maandag 17 december 2018

Mijn Placebo-Kerstkind


Mijn Kerst

Ik moet een jaar of 17 geweest en de hormonen gierden door mijn lichaam. Kerst was net geweest en op het Zaailand in Leeuwarden zou die nacht een vuurwerk ontstoken worden en verzamelde kerstbomen verbrand. Ik voelde me nooit zo alleen als in de Kerst-periodes. M’n vrienden hadden allemaal wel romantisch gezelschap gevonden, maar daar had ik met mijn kippig brilletje weinig zicht op. Het moet in zo’n periode geweest zijn dat ik het volgende gedichtje neerpende:
Kerst, dat is een etalage vol Vrede
En het bordje “vandaag geen verkoop”
Verborgen voor het oog.
Ik mengde me onder de toeschouwers en zag dat ik naast een meisje stond met mooi donker lang haar. Terwijl ik naast haar stond, trok mijn hand zich als door een mysterieuze kracht bewogen naar haar toe en raakte haar hand aan. Geschrokken, gauw weer teruggetrokken. Maar toen kwam haar hand richting die van mij...... We hebben hand in hand het hele schouwspel bekeken. Een ervaring die me diep raakte. Toen het afgelopen was, draaide haar vader, die naast haar stond, zich om en zei: “Kom, we gaan naar huis.” We lieten onze handen los waarop ze met haar ouders wegliep en nog één keer omkeek. Mooi lang donker haar en een bijbehorend kopje, “joods” dacht ik nog. Kon nog even nagenieten waarna het weer donker werd in hart en ziel:

Kerst, dat is de pijn van horend doof
En bovendien
Vanwege het licht, het Licht niet zien.

Dit gedicht was minder een reflectie op het spirituele klimaat van die tijd als een  bekentenis van eigen onvermogen en verlangen naar het aangeraakt worden door een liefdevol “Licht”.

Het pseudo-kerstverhaal van Matheus.

Er is een fraai kerstverhaal dat je niet in de bijbel tegenkomt, maar in de vroege kerk wel heel populair was. Zo populair zelf dat snippers ervan in de Koran terecht zijn gekomen.
Het verhaal begint met het verslag van hoe Maria zelf maagdelijk werd geboren en opgroeide in de tempel. Toen ze 14 was en begon te menstrueren, mocht ze de tempel niet langer bezoedelen en werd ze via een goddelijk lot uitgehuwelijkt aan een oude man, Jozef.
En op een dag toen Maria bezig was water te halen bij een fontein, “verscheen een engel aan haar en zei: ‘Gezegend bent u, Maria. Want in uw schoot hebt u een woonplek toebereid voor de Heer. Want, zie, het hemelse licht zal in u komen wonen en door middel van u over de hele wereld schijnen’ ”
En later, toen ze onderweg waren naar Bethlehem voor de volkstelling stond Maria op het punt om te baren. Ze konden een donkere grot vinden voor privacy, waarop Jozef op weg ging om een kraamvrouw te zoeken. Maria hoefde niet bang te zijn voor het duister want “ Het licht van god scheen zo in de grot dat het noch bij nacht noch bij dag aan licht ontbrak. En daar baarde ze een zoon en de engelen omringden hem toen hij geboren werd. En zodra hij geboren was stond hij op zijn voeten en de engelen aanbaden hem en zeiden: ‘glorie aan God in de hoge en vrede op aarde aan mensen van welbehagen.’

De twee kraamvrouwen die Jozef gevonden had, Zelomi en Salome, konden niet geloven dat  hier een kind geboren was zonder dat er bloed gevloeid had, een maagdelijke geboorte! Salome was vol ongeloof en vroeg toestemming om Maria te onderzoeken. Het maagdenvlies bleek nog geheel in tact! Echter:  “toen ze haar hand weer terugtrok, verdorde hij helemaal en in uitzonderlijke pijn begon ze bitter te huilen” en beleed haar ongeloof.
Daarop verscheen een engel, die zei “ Ga naar het kind en aanbid hem, raak hem aan met uw hand en hij zal u genezen, want hij is de redder van de wereld en alle hoop is op hem gevestigd.”
Ze raakt Jezus dan aan en is ineens weer genezen.

Hand in hand met Jezus.

Jezus aanraken, door Hem aangeraakt te worden, hand in hand te wandelen in het Licht met Hem, dat ligt wel aan de basis van het kind-zijn van God en ik moet dat zelf ook zo ervaren hebben. Het zorgt voor minder leegte, vooral als je dat kunt delen met anderen om je heen, samen bidden, samen zingen, samen God loven, het bindt als niets anders. Maar ook op je knieën, mooie teksten lezen in de Bijbel, je hart naar Hem uitstorten.....

