vrijdag 28 november 2014

De Zondeval


De zondeval



Walk With Me, Lord

Walk with me, Lord; walk with me
Walk with me, Lord;  why won’t you (will you not) walk with me?
While I'm on this, this tedious journey,
I need you, Jesus, to walk with me.
Don't leave me alone, Lord, don't leave me alone
Don't leave me alone, Lord, please, don’t leave me alone.
While I'm on this, this tedious journey,
I need you, Jesus, to walk with me.

Bijv. : Lynda Randle Walk With Me


In het tweede hoofdstuk van Genesis wordt de schepping van de mens (de man) en zijn vrouw nog eens verder uit de doeken gedaan en krijgen we een beeld van de paradijselijke sfeer die er toen heerste. Het gaat om het gebied waar de Tigris en de Eufraat stromen, met plaatsen zoals Bagdad. Wat is er toch gebeurd in de tijd tussen dit paradijs en de huidige misère in dat gebied? Wel daar kunnen we kort over zijn: De Zondeval

Genesis 2:

4 Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen.

De tuin van Eden

In de tijd dat God, de HEER, aarde en hemel maakte, 5 groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de HEER, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken; 6 wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide. 7 Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.

8 God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt. 9 Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad.

10 Er ontspringt in Eden een rivier die de tuin bevloeit. Verderop vertakt ze zich in vier grote stromen. 11 Een daarvan is de Pison; die stroomt om heel Chawila heen, het land waar goud gevonden wordt. 12 (Het goud van dat land is uitstekend, en er is daar ook balsemhars en onyx.) 13 De tweede rivier heet Gichon; die stroomt om heel Nubië heen. 14 De derde rivier heet Tigris; die loopt ten oosten van Assyrië. De vierde ten slotte is de Eufraat.

15 God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken.

 Tot dan toe loopt alles nog aardig naar wens, maar God vertrouwde dat schepsel van Hem toch niet helemaal. Zou hij wel volledig loyaal tegen Hem blijven? Dat moet toch echt wel even getest worden. Nou zouden we tegenwoordig wellicht een verborgen camera plaatsen als we sommige mensen, huishoudelijke hulpen bijvoorbeeld, niet vertrouwen. Maar die had God nog niet tot zijn beschikking, dus bedacht Hij iets anders. Hij liet een boom groeien in het midden van die hof en verbood de mens om daar op straffe van de dood van te eten.

16 Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’

Waarschijnlijk was het ook allemaal wel goed gekomen als God niet een beetje medelijden gekregen had met die mens (die man), want die moest het nog steeds zonder vrouw doen, ook al had Hij hem daar waarschijnlijk al wel fysiek op ingericht. God boetseerde dus een vrouw rond een rib van de man. Dat was de enige keer dat een man ooit bevallen is en het moet zo’n pijn gedaan hebben (ondanks de toegepaste narcose) dat we nu nog altijd zeggen bij grote (financiële) uitgaven dat het ”een rib uit ons lijf” was. Had Hij die man maar eeuwig vrijgezel laten zijn, want die vrouw zou nog zijn val worden.....

18 God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past. 19 Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten. 20 De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste. 21 Toen liet God, de HEER, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam hij een van zijn ribben weg; hij vulde die plaats weer met vlees. 22 Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en hij bracht haar bij de mens. 23 Toen riep de mens uit:

‘Eindelijk een gelijk aan mij,

mijn eigen gebeente,

mijn eigen vlees,

een die zal heten: vrouw*,

een uit een man gebouwd.’

* (Hebreeuws: mannin, later Eva genoemd)

24 Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt.

25 Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar. 

Het leek allemaal zo mooi, lekker in je blootje rond mogen lopen en je voedsel voor het oprapen hebben en als man had je er ook nog een helper bij die dat voedsel mooi voor je plukken en klaar kon maken. Maar echt honderd procent goed was het nou ook weer niet want er sloop (nog niet “kroop”)  een letterlijk addertje door het gras: de slang, het listigste dier van het veld! 

En omdat de Schepper die mens toch niet helemaal vertrouwde, kon Hij mooi dat listige kreng even inzetten om de mens te testen. Eens kijken of die slang de mens ertoe zou kunnen brengen om Hem ongehoorzaam te zijn door van de vruchten van die verboden boom (van kennis van goed en kwaad) te eten.
God wist wel hoe hij drie kon zijn en tegelijk één,  maar een mens scheppen die hem uit vrije wil zou gehoorzamen en tegelijk die vrijheid nooit zou gebruiken om ongehoorzaam te zijn, dat was toch wel even van een andere orde, maar eens zien of dat wel goed zou gaan:

Genesis 3

1 Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ 2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, 3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ 4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’

6 De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.

Wauw, dat was toch echt te veel voor Eva, die lekkere sappige vruchten en vooral de mogelijkheid om kennis te verwerven. Eva wilde niets liever dan wijs worden want het zou eeuwen duren voordat vrouwen weer de gelegenheid zouden krijgen om kennis te verwerven. Ze was haar tijd duizenden generaties vooruit. Kennis verwerven dat kon toch gewoon niet slecht zijn!

Maar helaas haar verlangen naar kennis werd afgestraft met dood en oorlogen en tsunami’s en holocausten en aardbevingen en vliegtuigongelukken en Hitlers en Stalins en hel, heel veel hel.

En toen ze van die vruchten gegeten hadden, wandelden de mensen en God ineens niet meer gezellig samen door de tuin!


 Genesis 3:

8 Toen de mens en zijn vrouw God, de HEER, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor hem tussen de bomen. 9 Maar God, de HEER, riep de mens: ‘Waar ben je?’ 10 Hij antwoordde: ‘Ik hoorde u in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’ 11 ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten?’

Er komt dan een enorme kloof tussen God en de mensen. Ze kunnen niet meer samen wandelen, maar in de mens blijft het verlangen hangen dat het weer goed komt, blijft het verlangen naar warmte, naar liefde, naar veiligheid en geborgenheid en die mens schreeuwt het soms uit: Walk with me, please, why will you not walk with me  ???

Nou ja goed, het zat God ook niet helemaal lekker. Toch wilde Hij het ook niet zomaar door de vingers zien en de straf toch wel even laten voelen. Gelukkig gaf Hij al direct aan dat Hij een plannetje bedacht had om alles weer goed te maken.

Om die relatie weer te herstellen zou God uiteindelijk eerst zijn Zoon (Jezus) op moeten offeren en nu dat dan > 2000 jaar geleden gebeurd is, voelen kinderen van God ook dat door Jezus in hun hart toe te laten ze weer met God mogen wandelen. Dat gevoel, samen met God in het leven te mogen staan, is voor de meeste gelovigen zo troostvol en richting gevend dat ze moeilijk een stap terug kunnen doen en objectief kijken naar het primitieve  en, historisch gezien, onhoudbare karakter van zo'n fraai scheppingsverhaal.

En die oplossing was voorlopig ook nog even niet beschikbaar, want de mensen moesten eerst die scheiding toch maar even (nou ja minstens drieduizend jaar lang) gaan voelen.

Volgende blog:  De Scheiding.


1 opmerking:

  1. Geluķkig zijn wij niet God dat we alles zouden begrijpen en er op een typisch menselijke manier onze gedachten er op nahouden. Belangrijk voor mij dat God bestaat en door Jezus de relatie met God hersteld is.

    BeantwoordenVerwijderen

Geef je eigen mening hier: