OER, een prachtig door Corien Oranje verwoord verhaal, dat
poogt een verbinding te leggen tussen de Bijbel en inzichten vanuit de
Wetenschap. Zeker de eerste hoofdstukken doen al gauw C.S. Lewis-achtig aan. Ik
heb het in één (nou ja twee) adem(s) uitgelezen!
|
OER-man |
Fas/Momu Papoea Nieuw Guinea
Foto: Courtesy Tom Honeyman
(De vraag naar wat voor wetenschappelijke argumenten er zijn
om een verbinding te willen leggen tussen een religieus boek zoals de Bijbel,
de Koran, het Boek van Mormon, de Veda’s etc. en de wetenschappelijke
werkelijkheid, wordt niet gesteld. Ik kan zelf eigenlijk ook niks bedenken, maar het wordt wel telkens weer gedaan :) !
In de eerste hoofdstukken van Oer is het vooral
wetenschap waar je mee te maken krijgt, een meeslepende tocht door de ontwikkelingen van oerknal tot homo
sapiens. Verteld door een meereizende proton, Pro. Knap door Corien vormgegeven
aan de hand van hoe de moleculair biofysicus Cees Dekker, het zich voor zou
stellen. Volledig voorzien van alle nodige elementen: chaos, toeval, wreedheid, macht van de sterkste, doelloosheid...
Maar het moet evolutie worden voor Bijbelgetrouwe
christenen! Dat laatste vereist de inzet van een Schepper, die het hele proces
in werking zet en heeft voorzien van software die de uitwerking minutieus gaat sturen, alles gericht op de creatie van een mens, iemand met wie de Schepper om
kan gaan.
Hier verschilt de visie van Dekker met die van zijn meeste
collega’s, denk ik. De Schepper en dus
de evolutie heeft een bedoeling, een plan. Die chaos, toeval en doelloosheid is geprogrammeerde schijn!
“De Schepper was er, hij was er altijd. Hij bedacht een plan
om iets te maken, iets groots, iets bijzonders, iets ... spectaculairs” (p. 9)
Meestal wordt daar anders over gedacht. Dit las ik bijv. in
een biologieles:
De evolutie heeft geen
einddoel in gedachte bij deze sturing. Alle organismen zijn fantastische toeval
producten van een willekeurig proces zonder vooropgesteld einddoel en zonder
enig streven naar complexiteit. Kortom: de evolutie doet maar wat.
Maar goed, naast die Schepper, naar wier afkomst we maar niet zullen vragen, moet de Bijbel ook aan bod komen. Waren Adam en Eva niet aan de beurt? Nou ja, maar niet al te direct. De gelovigen eerst maar even laten wennen aan hun schuilnamen: Womuntu en Maisha, één echtpaar te midden van de andere ontstane
mensen. Hier lijkt een idee van de derde
deelnemer aan dit boek, de theoloog Gijsbert van den Brink, gestalte te
krijgen. Adam en Eva waren er wel, als onderdeel van de evolutie, als het stel onder vele stellen waarmee de Schepper contact gaat leggen. We hebben het dan over 194.000 jaar na het ontstaan van Homo Sapiens en zo'n 6000 jaar geleden (is mijn inschatting). Daarmee kunnen de gelovigen die in een jonge aarde geloven wellicht ook nog wel uit de voeten :) !
Het verhaal neemt hier afscheid van de wetenschap en we
zetten stappen op weg naar de Bijbelse geschiedenis, eerst nog wat omhuld. Het zijn Womuntu en Maisha die kennismaken met de Schepper en met Hem wandelen à la Genesis
in de hof van Eden. Alle andere ontstane mensen delen mee in deze geweldige ontmoeting.
Maar dan gaat het mis. De perfecte Schepper wist geen
perfecte, betrouwbare schepselen te produceren. Hij wantrouwt hun trouw aan Hem
en laat een bron (= de verboden boom) ontstaan, waar niemand uit mag drinken. Zo kan Hij controleren
of ze hem wel gehoorzaam zijn. Nou, nee hoor. Iedereen denkt dat die bron
magische krachten heeft en ze gaan er allemaal van drinken.
