dinsdag 4 augustus 2020

Vrouwenfraude

Wat je ook van God kunt zeggen niet dat Hij niet van een grapje houdt. Jacob was naar zijn oom Laban gevlucht en ontmoette daar zijn twee nichten. Daar zat nogal wat verschil tussen:

Genesis 29: (NBV)

16Nu had Laban twee dochters; de oudste heette Lea, de jongste Rachel. 17Lea’s ogen hadden geen glans, maar Rachel was mooi en aantrekkelijk. 

Jacob wordt natuurlijk stapelverliefd op Rachel en vraagt zijn oom om haar hand. Die is nogal commercieel ingesteld en bedingt dat Jacob eerst zeven jaar voor hem werkt.

Jacob vindt dat geen probleem:

20Zo werkte Jakob zeven jaar om Rachel, maar voor zijn gevoel waren het maar een paar dagen, zo veel hield hij van haar.

Dan mag hij eindelijk met haar trouwen, vindt er een groot feest plaats en mag hij voor het eerst (zo hoort het toch) met haar slapen. Nou waren de vrouwen in die tijd ware moslima’s en gingen in de huwelijksnacht volledig in Nikaab gekleed de slaaptent binnen. Ook daar was het pikdonker, want kaarsjes in een tent is een beetje link. In ieder geval ze vrijen en slapen heerlijk samen en als Jacob  ‘s ochtends gapend wakker wordt en zich omdraait om zijn geliefde weer te aan schouwen, schrikt hij zich een aap want daar lijkt zijn schone Rachel meer op te lijken. Hij probeert nog even te kijken of ze wellicht een soort masker draagt, maar nee hoor, wie er naast hem ligt is .... Lea!

Stel je voor, je wordt ‘s morgens wakker en dan lig je niet naast je bruid maar naast haar oma of tante???? Wie zou zich dan niet een aap schrikken, hoewel ...

En God maar lachen! Goeie grap! God was Zich namelijk wat zorgen gaan maken over de belofte die Hij zowel opa Abraham als vader Isaak had gedaan dat hun nageslacht zo talrijk zou worden als de sterren aan de hemel en het zand aan de zee. Maar dat schoot maar niet op en de kinderen van die bijvrouwen, liet God eerst niet meetellen. Dat wilde Hij nu maar wel gaan doen. Hij werd steeds Islamietischer!   Daar heb je dan bij voorkeur wel wat meer vrouwen voor nodig. Eigenlijk zat Hij aan een elftal te denken, niet aan vrouwen maar aan spelers, + één voor op de reservebank.

Goed, Jacob vraagt dan of hij Rachel er niet bij mag huwen. Daar krijgt hij toestemming voor, op voorwaarde dat hij dan nog wel zeven jaar langer blijft werken. Hij mag haar wel direct tot vrouw nemen.

Wat kun je daar nu van verwachten?   God bleef een beetje gemeen doen:

31 Toen de HEER zag dat Jakob minder van Lea hield, opende hij haar moederschoot, terwijl Rachel kinderloos bleef.

Lea schenkt hem dan vijf zonen: 
Simeon, Levi, Juda, Issachar en Zebulon

Met Rachel wil het maar niet lukken. Zij laat haar man dan maar met haar slavin Zilpa slapen, wat Gad en Aser oplevert.

Dat geeft Lea ook en idee en Jacob mag bij haar slavin Bilha slapen. Daar komen Dan en Naftali uit voort.

Nou wou god ook weer niet als te hardvochtig de geschiedenis in gaan en laat Hij Rachel zelf toch ook nog een zoon voortbrengen, Jozef, die met een veelkleurige helm (of was het mantel?) geboren werd. Toen waren er dus genoeg om te gaan voetballen tegen de omringende kannibalen, alleen nog met een leeg reservebankje. En dat was toch niet handig in geval één van hen door die kannibalen opgepeuzeld zou worden. Rachel mocht dat jaren later nog even opvullen, met haar benjamin, die toevallig ook nog Benjamin kwam te heten.

Ondertussen had God Jacob een andere naam gegeven en hem Israël genoemd. Vandaar dat we hiermee de twaalf stammen van Israël compleet hebben.

Harry Styles: Signs of the Times

En God zag dat het goed was.... maar echt goed zou het niet worden .

--------------------------------------------------------------------------------------

Klik hier voor de andere delen van Genesis met een glimlach




donderdag 16 juli 2020

I-saak


Lauren Daigle zingt een liedje dat ook in Nederland tot een tophit werd. Het toont een verlangen dat velen moeten herkennen om onvoorwaardelijk lief gehad te worden. Geliefd door iemand die in je gelooft, die je accepteert zoals je bent, die je op z’n woord kunt vertrouwen, iemand aan wie je je durft over te geven:


You say I am loved when I can’t feel a thing

You say I am strong when I think I am weak

And You say I am held when I am falling short

And when I don’t belong, oh, You say I am Yours

And I believe (I), oh, I believe (I)
What You say of me (I)
I believe




Ik vraag me af hoeveel mensen zich realiseren dat dit een lied is, gericht aan God.  Er is ook maar één regel waarin dit duidelijk wordt:

You'll have every failure God, You'll have every victory, ooh oh

Je moet dit verlangen naar deze onvoorwaardelijke liefde herkennen om te begrijpen waarom mensen in een God gaan geloven aan wie ze deze perfecte liefde toeschrijven. Een placebo voor wat er bij mensen nooit volmaakt gevonden gaat worden.
Het verhaal van Isaak de zoon van Abraham en zijn twee zonen deed me aan placebo-liefde denken.
Toen Abraham zijn zoon Isaak een naam moest geven, moet hij aan de verboden Apple gedacht hebben die zijn voorouders, de eerste mensen, Adam en Eva, gegeten hadden. Van de boom der kennis! Geen wonder dat Abraham zijn zoon I-saak is gaan noemen, een waarachtig Apple kennis product. Had hij kunnen dromen dat er ooit nog een I-Mac, I-Pod, I-Pad, I-Phone en  I-Trump zouden volgen?  Hij had het vast wel I-nteressant gevonden, ook al was dat moeilijk uit te spreken geweest.
Verder zou hij voor Steve Jobs van Apple gekozen hebben, die had toch wat meer I-ndividualiteit dan Bill Gates. Die laatste was hem vast te Micro-SOFT geweest.
I-saak zelf hield ook niet van soft. De strijd tussen stoer en zacht speelde zich in een voorronde al af in de baarmoeder van zijn vrouw:

Genesis 25: NBV

22 De kinderen in haar lichaam botsten hard tegen elkaar. Als het zo moet gaan, dacht ze, waarom leef ik dan nog? En ze ging bij de HEER te rade. 23

De HEER zei tegen haar:

‘Twee volken zijn er in je schoot,
volken die uiteengaan nog voor je hebt gebaard.
Het ene zal machtiger zijn dan het andere,
de oudste zal de jongste dienen.’

24Toen de dag van de bevalling was gekomen, bracht zij inderdaad een tweeling ter wereld. 25Het kind dat het eerst tevoorschijn kwam was rossig en helemaal behaard, alsof het een haren mantel aanhad; ze noemden het Esau. 26

Toen daarna zijn broer tevoorschijn kwam, hield die Esau bij de hiel beet; hij werd Jakob genoemd. Isaak was zestig jaar toen zij geboren werden.


Christelijke gelovigen zien in de verhalen van het Oude Testament allemaal verwijzingen naar Jezus en naar toekomstige gebeurtenissen. Esau en Jakob zouden dan kunnen verwijzen naar Steve Jobs van Apple en Bill Gates van Microsoft.

Net zoals Bill Gates met zijn Windows-systeem het systeem van Steve Jobs kopieerde, zo kopieerde Jacob het voorkomen van zijn broer Esau.

Dat ging zo. I-saak had veel meer op met zijn zoon Esau:

27 Toen de jongens opgegroeid waren, werd Esau een uitstekend jager, iemand die altijd buiten was, terwijl Jakob een rustig man was, die het liefst bij de tenten bleef. 28 Isaak was zeer op Esau gesteld want hij at graag wildbraad, maar Rebekka hield meer van Jakob. 


I-saak had dan ook bepaald dat Esau een paar minuten eerder geboren was en recht had op het grootste deel van de erfenis (het eerstgeboorte recht).

Die Jacob was wel niet harig maar wel slim en wist zijn broer dat eerstgeboorterecht te ontfutselen:

29 Eens was Jakob aan het koken toen Esau uitgeput thuiskwam van de jacht. 30 ‘Gauw, geef me wat van dat rode dat je daar kookt, ik ben doodmoe,’ zei Esau tegen Jakob. (Daarom wordt hij ook wel Edom genoemd.) 31‘Pas als jij me je eerstgeboorterecht verkoopt,’ antwoordde Jakob. 32 ‘Man, ik sterf van de honger,’ zei Esau, ‘wat moet ik met dat eerstgeboorterecht?’