Maar ....
er is natuurlijk nooit iemand (op een natuurlijke manier) maagdelijk geboren en Jezus is gewoon ooit doodgegaan en niet op één of andere mysterieuze wijze alom aanwezig en (niet slechts symbolisch) levend in het hart van de kinderen van god, klaar om aan te raken en aangeraakt te worden. Als Redder van de wereld heeft hij zeker nog geen “acte de presence”  gegeven. "Hand in hand met Jezus" heeft Elvis Presley ook niet kunnen redden:

His Hand in Mine (Elvis Presley)
 Words & Music by Mosie Lister 


You may ask me how I know my Lord is real (my Lord is real)

You may doubt the things I say and doubt the way I feel (the way I feel)

But I know he's real today he'll always be (he'll always be)
I can feel his hand in mine and that's enough for me

I will never walk alone, he holds my hand (he holds my hand)

He will guide each step I take

And if I fall I know he'll understand
Till the day he tells me why he loves me so (he loves me so)
I can feel his hand in mine
That's all I need to know

Placebo Kerstkind.


Maakt het uit als we de bemoediging, de aanraking, het gevoel geliefd te zijn waar we zo naar kunnen verlangen ontlenen aan een placebo kerstkind in ons brein?
Ik denk het wel want het kan niet goed zijn voor je zelf en voor de maatschappij waar je onderdeel van bent om deze belangrijke gevoelens te baseren op sprookjes. Daarvoor hebben we elkaar, onze kinderen, ouders, familie, vrienden, buren nodig en daarvoor zouden we ook open moeten staan voor anderen die bemoediging nodig hebben. Niet wegkijken van alle ellende die er nog is in deze wereld, maar ook genieten van het mooie. Voor mij bijvoorbeeld hardlopen in een wit landschap vol maagdelijke sneeuw.  Dat is nu dan ook Kerst voor mij hoewel ik altijd nog wel kan genieten van de stem van Elvis (is die eigenlijk wel echt dood? :) !)

He Touched Me (Elvis Presley)


Shackled by a heavy burden

‘Neath a load of guilt and shame
Then the hand of Jesus touched me
And now I am no longer the same

He touched me, Oh, He touched me

And Oh what joy that floods my soul
Something happened and now I know
He touched me and made me whole

Since I met this blessed Savior

And since he cleansed and made me whole
I will never cease, never cease to praise Him
I’ll shout it while eternity rolls

Oh He touched me, oh He touched me

And oh the joy that floods my soul
Something happened and now I know
He touched me and made me whole.

Een uitgave van Kinderen van God, wat denken ze (wel)?!

zondag 18 november 2018

Wulfila, de kleine wolf en grote Goot


Wulfila, de kleine wolf en grote Goot.

Gedwongen immigratie

President Trump mag dan proberen om kinderen en hun familie buiten de VS te houden, verwanten van onze voorouders deden het ook wel eens andersom en haalden hele gezinnen naar zich toe. Nou ja, dat was wel een beetje slavenroof natuurlijk, maar vaak wel omdat ze bepaalde kwaliteiten nodig hadden.

Zo woonde er in Capadocië (oostelijk Turkije, toen Griekstalig) een gezin met een waarschijnlijk Gotische vader en Griekse moeder. De Goten waren over de eeuwen heen vanuit Scandinavië (Gotenburg!) zelfs tot aan de Zwarte Zee afgedaald.   En die oude Germaanse verwanten van ons waagden zich zo nu en dan ook aan operatie-tjes  op Grieks gebied en als het kon namen ze dan wat “arbeidskrachten” mee terug naar hun land achter de Donau.   

Zo werd het gezin van de jonge Wulfila ook meegenomen. De ouders waren christenen en Wulfila werd dan ook in het land der Goten christelijk opgevoed. Hij zou daar uitgroeien tot de zendeling der Goten en vertaler van grote delen van de Bijbel in een Germaanse taal. De allereerste vertaling in een aan het Nederlands   (en Nederlandse dialecten ) verwante taal. Hij leefde van   311   tot 382/383
Hier is de eerste regel van het Onze Vader:

                              Atta      unsar     thu      in      himinam, weihnai                 namo     thein
                            vader    van ons   doe/U     in   hemel,   gewijd/geheiligd    naam   dijn/van U. 


“atta” was hun woord voor “vader”, wellicht verwant aan het Friese  “heit”, vaak uitgesproken als [hait] of [haiti]
Hij moest er ook nog een schrift voor bedenken, leende daarvoor van het Grieks en bedacht er zelf nog een paar tekens bij. Zo kwam diezelfde regel er uit te zien:



Wulf-ila (wolf-kleine, zie ook fisk-ila “kleine vis!”) wordt gezien als degene die grote invloed had bij de bekering van de Goten tot het christendom. Zou hij al een beetje het vermoeden hebben gehad dat dat wel eens verkeerd af zou kunnen lopen? Kennelijk heeft hij de oorlogsboeken (zoals Koningen) maar niet vertaald, want het zou de gelovigen wel eens op oorlogszuchtige gedachten kunnen brengen. Maar heeft het geholpen?