Terwijl normaal gesproken een producent de schuld op zich
neemt als zijn creaties gebreken vertonen, toont de antropomorfe Schepper hier een typisch menselijk
gedrag en schuift de schuld af op zijn producten, zijn schepselen.
Die kunnen het eeuwige leven nu wel vergeten. In zijn
boosheid straft Hij niet alleen de mensen maar wordt de hele natuur van
ontwrichtende krachten voorzien, zoals aardbevingen, tsunami’s, orkanen etc.
Oer laat dat nog maar even buiten beschouwing.
Wel is het
Oer-verhaal diervriendelijk in dat het de mens de schuld geeft voor de
introductie van het kwaad, en niet de slang die al lang daarvoor met een kwade
inborst in die perfecte hof rondliep.
We zijn de verbinding met de wetenschap al een paar
hoofdstukken kwijt als we in hoofdstuk 13 (Doorstart) volledig en zonder stijlfiguren de
geïdealiseerde en gesaneerde Bijbelse geschiedenis binnenstappen.
Ook hier is de Schepper niets menselijks vreemd. Hij geeft
zijn plannen niet zomaar op, ook al mislukken ze keer op keer. Hij blijft zoeken naar een manier om de
mensen voor zich terug te winnen.
De Schepper maakt een doorstart met Abram (p.
79). Hij zal zich best wel een beetje schuldig gevoeld hebben dat hij de rest
van de mensen maar liet stikken en met één persoon en zijn nageslacht verder
ging, maar goed ook als god kun je niet alles tegelijk. Hij had het al een keer
eerder geprobeerd, met Noach en toen voor de zekerheid de rest van de mensen
maar laten verzuipen. Dan kreeg je daar geen gedoe meer mee. Het geschrei van
de kinderen die zich in wanhoop aan hun ouders vastklinken en gorgelend
verdrinken, houdt Hem nog wel eens een nachtje wakker, hoop ik. Oer vermeldt
dat nog wel even terloops zonder er te lang bij stil te staan (p. 80). Over de Schepper wil je ook niet te slecht
denken, toch.
Ok, met Abram loop het niet echt goed af, z’n nageslacht
maakt er ook maar een potje van. Uiteindelijk komen ze in Egypte als slaven
terecht.
Dan gaat de Schepper het nog
eens proberen. Hij bevrijdt de mensen uit Egypte en brengt hen naar Kanaän, het
land waar hun verre voorouders woonden. Met z’n twee miljoenen (Exodus 12:37-38) trekken ze
veertig jaar lang onopgemerkt door de
woestijn om uiteindelijke van Kanaän bezit te nemen. De Schepper had hun
ondertussen een aantal gedragsregels meegegeven, bijv.
“De Schepper en de
medemens liefhebben en zorg dragen voor de natuur” (p. 88) en dat “Het gaat om de liefde” (p.89).
Heel liefdevol werd dan ook kennelijk op bevel van de
Schepper een hele stad (Jericho)
uitgemoord om toegang tot Kanaän te verkrijgen. Oer laat dat ook maar even voor
wat het is, nou ja het bezetten van het land “ging niet altijd op de meest
zachtzinnige manier” (p.92)
Het volk moet uit een paar miljoen hebben bestaan toen ze
weer uit Egypte terugkeerden naar Kanaän
het land waar hun verre voorouders hadden gewoond. Hier pakt de Schepper zijn plan weer op om mensen te
krijgen die met Hem om kunnen gaan, "die Hem zien en Hem eren". Hij gaat dan een
koning aanstellen, David, “een man naar Zijn hart” (p.92) . Onder zijn leiding
moet het wel goed gaan en een volk ontstaan dat aan Zijn doel beantwoordt. David krijgt de belofte van de Schepper mee dat er altijd een afstammeling van hem op de
troon van dit volk (Israël) zal zitten (p. 92).
Helaas, David kan wel hele mooie liedjes schrijven en op de harp spelen,
maar hij kan ook niet van mooie vrouwen afblijven. Hij verleidt er één, verwekt
een kind en laat haar man daarop vermoorden.