33 ‘Zweer het me nu meteen,’ zei Jakob. Dat deed Esau, en zo verkocht hij zijn eerstgeboorterecht aan Jakob.

34 Daarop gaf Jakob hem brood en linzensoep. Esau at, dronk en ging meteen weer weg; hij hechtte geen enkele waarde aan het eerstgeboorterecht.


Toen Pa op sterven lag, ging het erop aankomen. Hij bedacht dat hij nog wel zin had in een hartig stukje wildgebraad. Daarna zou hij het testament tekenen en aan Esau geven......

27: Toen Isaak oud geworden was en zijn ogen zo zwak waren geworden dat hij niet meer kon zien, riep hij Esau bij zich, zijn oudste zoon. ‘Mijn zoon,’ zei hij. ‘Wat wilt u mij zeggen?’ vroeg Esau. Toen zei Isaak: ‘Luister, ik ben oud, iedere dag kan voor mij de laatste zijn. Neem daarom je jachtgerei, je pijlkoker en je boog, ga het veld in en schiet een stuk wild voor me. Maak dat voor me klaar zoals ik het lekker vind en breng me dat te eten; het zal mij de kracht geven om je te zegenen voordat ik sterf.’

Moeder Rebekka hoort dit, roept haar zoon Jacob en bedenkt een plan om de ouwe man voor de gek te houden.

.” 8 Doe jij nu precies wat ik je zeg, mijn zoon. 9 Ga naar de kudde en zoek twee malse bokjes voor me uit. Die maak ik dan voor je vader klaar zoals hij het lekker vindt. 10 Daarna breng jij ze je vader te eten, en dan zal hij jou voor zijn dood zegenen.’

Maar goed daarmee ben je er nog niet, want als vader z’n zoon wil strelen zal het grijze haar hem te berge reizen als hij geen haar meer voelt op de armen van zijn zoon.

Daar heeft moeder Rebekka ook iets voor bedacht. Ze had de vellen huid van de bokjes bewaard, knipte die in keurige lapjes, vond een tube vel-pon en plakte ze op de huid van Jacob. Om het nog overtuigender te maken laat ze Jacob kleren van Esau aantrekken met de geur van het veld.

Het had geen haartje gescheeld of het plan was toch nog mislukt. Die stem! Jacob was een tenoortje en Esau een bas. Hoe zou dat aflopen?

De smaakpapillen van die bejaarde heer kunnen niet optimaal meer gewerkt hebben als een stukje tam vlees niet van het vlees van een wilde berggeit te onderscheiden was en z’n gehoor had ook wel betere tijden gekend, maar toch.. hoe zou dit aflopen. Jacob gaat naar zijn vader:


18 ‘Vader,’ zei hij. ‘Ja, mijn zoon,’ zei Isaak, ‘wie ben je?’ 19Jakob antwoordde zijn vader: ‘Ik ben Esau, uw eerstgeboren zoon. Ik heb gedaan wat u me hebt gevraagd. Kom, ga overeind zitten en eet van wat ik heb geschoten; dat zal u de kracht geven om mij te zegenen.’ 20‘Hoe heb je zo snel iets kunnen vinden, mijn zoon!’ zei Isaak. En hij antwoordde: ‘Doordat de HEER, uw God, alles zo gunstig voor me liet verlopen.’

I-saak heeft nog twijfels:

 21 Toen zei Isaak tegen Jakob: ‘Kom eens wat dichterbij, mijn zoon, zodat ik kan voelen of je inderdaad mijn zoon Esau bent of niet.’ 22 Jakob kwam dichter bij zijn vader staan en deze betastte hem. Het is Jakobs stem, dacht hij, maar het zijn Esau's handen. 23 Omdat Jakobs handen even behaard waren als die van zijn broer Esau, herkende Isaak hem niet en dus zegende hij hem. 24‘Ben je echt mijn zoon Esau?’ vroeg hij nog. ‘Ja,’ antwoordde Jakob. 25 Toen zei hij: ‘Zet het wildbraad dan dichter bij me, zodat ik ervan kan eten, mijn zoon, en de kracht vind om je te zegenen.’ Jakob zette het dichter bij hem en Isaak at ervan. Ook bracht hij hem wijn, en hij dronk ervan. 26 Toen zei Isaak tegen Jakob: ‘Kom eens dichterbij, mijn zoon, en kus me.’ 27
Hij kwam dicht bij hem staan en kuste hem.

