet, maar daar God in de toekomst kon kijken was dat verder geen probleem. “Monachos” leek Hem wel wat, iemand die “monos” (alleen) leefde. En vrouwen die in het Frans “non” konden zeggen tegen mannen, waren Hem ook zeer welgevallig. Dat “non” afgeleid wordt van Latijn “nonna” (tutor) kon het plezier niet echt bederven.
Het was voor God best een probleem, want aan de ene kant wilde Hij graag alle aandacht van Zijn poppetjes voor Zichzelf, maar tegelijkertijd wilde Hij graag dat Hij meer en meer menspoppetjes kreeg. Hij had daar al eens een vraag over gehad op social media en toen geantwoord:
1 Kor. 7: 1 - 9 NBG51
1 Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt, het is goed voor een mens niet aan een vrouw verbonden te zijn, ...............
9 Indien zij zich echter niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen. Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.
Toen Noah op 500 jarige leeftijd nog van begeerte was gaan branden, nam hij zich alsnog een vrouw en verwekte een zoon. Deze Sem zelf, heeft zich ook 100 jaar goed moeten gedragen. Hij had al wel een vrouw toen ze aan boord gingen van de Ark, maar pas twee jaar nadat ze ontscheepten verwekte hij een zoon, Arkpaksad.
Daarna ging het celibaat de kast (?!) in en werden er door de volgende generaties op jongere leeftijd kinderen verwekt. Wat ook heel veel van Gods kinderen niet weten is dat Noah de bouw van de Toren van Babel nog heeft meegemaakt. Hij leefde na de zondvloed nog 350 jaar en bereikte een respectabele leeftijd van 950. Bij hardloopwedstrijden werden mannen toen in leeftijdscategorieën van 100 ingedeeld. Noah moet dan bij alle categorieën boven de 500 de eerste prijs gewonnen hebben omdat verder niemand meer die leeftijd bereikte. Topper, die Noah!
Goed, zijn nageslacht werd allemaal slechts een dikke vierhonderd jaar oud, tot ze een stad gingen bouwen en pollutie er waarschijnlijk voor zorgde dat de leeftijd tot 200+ werd teruggebracht.
Zo’n 200 jaar na de zondvloed waren al die oude jongens nog in leven. Reü, de zoon van Peleg, had een vader, een grootvader, een overgrootvader, een betovergrootvader, een overbetovergrootvader en een betoverbetovergrootvader (Noah!), allemaal nog in leven.
Maar wat moest je met die oude knarren? Een knarrenhof, natuurlijk. Laat ze maar gezellig bij elkaar gaan wonen en voor elkaar mantelzorgen! Dat bij elkaar wonen was ook voor al die andere afstammelingen van Noah wel een idee.. Ze hadden ondertussen geleerd om van stukken klei stenen te bakken en die met een soort asfalt aan elkaar te metselen. Dat asfalt maakten ze op plekken waar aardolie naar boven borrelde. Dat vermengden ze dan met zand en steentjes. Zo konden dan huizen gebouwd worden en een stad ontstaan.
En nou was er ook ene Nimrod, afstammeling van Cham en directeur van de Chamma bouwmarkt, die het allemaal wel zag zitten. Hij leverde immers de bouwmaterialen voor het bouwen van een stad. Hij was ook een geweldig jager en de machtigste man in town:
Gen 10:8 NBV
8 Kus was ook de vader van Nimrod, die de eerste machthebber op aarde was. 9 Hij was een geweldig jager, door niemand overtroffen.
Maar macht stijgt je gemakkelijk naar je hoofd, daarvoor hoef je geen Donald Trump of Boris Johnson te heten. Bovendien wilde Nimrod ook wel bouwmaterialen blijven verkopen. We gaan een toren bouwen stelde hij voor en daar blijven we aan bouwen tot we bij God in Zijn hemel zijn. Ja, zei iedereen toen:
Gen 11: 4 NBV
Ze zeiden: ‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.’