“Dit ging tegen alle bedoelingen
van de Schepper in. Maar David heeft er spijt van.” (p.93), lezen we in Oer.
Nou
ja, zand erover, de Schepper had zich weer eens vergist. Zo zou het nooit wat
worden.
“De Schepper zelf zou moeten ingrijpen. De mensen die hij gemaakt had,
zelfs de besten onder hen waren er immers niet toe instaat.” (p 93).
Inderdaad,
de Schepper kwam nog wel wat mensenkennis te kort.
Keerpunt (hoofdstuk
16)
Tja, hoe moet de Schepper dat nu gaan doen? Hij had nog een zoon die voor verreweg het
grootste deel van de Bijbel in anonimiteit was gehuld, maar nu de klassieke
goden allemaal met zonen op de proppen kwamen, moest hij zijn zoon ook maar
eens een meer prominente rol toekennen. Als Hij hem nu eens opnieuw als mens
geboren zou laten worden, dan kan die mooi de leiding over nemen en alles goed
laten komen! De Schepper mag in dit
hoofdstuk nu ook God genoemd worden. Dan volgt het Kerstverhaal, fraai
samengevoegd uit twee conflicterende rapportages. De evangelisten Matteüs en
Lucas komen met volledig afwijkende verhalen. Bij Lucas komen de herders langs
(ruig uitziende mannen (p.100)) en de aardse ouders blijven gewoon waar ze zijn
om het kind te laten besnijden en de langdurige reinigingsrituelen te
volbrengen. Direct daarna keren ze terug naar Galilea. Matteüs laat de wijzen
uit het Oosten langs komen op zoek naar een nieuwgeboren koning, waardoor Herodes
bang werd voor een concurrent en alle jonge jongetjes wilde gaan doden. Een
engel waarschuwt Jozef en Maria. Die vluchten dan onmiddellijk naar Egypte. Pas
als Herodes is overleden keren ze naar Galilea terug. In Oer merk je van deze
discrepanties niks. En er was nog een probleempje waar Oer geen aandacht aan
besteedt. Die afkomst! Deze nieuwe koning moest een zoon van David zijn. Zowel
de schrijver van het Matteüs evangelie als die van Lucas putten kennelijk uit
verschillende legenden, want de genealogieën waar ze meekomen lijken bepaald
niet op elkaar. En ook al zouden ze dat wel doen, dan nog kwam deze jongen niet
uit het geslacht van David, want zijn aardse vader, Jozef, was er bij de
bevruchting zelf niet aan te pas gekomen. Dat had God zelf op Zich genomen!
De Zoon krijgt de naam Jezus en het blijft een beetje vaag
wat er van hem zou gaan worden verwacht. “De redder van Israël” (p. 96) lezen we in Oer, “één geworden met
zijn Schepping om die te kunnen redden ” (p. 98) En Israël? Zou Netanyahu nog iets van hem mogen verwachten?
Tot nu toe heeft Israël zich grotendeel verre van Hem gehouden!
De Satan was ondertussen verhuisd van slang naar de Duivel
himself. Jezus blijkt wel tegen hem opgewassen. Hij wordt dan als hij dertig is een
rondtrekkende en predikende heilige man. Hij weet een twaalftal mannen ertoe te
brengen hun vrouwen en kinderen te verlaten om hem te volgen. Ze mogen die
familie niet meer liefhebben dan Jezus (Matt. 19: 29). Niet dat Oer zich
zorgen maakt om verlaten vrouwen en kinderen. Wel wordt er verteld over allerlei
wetenschappelijk gezien onmogelijke dingen zoals dat Jezus water kon veranderen
in wijn. (p. 107). Het valt Oer niet mee om duidelijk te maken waarvoor deze Jezus
kwam, niet meer dan dat hij een nieuwe wereld aankondigde. Kennelijk kon je
daar nu al in binnen komen, ook al moest je eerst nederig worden als een kind of
wellicht moest je nog wachten tot God
zijn plannen had vervuld (p. 111).