Ik hoorde het een gospelzanger laatst nog zeggen: “In de vierde eeuw overwon het christendom het Romeinse rijk.”  Voor kinderen van god een bevestiging van de waarheid van hun geloof. Immers: “al is de leugen nog zo snel, de WAARHEID ....    Maar wat voor “waarheid” en wat voor soort "overwinning" was dat dan?

Er waren best wel grote concurrenten in de vierde eeuw, de verering van Mithras bijv., dat in 307 onder keizer Diocletianus zelfs tot staatsgodsdienst was verheven, het wijdverbreide Manicheïsme waar ook de bekende kerkvader Augustinus nog een tijdlang bij gehoord had en dan binnen het Christendom zelf ook nog allerlei wedijverende stromingen, zoals de volgelingen van Marcion, die ook wel als de “christelijke” kerk bekend stonden, wellicht omdat ze wel Christus erkenden maar niet het Oude Testament en tenslotte waren er twee hoofdstromingen die de winnende versie (ook wel bekend als de Katholieke, i.e  “algemene” kerk) jarenlang  verdeeld zouden houden. Het ging daarbij om een Ariaanse en niet-Ariaanse versie. In de niet—Ariaanse versie had Jezus eeuwig bestaan, maar in de Ariaanse versie was hij ooit door de Vader geschapen. Ene bisschop Arius had dat ooit zo geformuleerd, maar speelde verder in de controversie geen grote rol.


Sign of the Times - Harry Styles

De overwinning

En die "overwinning" moest via de wapenen verkregen worden. Als Jezus dit had kunnen zien had hij zich de haren uit het hoofd getrokken. Toen volgens de overgeleverde verhalen Keizer Constantijn in 310 in een visioen een kruis zag met daarbij de woorden “in dit teken zult gij overwinnen”, liet hij het kruis aanbrengen op de schilden van zijn soldaten, hakte zijn vijanden in de pan en was daarna het christendom zeer toegewijd.    En die godsdienst werd dan ook als snel “gelegaliseerd” en kreeg in de periode 380 – 392  onder keizer Theodosius geleidelijk de status van staatsgodsdienst.  Van Constantijn zelf werd het nooit duidelijk of hij wel echt christen was geworden en welke kant hij dan koos. Hij was vooral uit op rust en eenheid in zijn rijk. Hij verzamelde zoveel mogelijk bisschoppen in Nicea bij elkaar (325) en dwong hen min of meer om met een geloofsbelijdenis te komen. Dat werd een niet-Ariaanse versie met als hoofdthema “de drie-eenheid”.
Om dat kracht bij te zetten vaardigde Constantijn bijvoorbeeld het volgende bevelschrift uit:

“Vervolgens, mochten er door Arius geschreven stukken gevonden worden, dan moeten ze direct aan de vlammen gevoerd worden, zodat niet slechts de slechtheid van zijn leer vernietigd wordt, maar er ook niets over zal blijven dat aan hem zou kunnen herinneren. En ik geef hierbij het openbare bevel dat als er iemand ontdekt wordt die geschriften van Arius heeft verborgen en ze niet onmiddellijk heeft aangebracht en doen verbranden, dat zijn straf de dood zal zijn.....”
— Bevelschrijft van keizer Constantijn tegen de Arianen 

Constantijn veranderde overigens later zelf van gedachte (335) en verbande de tegenstander van Arius, Athanasius, een aantal keren. Uiteindelijk werd hij zelfs vlak voor zijn dood door een Ariaanse priester gedoopt. Volgende keizers stonden helemaal achter het Arianisme en die overtuiging ging in de vierde eeuw als wildvuur door het kerkelijke bestaan, totdat Keizer Theodosius de kant van de drie-eenheid koos  en de geloofsbelijdenis van Nicea weer in ere werd hersteld.

Geschapen Jezus

Ook Wulfila was de Ariaanse versie toegedaan. Kinderen van god die hier iets van weten proberen dat zoveel mogelijk onder de tafel te schuiven want hij wordt vooral gezien als een spirituele held van het vroege christendom. Met zijn afwijzing van de drie-eenheid en het nauwelijks zien van de Heilige Geest als een persoon, zou hij in geen enkele orthodoxe gemeente nu getolereerd worden. Hier is een stukje uit zijn eigen geloofsbelijdenis:

Ik, Ulfila, bisschop en belijder, heb altijd zo geloofd en in dit, het enige ware geloof, maak ik de reis naar mijn Heer.
Ik geloof in één God en Vader, als enige niet verwekt en onzichtbaar,
en in zijn eniggeboren Zoon, onze Heer en God, de ontwerper en schepper van de gehele schepping,
aan wie niemand anders gelijk is (zodat slechts één onder alle wezens God de Vader is, die ook de God is van onze God);
en in één Heilige Geest, de verlichtende en heiligende kracht.......
die noch God (de Vader) noch onze God (Christus) is, maar de dienaar van Christus.....
ondergeschikt en gehoorzaam in alles aan de Zoon, en de Zoon, ondergeschikt en gehoorzaam in alles aan God, die zijn Vader is.....