Nou was God al een tijdje niet op aarde geweest. Hij had thuis ook allerlei zorgen. Die Lucifer en trawanten liepen met gele vleugeltjes te protesteren tegen zijn Goddelijk beleid. Ze wilden dat Hij ophield met het veroorzaken van al die natuurrampen. En toen Hij aardgas ging winnen om er traangas van te maken, kwamen er nog meer aardbevingen en werd iedereen nog bozer.
Dat laatste was voor Hem waarschijnlijk de reden om toch maar eens een bezoek te brengen aan het getroffen gebied. Daar schrok Hij Zich een gouden aureooltje toen Hij naar de aarde was afgedaald en zag waar ze mee bezig waren. Die lui probeerden met een toren tot in Zijn hemel door te dringen:
Gen. 11: 5+6 NBV
5 Maar toen daalde de HEER af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. 6 Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal, dacht de HEER, en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik.
God heeft het altijd een beetje verborgen gehouden, welke taal het was die de mensen toen spraken, maar geleerden hebben zich er natuurlijk wel over gebogen. In de 16de eeuw waren velen ervan overtuigd dat die lui Nederlands d.w.z. “Diets” spraken. Ene Jan van Gorp, geboren te Hilvarenbeek in Brabant (Iohannes Goropius Becanus, 1518 – 1572), schreef het boek; ‘Origenes Antwerpianae’, dat in 1569 bij drukker Christoffel Plantijn te Antwerpen werd gedrukt. Hierin toonde hij aan dat “diets” of “douts” wel” d’ou(d)st(e” taal moest zijn (ref.) . Nou was er natuurlijk ook nog een invasie geweest van “zonen van God” en die engelen zouden ook hun Engel-s mogelijk geïntroduceerd hebben. Dat wordt nu immers ook nog overal als tweede taal gesproken!
In ieder geval, we weten het niet, wel dat de communicatie vlot verliep en er efficiënt gebouwd kon worden. Daar moet Ik dus een stokje voor steken, dacht God, en Hij zette z’n ICT personeel aan het werk om wat te sleutelen aan de software die bepaalt wat er o.a. in de taalgebieden van Broca en Wernicke in de hersenen gebeurt (ref.). Ze bouwden een variabele in waardoor niet iedereen meer de zelfde taal sprak. En nadat ze er voor hadden gezorgd dat die update viraal was gegaan, ontstond er redelijke paniek. Als Jan wilde zeggen: “Hier heb je een steen”, hoorde Piet wellicht : “Ik geef je zo een opdonder”. Samenwerken was gewoon niet meer te doen, ieder ging op zoek naar anderen die ze nog wel konden verstaan en hele taalgroepen vertrokken naar verre gebieden.
De stad gaven ze nog de naam “Babel” mee, d.w.z. “verwarring”.
Er zijn enige aanwijzingen dat er toen ook al Fries gesproken werd, want toen die Frizi via Siberië op weg waren naar Friesland, kwamen ze “overal” bergen tegen en noemden het gebied “oeral”, een naam die het nog steeds heeft. Bovendien bouwden ze toen in hun hoofdstad een toren die net als die toren van Babel nooit afgebouwd werd. Dat laatste weten we omdat Nebukadnezar II er een inscriptie over achterliet (ref. ).:
‘Een vroegere koning bouwde hem, maar hij voltooide de spits niet. Al sinds lange tijd hadden de mensen hem, in totale spraakverwarring, verlaten. Toen hadden een aardbeving en de donder zijn zongedroogde leem verstrooid, waren de stenen van zijn omhulsel gebroken en lag de aarde van de binnenkant er in hopen omheen.’
toren van Babel |
oldehove |
Wat moest God toen? Daarover een volgende keer.
---------------------------------------------------------------------------------------------
Klik hier voor de andere delen van Genesis met een glimlach
Een uitgave van Kinderen van God, wat denken ze (wel)?!