Dan lijkt het allemaal weer mis te gaan, Jezus wordt
gearresteerd en door de Romeinse machthebber Pilatus veroordeeld als
opstandeling, als zelf uitgeroepen “Koning van de Joden” . Hij had het kunnen
ontkennen, maar vond het kennelijk ook wel een eer om zo te mogen sterven. Hij
wist natuurlijk ook wel dat hij drie dagen later weer tot leven zou komen!!
Dat gebeurt dan ook. De bronnen (Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes)
spreken elkaar ook hier al weer tegen, maar de schrijvers van Oer hebben alle verhalen mooi geharmoniseerd. Jezus staat op uit de dood, verschijnt aan enkele
vrouwen en daarna aan de volgelingen zelf.
Dat Hij meer wil doen dan koning worden van een nieuw aan
God gewijd rijk, wordt maar moeizaam duidelijk. De nog steeds ergens aanwezige
Pro vermeldt aarzelend:
“Als ik het goed begrijp, had de dood van Jezus ervoor
gezorgd dat de mensen zelf niets meer hoefden bij te dragen om bij zijn vader
in de gunst te komen. Alles wat ze verkeerd gedaan hadden, wat het ook was- de
Schepper rekende het ze niet aan, maar vergaf het ze. Hij keek zelfs naar ze
alsof ze Jezus zelf waren en niets verkeerd hadden gedaan. Alsof ze de mensen
waren die hij altijd in gedachten had gehad, de mensen die hij bedoeld had. Het
was een totale omkering.”
(De zin van deze dood blijft onduidelijk in Oer. Vreemd genoeg kom
je in dit boek uit Reformatorische en Evangelische hoek, het denken van de
apostel Paulus niet tegen dat in de Evangelische wereld zo wordt uitgelegd dat
Jezus als een brandoffer gestorven was voor de zonden van de mensen, dat God
zo’n offer nodig had om weer met de mensen verzoend te kunnen raken... )
Nou zou je zeggen, dan was het nu klaar. Kon zelfs Hitler
nog op een mooie functie in het nieuwe rijk rekenen! Het blijft onduidelijk hoe
dit gaat werken en Jezus laat het zelf ook maar even rusten. Hij moet nog wat
in de hemel regelen en stijgt voor de ogen van zijn volgelingen de lucht in totdat
hij achter een wolk verdwijnt. Het wetenschappelijke instinct van de
Oer-schrijvers moet hier ineens weer een beetje wakker geworden zijn, want
zonder vleugels en motor opstijgen... dat kan toch niet. Nee, in Oer wordt
Jezus door een mist omsloten en is hij ineens verdwenen. Hij is overgegaan naar
een andere dimensie (p. 127), wordt de volgelingen door een paar engelen
verteld.
Jezus had hen verteld dat hij een plaatsvervanger of zaakgelastigde
sturen zou. Adem zou hij heten, elders
bekend als de Heilige Geest. Die arriveert op Pinksteren.
Dat feest komt er wat bekaaid af. Geen geweldige windvlaag
en tongen van vuur zoals bij het originele verhaal. Geen gelal in vreemde
tongen. Dat Adem gekomen was merkte je aan de nieuwe energie die over de
discipelen gekomen was. Petrus kon ineens zelfs in het Grieks preken en z’n
maatjes ook. Die beheersten ineens wel een twintigtal talen waarmee ze het in
Jeruzalem aanwezige internationale gezelschap de blijde boodschap konden
verkondigen. Geen wonder dat velen in hun verhaal gingen geloven en een nieuwe
gemeenschap gingen vormen, “een familie zoals de Schepper ooit voor ogen gehad
moest hebben”
(Je vindt dit verhaal in o.a. Handelingen 4:32 - 5:11. Van de mensen in deze groep werd min of meer verwacht dat ze hun huizen en akkers zouden verkopen en de opbrengst zouden neerleggen aan de voeten van de leiders van de gemeente. Wie dit deed maar stiekem iets achterhield voor zichzelf, kreeg de doodstraf. Ik denk dat de overgrote meerderheid van de bijbelgetrouwe lezers van Oer dit als sekte zouden bestemmen en niet als “een familie zoals de Schepper ooit voor ogen gehad moest hebben”)
Dan zijn we er toch zou je denken, maar het viel tegen om
iedereen aan te laten sluiten. De Jezus-beweging groeide snel uit in de regio,
maar moest wel concurreren met andere bewegingen in andere regio’s zoals die
rond de god Brahma en de ziener Boeddha. Zeven honderd jaar later kwam de god
Allah ook nog eens op het toneel en drong de invloedssfeer van Jezus weer een
heel eind terug. Oer komt daar niet aan toe en de wereld zag het niet dat dit de familie was zoals
de Schepper die voor ogen had. Ze lijken niet anders dan de andere families, niet
slechter noch beter. Nee het wordt tijd dat Jezus weer eens uit de hemel (sorry,
die ander dimensie) terugkeert en dat plan gaat uitvoeren.