I-saak ruikt zijn kleren, ruikt zijn zoon Esau en spreekt dan de zegen over Jacob uit.

Dat was dus weer mooi geregeld. Rebekka heeft nog wel wat moeite moeten doen om die met vel-pon vastgeplakte geitenhuiden weer van z’n lichaam te verwijderen en het zal wel eens even een beetje pijn gedaan hebben, maar dan had je ook wat!

Nou ja, dan had je ook wat?  Een broer inderdaad die van plan was je te vermoorden. Moeder Rebekka had dat al gauw in de gaten en laat Jacob vluchten naar familie ver weg. Daar weet hij zich met allerlei sluwheid (of was het slimheid) te verrijken. Doet dat nog ergens aan denken?

Maar als Steve Jobs niet van wildbraad hield en Bill Gates niet houdt van kamperen in een tentje,  dan zitten die toch kennelijk niet in dit verhaal opgesloten. Maar Jezus Christus dan, die moet er toch wel in verborgen zitten?

In Gal.3:27 lezen we:

Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.

Jacob had zich ook met Esau bekleed! En zo kon hij door zijn vader bemind worden!
In Oer, het Grote Verhaal (Oer) lees je, dat door het bloed van Jezus...  


“Hij zelfs naar ze (de gelovigen??) keek  alsof ze Jezus zelf waren en niets verkeerd hadden gedaan.”

Die rode soep die uitgewisseld werd, roept associaties op met het rode bloed van Jezus toen hij stierf voor de vergeving van onze zonden.

Ik heb zelf ooit in een preek (boodschap) dit verhaal zo uitgelegd. Esau als beeld van Jezus. Als Esau vermomd kon jij bij God de Vader in de gunst komen, Hij zag je dan als Esau, sorry Jezus.

En mijzelf ? Nou die zag Hij kennelijk niet meer! 

---------------------------------------------------------------------------------------------

Klik hier voor de andere delen van Genesis met een glimlach

maandag 25 mei 2020

Oer


OER, een prachtig door Corien Oranje verwoord verhaal, dat poogt een verbinding te leggen tussen de Bijbel en inzichten vanuit de Wetenschap. Zeker de eerste hoofdstukken doen al gauw C.S. Lewis-achtig aan. Ik heb het in één (nou ja twee) adem(s) uitgelezen!
OER-man
Fas/Momu Papoea Nieuw Guinea
Foto:  Courtesy Tom Honeyman
(De vraag naar wat voor wetenschappelijke argumenten er zijn om een verbinding te willen leggen tussen een religieus boek zoals de Bijbel, de Koran, het Boek van Mormon, de Veda’s etc. en de wetenschappelijke werkelijkheid, wordt niet gesteld. Ik kan zelf eigenlijk ook niks bedenken, maar het wordt wel telkens weer gedaan :) !

In de eerste hoofdstukken van Oer is het vooral wetenschap waar je mee te maken krijgt, een meeslepende tocht  door de ontwikkelingen van oerknal tot homo sapiens. Verteld door een meereizende proton, Pro. Knap door Corien vormgegeven aan de hand van hoe de moleculair biofysicus Cees Dekker, het zich voor zou stellen. Volledig voorzien van alle nodige elementen: chaos, toeval, wreedheid, macht van de sterkste, doelloosheid...

Maar het moet evolutie worden voor Bijbelgetrouwe christenen! Dat laatste vereist de inzet van een Schepper, die het hele proces in werking zet en heeft voorzien van software die de uitwerking minutieus gaat sturen, alles gericht op de creatie van een mens, iemand met wie de Schepper om kan gaan.
Hier verschilt de visie van Dekker met die van zijn meeste collega’s, denk ik.  De Schepper en dus de evolutie heeft een bedoeling, een plan. Die chaos, toeval en doelloosheid is geprogrammeerde schijn!