Lichtbrengers

Het Nederlandse Bijbelgenootschap komt deze maand met een actie om “lichtbrengers” te werven:
 

“Jezus kwam op aarde om licht te verspreiden. Zijn woorden en daden werkten aanstekelijk! Het zette mensen in beweging, een beweging van licht, liefde en vrede. Ook wij mogen Jezus navolgen en licht ontsteken op donkere plekken.”

Uit alles blijkt dat Wulfila zelf wel lichtbrenger probeerde te zijn, maar het christendom dat hij mee hielp groot te worden, zou weinig licht, liefde en vrede brengen. De drie zonen van Constantijn de Grootte, Constantius II, Constantijn II  en Constans, verdeelden na zijn dood in eerste instantie het rijk onder elkaar en vochten elkaar daarna al moordend de tent uit. Constantius II bleef over en had daarmee de macht over het hele Romeinse rijk.
Het had de wereld goed moeten doen en veel kinderen van god geloven ook dat dat gebeurde. De realiteit lijkt wat anders. Het Romeinse rijk begon in verval te raken en de macht verschoof van de adel naar de geestelijkheid.   Vaak wordt er gedacht dat dat kwam doordat “barbaren” Rome aanvielen. Dat waren misschien ook wel “barbaren”, maar dan wel christelijke barbaren en wel de Ariaanse Goten.

Niet dat Wulfila het zo had gewild, in zijn vertaling van de Bijbel, lijkt hij immers met opzet de oorlogsboeken, zoals Koningen, overgeslagen te hebben. Het Ariaanse geloof dat hij mede verspreidde kon zeker ook tot diepe emotionele overgave aan Christus leiden. Daarvan getuigt bijvoorbeeld een overgeleverd verhaal over Sabbas.

Sabbas

 In 369 begon de Gotische koning Tervingi een christenvervolging. In een dorpje in Gotisch Roemenië woonde iemand die we kennen als Sabbas, geboren in 334. In zijn jeugd was hij tot geloof gekomen. Maar toen kwamen de inquisiteurs van Tervingi ook in zijn dorp en dwongen iedereen om heidens offervlees te eten. Zijn dorpsgenoten wilden Sabbas helpen en vervingen stiekem het offervlees door gewoon vlees. Sabbas weigerde echter ook om dat te eten. De dorpsgenoten wisten toen niets beters te doen dan hem het dorp uit te jagen. Na een tijdje kon hij wel weer terugkomen, maar het duurde niet lang of de inquisitie begon opnieuw en toen de vraag werd gesteld of er ook christenen in het dorp waren, stapte Sabbas naar voren en zei: “Ik wil niet dat er ter wille van mij een valse eed gezworen wordt [namelijk dat er hier geen christenen zijn]. Ik ben een christen.” De dorpsgenoten probeerden nog de aandacht af te leiden door te zeggen dat hij maar een arme betekenisloze man was, iemand die noch goed noch kwaad kon doen.
Het moet even gewerkt hebben, want in 372 kon Sabbas nog deelnemen aan een paasfeest samen met de priester Sansalas. Die werd echter gezocht en opgespoord door Atharid, de zoon van een onderkoning van  Tervingi. Samen met Sansala werd Sabbas in z’n blootje door doornstruiken gesleurd, vastgebonden aan een wagenwiel en gegeseld. De volgende dag werd hem weer offervlees aangeboden, maar hij weigerde en stelde voor dat ze Atharid maar moesten zeggen hem te doden. Iemand in het gevolg van Athardi werd zo kwaad dat hij een stamper als een speer naar Sabbas gooide. Die kwam zo hard aan dat omstanders dachten dat hij gedood was. Maar het ding had zelfs geen spoor achtergelaten.
Hij werd ter dood veroordeeld en moest in een zijtak van de Donau verdronken worden. Tijdens de tocht daarnaartoe, bleef Sabbas God prijzen en zijn bewakers wijzen op hun heidense en overspelige daden. De soldaten vonden hem maar een gekke dwaas en overlegden zelfs even om hem maar vrij te laten. Niemand zou het ooit opvallen. Maar Sabbas spoorde hen aan om hun plicht te doen: “waarom praten jullie onzin en doen niet wat je werd verteld.? Jullie zien niet wat ik kan zien. Daar aan de andere kant staan in heerlijkheid de heiligen die zijn gekomen om me te ontvangen.” De soldaten hebben hem toen maar in het water gegooid en met een tak z’n  hoofd ondergehouden tot hij dood was.
Hij wordt nog steeds als heilige geëerd.