Gelukkig is er nog mañana. Morgen komt het allemaal goed:
“ de Heer (= Jezus) heeft me laten zien wie er echt op de
troon zit: zijn vader. Er komt dus een dag dat zelfs de keizer voor hem zal
buigen. Een dag waarop het kwaad volledig overwonnen is...” (p. 140)
Dat zou nog wel meer dan tweeduizend jaar kunnen duren, de
dag dat Jezus terugkomt uit de andere dimensie. Hij heeft daar vast heel veel
te regelen. Nou en wat dan nog? Oer doet er niet moeilijk over:
“Wat was tweeduizend jaar, vergeleken bij de miljarden jaren
die verstreken waren sinds het moment dat de Schepper met zijn project begonnen
was.” (p. 141)
En toch, het is “niet helemaal geworden wat de Schepper
ervan hoopte” (p.146).
Adem, de Heilige Geest, zou een volk gaan creëren dat
“anders gaat leven, geduldiger wordt, liefdevoller, stopt met verkeerde dingen
doen” (p. 147)
Dat moeten dan de “christenen” zijn. Daar zijn nu een paar miljard van (p. 148). (Hmm, de Bijbelgetrouwe achterban van OER, zou hier de wenkbrauwen bij moeten
fronsen. Zo makkelijk hoor je er niet bij! )
Die twee miljard werd vaak geen keuze gelaten om bij hun
oude goden te blijven of de Schepper van de nieuwe machthebbers te gaan
aanbidden. Om hun liefdevol gedrag te tonen hebben ze miljoenen Afrikanen geknecht, als vee naar
Amerika verscheept, daar als slaaf verkocht en er christenen van gemaakt. Oer
vermeldt dat niet, wel dat er ook nog christenen hebben meegewerkt in de 19e
eeuw om de slavernij af te schaffen. (p.
148). (Ik word van zo'n verhaal altijd een beetje
niet goed. )
De ontwikkeling van de wetenschap, staat ook zo beetje op het
conto van het christendom (p. 148). Nou zijn er in veel regio’s en bij veel
religies perioden geweest van wetenschappelijke vooruitgang en indirect lijkt
de ontwikkeling bij het christendom ook wel te hebben meegewerkt aan het niveau
van onze hedendaagse wetenschap. Zeker
vanaf het humanisme en de reformatie is het verlangen ontstaan om zelf uit te
maken wat je geloofde en zelf na te mogen denken en dat niet te laten bepalen
door kerkelijke en wereldlijke autoriteiten. Ook niet door religieuze boeken,
zoals de Bijbel. Dat gaf licht en wordt ook wel de Verlichting genoemd. Cees
Dekker is daar wel een beetje een voorbeeld van, vind ik, in dat hij toch maar niet
heelhuids aan het genesis verhaal vast wilde houden..
“Ik heb niet genoeg geloof om een Atheïst te zijn” laat Oer
iemand zeggen. Hoeveel geloof moet je wel niet hebben om in dit “Grote Verhaal”
te geloven? Hoeveel Bijbelgetrouwe christenen zullen deze visie accepteren, en dan beginnen we pas. Nu is de zondvloed aan de beurt. Die wacht ook op een wetenschappelijk verantwoorde verbinding met de Bijbel. Mocht dat verhaal even mooi geschreven worden als Oer, dan doe ik het ervoor. Ik hou wel van mooie sprookjes.
---------------------------------------------------------------------------------------------
Klik hier voor de andere delen van Gelezen