De Schepper was er, hij was er altijd. Hij bedacht een plan om iets te maken, iets groots, iets bijzonders, iets ... spectaculairs” (p. 9)

Meestal wordt daar anders over gedacht. Dit las ik bijv. in een biologieles:

 De evolutie heeft geen einddoel in gedachte bij deze sturing. Alle organismen zijn fantastische toeval producten van een willekeurig proces zonder vooropgesteld einddoel en zonder enig streven naar complexiteit. Kortom: de evolutie doet maar wat.

Maar goed, naast die Schepper, naar wier afkomst we maar niet zullen vragen, moet de Bijbel ook aan bod komen. Waren Adam en Eva niet aan de beurt? Nou ja, maar niet al te direct. De gelovigen eerst maar even laten wennen aan hun schuilnamen: Womuntu en Maisha, één echtpaar te midden van de andere ontstane mensen.  Hier lijkt een idee van de derde deelnemer aan dit boek, de theoloog Gijsbert van den Brink, gestalte te krijgen. Adam en Eva waren er wel, als onderdeel van de evolutie, als het stel onder vele stellen waarmee de Schepper contact gaat leggen. We hebben het dan over 194.000 jaar na het ontstaan van Homo Sapiens en zo'n 6000 jaar geleden (is mijn inschatting). Daarmee kunnen de gelovigen die in een jonge aarde geloven wellicht ook nog wel uit de voeten :) ! 

Het verhaal neemt hier afscheid van de wetenschap en we zetten stappen op weg naar de Bijbelse geschiedenis, eerst nog wat omhuld. Het zijn Womuntu en Maisha die kennismaken met de Schepper en met Hem wandelen à la Genesis in de hof van Eden. Alle andere ontstane mensen delen mee in deze geweldige ontmoeting.
Maar dan gaat het mis. De perfecte Schepper wist geen perfecte, betrouwbare schepselen te produceren. Hij wantrouwt hun trouw aan Hem en laat een bron (= de verboden boom)  ontstaan, waar niemand uit mag drinken. Zo kan Hij controleren of ze hem wel gehoorzaam zijn. Nou, nee hoor. Iedereen denkt dat die bron magische krachten heeft en ze gaan er allemaal van drinken.

Terwijl normaal gesproken een producent de schuld op zich neemt als zijn creaties gebreken vertonen, toont de antropomorfe Schepper hier een typisch menselijk gedrag en schuift de schuld af op zijn producten, zijn schepselen.
Die kunnen het eeuwige leven nu wel vergeten. In zijn boosheid straft Hij niet alleen de mensen maar wordt de hele natuur van ontwrichtende krachten voorzien, zoals aardbevingen, tsunami’s, orkanen etc. Oer laat dat nog maar even buiten beschouwing.

Wel is het  Oer-verhaal diervriendelijk in dat het de mens de schuld geeft voor de introductie van het kwaad, en niet de slang die al lang daarvoor met een kwade inborst in die perfecte hof rondliep.

We zijn de verbinding met de wetenschap al een paar hoofdstukken kwijt als we in hoofdstuk 13 (Doorstart) volledig en zonder stijlfiguren de geïdealiseerde en gesaneerde Bijbelse geschiedenis binnenstappen.
Ook hier is de Schepper niets menselijks vreemd. Hij geeft zijn plannen niet zomaar op, ook al mislukken ze keer op keer.   Hij blijft zoeken naar een manier om de mensen voor zich terug te winnen. 
De Schepper maakt een doorstart met Abram (p. 79). Hij zal zich best wel een beetje schuldig gevoeld hebben dat hij de rest van de mensen maar liet stikken en met één persoon en zijn nageslacht verder ging, maar goed ook als god kun je niet alles tegelijk. Hij had het al een keer eerder geprobeerd, met Noach en toen voor de zekerheid de rest van de mensen maar laten verzuipen. Dan kreeg je daar geen gedoe meer mee. Het geschrei van de kinderen die zich in wanhoop aan hun ouders vastklinken en gorgelend verdrinken, houdt Hem nog wel eens een nachtje wakker, hoop ik. Oer vermeldt dat nog wel even terloops zonder er te lang bij stil te staan (p. 80).  Over de Schepper wil je ook niet te slecht denken, toch.
Ok, met Abram loop het niet echt goed af, z’n nageslacht maakt er ook maar een potje van. Uiteindelijk komen ze in Egypte als slaven terecht.  