Dit verhaal laat wel zien dat het niet veel uitmaakt wat en in wie je  gelooft. De emotionele band met zo’n “god” kan tot de meest irrationele stappen leiden. Ik kan me nog herinneren dat mijn geweten aan me begon te knagen nadat ik tot geloof was gekomen. Ik wilde “in het licht gaan leven” en werd me bewust van zeker nog één verborgen plekje. Op het eindexamenfeestje bij een medeleerlinge thuis was mijn sigaret op de koffietafel gevallen en had daar een gaatje ingebrand. Ik heb er gauw een schoteltje opgezet.
Nu twee jaar later “liet Jezus me zien” dat ik dat moest gaan bekennen en van Hem getuigen. Met lood in mijn schoenen op de fiets naar haar huis. Aangebeld en mijn verhaal verteld en van Jezus geprobeerd te getuigen. Het zweet brak me aan alle kanten uit en van het gesprek kan ik me alleen nog herinneren dat de vader veel meer bezorgd was over mijn toestand en of ik wel veilig weer thuis zou komen  dan over die tafel van hem. Als er iets “christelijk” was in die gebeurtenis was het zijn houding wel en niet mijn reddeloosheid. Het was zeker geen “getuigenis” geworden. Kinderen van god hebben  dit gevoel van dwang ook vaak als ze bijvoorbeeld ergens een maaltijd nuttigen en zich dan genoodzaakt voelen  om om stilte te vragen of ostentatief de handen te vouwen en te bidden voor het eten. Dit werkt zelden als een getuigenis, zelfs vaak slechts vervreemdend.

Clovis


Als het politiek gezien wat anders was gegaan hadden we nu Ariaanse gereformeerden en evangelische gelovigen gehad. Vanaf de bekering van de Frankische koning Clovis tot het Niceense geloof, lijkt het Arianisme onder de Germaanse staten als dominostenen om te vallen en overwint het Katholicisme.
Volgens de legende had Clovis op het dieptepunt van een slag Wodan aangeroepen en om een overwinning gevraagd. Maar de Frankische verliezen bleven doorgaan. Toen dacht hij aan zijn christelijke (Niceense) echtgenote Clothilde, en zei hij het volgende: "God van mijn vrouw: als gij echt zo sterk zijt als mijn vrouw beweert, kom mij dan helpen en laat mij winnen. Dan zal ik mij tot het christendom bekeren." Het tij keerde als bij donderslag. Hij heeft zijn gelofte gehouden en zou zich in 496 bekeerd hebben

Christus dan wel het christendom zette wel mensen in beweging, maar niet automatisch  “een beweging van licht, liefde en vrede”.


woensdag 5 september 2018

EO-reis naar het Rome van de vierde eeuw.


Duisternis


Onder leiding van André Krekel scheepten we ons in in de superluxe coach die ons naar het vierde-eeuwse Rome zou vervoeren. Twee dagen later kwamen we aan. De bus werd op enige afstand van Rome geparkeerd want we wilden niet dat de Romeinen te veel in een keer met de welvaart van het Christendom van de 21ste -eeuw werden geconfronteerd. Er mochten geen consumentchristenen van worden gemaakt.
Maar wat een ellende. Terwijl we door de stinkende straatjes liepen van de stad, hoorden we ineens een enorm gekraak achter ons. We keken om en zagen voor onze ogen een krakkemikkig houten huis van drie verdiepingen in elkaar storten. André liet het verhaal van de barmhartige Samaritaan maar even links liggen en sommeerde ons om snel door te lopen. Dat deden we dan ook maar, tot we een kreet van schrik hoorden uit de mond van een reisgenoot. Z’n hele kop was bedekt met stront en het droop bij z’n nette pak naar beneden. Uit het raam van een bovenverdieping stak een man z’n hoofd naar buiten met een grote pot in z’n handen. Hij schreeuwde wat in het Latijn. André die als theoloog Latijn had geleerd, vertaalde het even. Hij zegt ”Sorry, ik moest die ontlasting kwijt en had jullie zo gauw niet gezien.” Bij een oude straatpomp konden we de ongelukkige ontvanger van die grote maar niet goede boodschap nog wat fatsoeneren.

Dan maar weer verder. Wat ons opviel was dat je regelmatig iemand zag in een soort toga en dan vaak gevolgd door anderen in een soort nachthemd en op blote voeten. “Dat zijn slaven”, fluisterde André dan  , “25 procent van de Romeinen is slaaf .” “Non habens personam” zei hij er nog even geleerd achteraan, “ze bestaan niet als persoon”.

Bij een kruispunt, stopte de reisbegeleider ons en zei dat we hier beter niet rechtsaf konden gaan, want dan kwamen we in een deel van de stad waar veel immigranten woonden en het dus wemelde van de criminelen. We sloegen dan maar links af en wandelden, voortdurend omhoog kijkend, verder tot we een vrouw tegenkwamen die heel moeilijk leek te lopen. Dichterbij zagen we bloed op haar benen en blote voeten. “Een van de vele slecht uitgevoerde abortussen,” vertelde André.