Dan gaat de Schepper het nog eens proberen. Hij bevrijdt de mensen uit Egypte en brengt hen naar Kanaän, het land waar hun verre voorouders woonden. Met z’n twee miljoenen (Exodus 12:37-38) trekken ze veertig jaar lang onopgemerkt  door de woestijn om uiteindelijke van Kanaän bezit te nemen. De Schepper had hun ondertussen een aantal gedragsregels meegegeven, bijv. 

“De Schepper en de medemens liefhebben en zorg dragen voor de natuur” (p. 88)  en dat “Het gaat om de liefde” (p.89).

Heel liefdevol werd dan ook kennelijk op bevel van de Schepper een hele stad  (Jericho) uitgemoord om toegang tot Kanaän te verkrijgen. Oer laat dat ook maar even voor wat het is, nou ja het bezetten van het land “ging niet altijd op de meest zachtzinnige manier” (p.92)
Het volk moet uit een paar miljoen hebben bestaan toen ze weer uit Egypte terugkeerden naar Kanaän  het land waar hun verre voorouders hadden gewoond. Hier pakt de  Schepper zijn plan weer op om mensen te krijgen die met Hem om kunnen gaan, "die Hem zien en Hem eren". Hij gaat dan een koning aanstellen, David, “een man naar Zijn hart” (p.92) . Onder zijn leiding moet het wel goed gaan en een volk ontstaan dat aan Zijn doel beantwoordt. David krijgt de belofte van de Schepper mee dat er altijd een afstammeling van hem op de troon van dit volk (Israël) zal zitten (p. 92).  
Helaas, David kan wel hele mooie liedjes schrijven en op de harp spelen, maar hij kan ook niet van mooie vrouwen afblijven. Hij verleidt er één, verwekt een kind en laat haar man daarop vermoorden. 

Dit ging tegen alle bedoelingen van de Schepper in. Maar David heeft er spijt van.” (p.93), lezen we in Oer. 

Nou ja, zand erover, de Schepper had zich weer eens vergist. Zo zou het nooit wat worden. 

De Schepper zelf zou moeten ingrijpen. De mensen die hij gemaakt had, zelfs de besten onder hen waren er immers niet toe instaat.” (p 93). 

Inderdaad, de Schepper kwam nog wel wat mensenkennis te kort.

Keerpunt  (hoofdstuk 16)

Tja, hoe moet de Schepper dat nu gaan doen?  Hij had nog een zoon die voor verreweg het grootste deel van de Bijbel in anonimiteit was gehuld, maar nu de klassieke goden allemaal met zonen op de proppen kwamen, moest hij zijn zoon ook maar eens een meer prominente rol toekennen. Als Hij hem nu eens opnieuw als mens geboren zou laten worden, dan kan die mooi de leiding over nemen en alles goed laten komen!  De Schepper mag in dit hoofdstuk nu ook God genoemd worden. Dan volgt het Kerstverhaal, fraai samengevoegd uit twee conflicterende rapportages. De evangelisten Matteüs en Lucas komen met volledig afwijkende verhalen. Bij Lucas komen de herders langs (ruig uitziende mannen (p.100)) en de aardse ouders blijven gewoon waar ze zijn om het kind te laten besnijden en de langdurige reinigingsrituelen te volbrengen. Direct daarna keren ze terug naar Galilea. Matteüs laat de wijzen uit het Oosten langs komen op zoek naar een nieuwgeboren koning, waardoor Herodes bang werd voor een concurrent en alle jonge jongetjes wilde gaan doden. Een engel waarschuwt Jozef en Maria. Die vluchten dan onmiddellijk naar Egypte. Pas als Herodes is overleden keren ze naar Galilea terug. In Oer merk je van deze discrepanties niks. En er was nog een probleempje waar Oer geen aandacht aan besteedt. Die afkomst! Deze nieuwe koning moest een zoon van David zijn. Zowel de schrijver van het Matteüs evangelie als die van Lucas putten kennelijk uit verschillende legenden, want de genealogieën waar ze meekomen lijken bepaald niet op elkaar. En ook al zouden ze dat wel doen, dan nog kwam deze jongen niet uit het geslacht van David, want zijn aardse vader, Jozef, was er bij de bevruchting zelf niet aan te pas gekomen. Dat had God zelf op Zich genomen!
De Zoon krijgt de naam Jezus en het blijft een beetje vaag wat er van hem zou gaan worden verwacht. “De redder van Israël  (p. 96) lezen we in Oer, “één geworden met zijn Schepping om die te kunnen redden ” (p. 98) En Israël?  Zou Netanyahu nog iets van hem mogen verwachten? Tot nu toe heeft Israël zich grotendeel verre van Hem gehouden!