Waar een deur hoorde te zijn hadden vele huizen niet meer dan een lap hangen. Dat maakte me echt wel nieuwsgierig en omdat er toch geen bel te zien was trok ik doldriest zo’n lap aan de kant. Ik kon m’n ogen niet geloven, daar lagen  er twee maar wat in hun blootje op de grond te vrijen terwijl een baby in een soort kist lag te huilen en een jongetje op een stuk brood zat te kauwen. Ik liet de lap maar gauw weer vallen. Van André begreep ik later dat dat hier heel gewoon was.

Licht


Het begon al wat te schemeren toen we op straat een baby’tje zagen liggen met een vieze lap om zich heen. Het kind leefde nog en André zag een kans om zijn christelijke verantwoordelijkheid te tonen. Hij haalde een handdoek uit z’n rugzak en wikkelde het kind daarin. Zo werd hij tenminste bij het dragen zelf niet vies. Maar nou, wat moesten we ermee?  Ergens zag ik een huis dat er net even wat netter uitzag dan de rest. Voor het huis was een vrouw bezig de straat schoon te vegen. André sprak haar aan in zijn beste Kerklatijn. Voordat we het wisten waren we naar binnen geloodst, pakte ze de baby, trok een borst tevoorschijn en gaf het kind te drinken.

Het was netjes binnen en we zagen nog een aantal bedjes met baby’s, die daar heel rustig en tevreden lagen te slapen. Via André hoorden we haar verhaal. Ze ving kleine achtergelaten baby’s op. Zelf was ze heel erg gaan houden van  ene Jezus, die ooit ook zelf een baby’tje in slechte omstandigheden was geweest. Hij was gestorven en weer opgestaan en had er zo voor gezorgd dat haar zonden waren vergeven en ze nu vrede had met God. Die Jezus had haar geïnspireerd om nu iets goeds te doen met haar leven.

Zo is het begonnen, vertelde André op de terugreis en weer terug in de 21ste eeuw. Steeds meer mensen gingen in die Jezus geloven en het ging steeds beter met de mensen in het Romeinse rijk. Vrouwen kregen gelijke rechten, slaven werden bevrijd, ziekenhuizen werden gebouwd, scholen gesticht enz. enz. Zelfs keizer Constantijn ging in Jezus geloven en  een volgende keizer verhief het Christendom zelfs tot staatsgodsdienst.
(Dit gefingeerde verhaal is geïnspireerd op de voorstelling van zaken zoals die bijv. in het boek van EO-schrijver Reinier Sonneveld te vinden is (“De stilte van god”).

Werkelijkheid

Het had zo mooi moeten worden, een wereldrijk gehoorzaam aan Jezus Christus. Zou de uitspraak dan toch nog bewaarheid worden en wordt Jezus eindelijk “de vorst over de koningen der aarde” (openbaringen 1:5) Met zoveel mensen die op de perfect geachte Jezus waren gaan lijken, zou je toch een fantastische samenleving mogen verwachten.

Het heeft niet zo mogen zijn, de verwachte vruchten van het Christendom verdorden al snel. Slaven werden niet vrij, vrouwen kregen geen gelijke rechten, scholing werd iets voor de geestelijkheid. Nou zou je de goddelijke Wereldheerser zelf daar ook wel de schuld van kunnen geven, want hij stond het toe dat het Romeinse rijk langzaam maar zeker economisch en cultureel in elkaar klapte.

Het begon al toe de Hunnen vanuit hun Aziatische steppen naar het Westen trokken en alle Germaanse stammen tussen de Wolga en Rijn in rep en roer brachten. Die trokken op hun beurt naar het Romeinse rijk. Kregen zij geen toestemming om het rijk binnen te trekken, dan kwamen zij toch, in de hoop dat zij het later op een akkoordje konden gooien met de keizer. En het ging hier niet om kleine groepen soldaten, maar om complete volksstammen die vanaf 376 met hun hele hebben en houden de Rijn en de Donau overstaken.

In 408 legde een zelf ook christen geworden Germaanse koning, Alaric, het beleg rond Rome. Er ontstond grote paniek onder de geschatte 800.000 inwoners, er werd zelfs overlegd om de heidense rituelen weer op te pakken in de hoop dat dat zou helpen om de aanval af te slaan. Uiteindelijke kostte het de stad zo’n beetje alles wat er aan goud, zilver, dure kleding, kruiden etc. aanwezig was.

Alaric trok zich terug maar kwam nog twee keer terug. In 409-410 werd Rome volledig geplunderd. West-Europa verviel in de eeuwen daarna tot een primitieve samenleving. Onderscheidde de Romeinse elite zich vooral door haar geletterdheid, na de overwinning van het christendom was het al gauw behendigheid met de wapenen die heren en horigen van elkaar scheidde. Lezen en schrijven werden het voorrecht van de geestelijkheid.  Van dat utopische rijk der Liefde is helaas nooit iets te zien geweest.




Libben, libben, libben, Piter Wilkens  


maandag 9 juli 2018

De Godhelm

De Godhelm


In een experiment aan de Universiteit van Amsterdam werd door Michiel van Elk e.a. een onderzoek gedaan met de Godhelm. Die Godhelm was in onderzoeken elders, door ene Persinger al wel eens voorzien van allerlei elektronica die de temporaalkwab in de hersenen kon stimuleren en je mystieke ervaringen kon bezorgen. 
Bij deze Godhelm van van Elk was de elektronica allemaal nep, terwijl de proefpersonen wel te horen kregen welke geweldige ervaringen ze konden verwachten en een videootje over de mogelijke effecten kregen te zien. Ze droegen de helm 20 minuten lang, werden geblinddoekt en kregen ruis te horen in hun koptelefoon. ("Extase" van Michiel van Elk 2017)
Een flink aantal was kennelijk nogal teleurgesteld over het gebrek aan mystiek dat ze ontvingen maar anderen hadden een buitenlichamelijke ervaring, zagen Jezus, hoorden engelen die hen een speciale boodschap gaven, zelfs genezing werd gerapporteerd.
Het is duidelijk dat ons brein als de omstandigheden daarvoor aanwezig zijn aan diep in ons gelegen verlangens en behoeften een invulling kan geven. Het lijkt mij dat ook dingen die ons sterk bezighouden of waar we krachtig tegen vechten zich zo in een mystieke ervaring kunnen manifesteren. Zoals Paulus bijv. die hard optrad tegen die Yeshua-sekte en toen in een visioen door die Jezus/Yeshua bestraffend werd aangesproken.
Serieuze gelovigen, met name Evangelische kinderen van god hebben ook meestal een moment of anders een periode meegemaakt waarin ze zich bewust werden van wie Jezus voor hen was, degene die hen oneindig en onvoorwaardelijk liefheeft, zich voor hen overgaf en bij wie ze absoluut veilig kunnen zijn. Iemand die je kent en aanvaart zoals je bent, die het je verzekert: “Je bent een geliefd kind van God”   Ik kan me de kippenvelmomenten ook nog wel herinneren waarin ik overspoeld werd door de liefde van God en de armen van zijn Zoon om me voelde. Voor veel gelovigen was dit het moment waarop ze Jezus in hun hart vroegen, een benadering die in de Billy Graham campagnes vrijwel standaard was.

Billy Graham

Onder meer in de zomer van 1954 sprak hij in het afgeladen Olympisch Stadion in Amsterdam 60.000 mensen toe. Het jaar erop, op 30 juni 1955, volgde een optreden in een net zo druk bezocht Feyenoordstadion.

Tijdens deze bijeenkomsten werden mensen uitgenodigd om naar voren te komen en zich aan Jezus over te geven. Als je niet even perfect was als hij, was je een zondaar en moest je “tot Hem komen” en “Hem in je hart toelaten” om vergeving van je zonden en een nieuw leven te ontvangen.


Voor vele duizenden waren dit leven veranderende momenten: het ervaren van Jezus, terwijl het massale koor het zong:
Just as I am without one plea,
But that Thy blood was shed for me.
And that Thou bidst me come to Thee.
O lamb of God, I come, I come
Just as I am and waiting not
to rid my soul of one dark blot
To Thee Whose blood can cleanse each spot.
O Lamb of God, I come, I come.
Just as I am, though tossed about
With many a conflict, many a doubt,
with fears within and foes without,
O Lamb of God, I come, I come.

Just as I am, Thou wilt receive,
Wilt welcome, pardon, cleanse, relieve;
Because Thy promise I believe,
O Lamb of God, I come, I come

Jezus als Godhelm

Die ervaring werkt als een Godhelm.  Als mensen “Jezus in hun hart vragen” is er immers geen Jezus voor handen om in dat hart te komen, maar het effect kan wel radicaal zijn.
Het enige dat voor zo’n ervaring  nodig is, is dat er een soort “Jezus-concept” bestaat en dat concept kan je vanuit je achtergrond, een bevlogen redenaar of andersoortige omstandigheden aangereikt worden. Een concept dat zo krachtig appelleert aan een verlangen naar acceptatie en behoefte om geliefd te zijn, dat ons brein zich al snel gewonnen kan geven en fictie als feit gaat beleven. Graham was er een meester in om de harten (lees breinen) van mensen hiervoor open te doen staan.
De emotionele kant van ons brein kan zo’n ervaring heel goed en onbewust in scene zetten. Daarvoor hoeft er geen Jezus op de ene of andere manier aanwezig te zijn om in je hart te kunnen komen.
“Jezus, (het lam van God)” kwam ooit ook in mijn hart en heeft me zeker 25 jaar voortgedreven en het heeft me nog vele jaren gekost om van die “aanwezigheid” echt bevrijd te worden.
 Zou het ook uitmaken of er ooit wel een Jezus heeft geleefd?

Het Yeshua-concept zonder historische Jezus


Paulus is degene geweest die het Jezus-concept rond het Middellandse Zee gebied aan de man heeft weten te brengen. Maar Paulus zelf wist bijzonder weinig van Jezus. In zijn brieven  kom je geen enkele verwijzing tegen  naar gebeurtenissen of uitspraken van Jezus op een paar na, namelijk die waarop het Jezus-concept werd gebaseerd: Jezus was de Zoon van God. Hij stelde een rituele maaltijd in, werd gekruisigd en stond weer op tot onze redding’
De eerste Jezus-gelovigen moeten geloofd hebben dat Jezus de rituele tempeloffers overbodig had gemaakt. Een enorme belediging voor de Joodse clerici, die de sekteleden rond Jezus hard vervolgden. Paulus was een van de vervolgers en uiteraard buitengewoon gefocust op deze persoon. Deze “Jezus persoon” moet constant door het hoofd van Paulus gespeeld hebben en in zijn dromen en nachtmerries gaan rondspoken. Geen wonder dat hij ineens een “Jezus-ervaring” had en van vervolger de belangrijkste stichter van het Christendom werd.
Paulus krijgt het revolutionaire idee dat de offers die men in het Jodendom bracht ter verzoening van zonden nu vervangend gebracht waren door Jezus, die zich als brandoffer had laten doden. Hij was alleen sterker geweest dan de dood en weer opgestaan en door Hem kon nu iedereen met God verzoend worden.
Paulus leek echter van de woorden en daden van Jezus weinig af te weten. Toch had hij aan de voeten van de bekende Joodse leraar Gamaliël in Jeruzalem zijn religieuze training ontvangen. Dat moet voor 51 AD geweest zijn toen Gamaliël stierf. Jezus zou in 33 AD gekruisigd zijn. Dan had hij toch wel meer van en over hem gehoord moeten hebben....
Zou er wel ooit een Jezus geleefd hebben???
In 2015 kwam het boek uit van Ds. Edward van der Kaaij : De ongemakkelijke waarheid van het Christom. “De echte Jezus onthuld”
Die “Echte Jezus”, betoogde hij, had nooit bestaan, in navolging van schrijvers zoals Timothy Freke & Peter Gandy met “The Jesus Mysteries”  
Jezus heette in de Joodse context “Yeshua” (Jozua), de verlosser die het Joodse volk het beloofde land had binnengebracht, een naam die sterk verbonden was met de krachtige  Messias-verwachting die in die tijd in Israël heerste. Daarnaast heersten er in de omringende culturen allerlei overtuigingen over Goden die uit maagden geboren zonen hadden, gestorven waren en weer opgestaan, een rituele maaltijd hadden ingesteld, bloed vergoten hadden ter verlossing. Historici en godsdienstwetenschappers verwijzen dan naar goden zoals Mithras, Bel, Horus, Krishna, Attis, Dionysus, Persephone.  En uit vroege kerkvaders zoals Justin Martyr en Tertullianus weten we dat ze zich bewust waren van de aanwezigheid van dit soort concepten en bijbehorende religieuze verering en dit beschouwden als door de duivel geïnspireerde kopiëring van de christelijke boodschap. Met name Mithras wordt dan genoemd, maar hij werd al vereerd ver voor het ontstaan van het christendom.
Zou het kunnen  zijn dat de beginnende kerk het ook alleen maar met een “Yeshua-concept” heeft moeten doen? En dat Paulus dit tot een religievormende formule heeft weten om te bouwen?
Van der Kaaij werd in 2015 door zijn PKN kerk in Nijkerk uit het ambt gezet, maar is nu weer aangenomen als predikant in het Belgische Aardenburg. Het gaat er niet om of Christus ooit op aarde geleefd heeft, zegt hij, maar dat je ontdekt “dat Christus in jezelf bestaat”
Zo komen Billy Graham en een ongelovige predikant en Paulus toch nog uit op hetzelfde resultaat: “Christus in U”  (Galaten 2:20 en Romeinen 8:10)!!!
Gelovigen in de eerste eeuw hebben aan dit eenvoudige concept alleen gewoon niet genoeg gehad en er ontstond behoefte aan een meer concrete Jezus. Zo ontstonden de evangeliën die vele jaren later geschreven werden en gevuld met legendarische verhalen en concepten uit de omringende mythologieën.
Maakt het uit of Hij (ontdaan van zijn mythologische omkleding) ooit op aarde heeft rondgewandeld? Eigenlijk helemaal niet en toch... het blijft me intrigeren....

Een uitgave van Kinderen van God, wat denken ze (wel)?!