De Satan was ondertussen verhuisd van slang naar de Duivel himself. Jezus blijkt wel tegen hem opgewassen. Hij wordt dan als hij dertig is een rondtrekkende en predikende heilige man. Hij weet een twaalftal mannen ertoe te brengen hun vrouwen en kinderen te verlaten om hem te volgen. Ze mogen die familie niet meer liefhebben dan Jezus (Matt. 19: 29). Niet dat Oer zich zorgen maakt om verlaten vrouwen en kinderen. Wel wordt er verteld over allerlei wetenschappelijk gezien onmogelijke dingen zoals dat Jezus water kon veranderen in wijn. (p. 107). Het valt Oer niet mee om duidelijk te maken waarvoor deze Jezus kwam, niet meer dan dat hij een nieuwe wereld aankondigde. Kennelijk kon je daar nu al in binnen komen, ook al moest je eerst nederig worden als een kind of wellicht moest je nog wachten tot  God zijn plannen had vervuld (p. 111).

Dan lijkt het allemaal weer mis te gaan, Jezus wordt gearresteerd en door de Romeinse machthebber Pilatus veroordeeld als opstandeling, als zelf uitgeroepen “Koning van de Joden” . Hij had het kunnen ontkennen, maar vond het kennelijk ook wel een eer om zo te mogen sterven. Hij wist natuurlijk ook wel dat hij drie dagen later weer tot leven zou komen!!
Dat gebeurt dan ook. De bronnen (Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes) spreken elkaar ook hier al weer tegen, maar de schrijvers van Oer hebben alle verhalen mooi geharmoniseerd. Jezus staat op uit de dood, verschijnt aan enkele vrouwen en daarna aan de volgelingen zelf. 
Dat Hij meer wil doen dan koning worden van een nieuw aan God gewijd rijk, wordt maar moeizaam duidelijk. De nog steeds ergens aanwezige Pro vermeldt aarzelend:

“Als ik het goed begrijp, had de dood van Jezus ervoor gezorgd dat de mensen zelf niets meer hoefden bij te dragen om bij zijn vader in de gunst te komen. Alles wat ze verkeerd gedaan hadden, wat het ook was- de Schepper rekende het ze niet aan, maar vergaf het ze. Hij keek zelfs naar ze alsof ze Jezus zelf waren en niets verkeerd hadden gedaan. Alsof ze de mensen waren die hij altijd in gedachten had gehad, de mensen die hij bedoeld had. Het was een totale omkering.”

(De zin van deze dood blijft onduidelijk in Oer. Vreemd genoeg kom je in dit boek uit Reformatorische en Evangelische hoek, het denken van de apostel Paulus niet tegen dat in de Evangelische wereld zo wordt uitgelegd dat Jezus als een brandoffer gestorven was voor de zonden van de mensen, dat God zo’n offer nodig had om weer met de mensen verzoend te kunnen raken... )

Nou zou je zeggen, dan was het nu klaar. Kon zelfs Hitler nog op een mooie functie in het nieuwe rijk rekenen! Het blijft onduidelijk hoe dit gaat werken en Jezus laat het zelf ook maar even rusten. Hij moet nog wat in de hemel regelen en stijgt voor de ogen van zijn volgelingen de lucht in totdat hij achter een wolk verdwijnt. Het wetenschappelijke instinct van de Oer-schrijvers moet hier ineens weer een beetje wakker geworden zijn, want zonder vleugels en motor opstijgen... dat kan toch niet. Nee, in Oer wordt Jezus door een mist omsloten en is hij ineens verdwenen. Hij is overgegaan naar een andere dimensie (p. 127), wordt de volgelingen door een paar engelen verteld.

Jezus had hen verteld dat hij een plaatsvervanger of zaakgelastigde  sturen zou. Adem zou hij heten, elders bekend als de Heilige Geest. Die arriveert op Pinksteren.
Dat feest komt er wat bekaaid af. Geen geweldige windvlaag en tongen van vuur zoals bij het originele verhaal. Geen gelal in vreemde tongen. Dat Adem gekomen was merkte je aan de nieuwe energie die over de discipelen gekomen was. Petrus kon ineens zelfs in het Grieks preken en z’n maatjes ook. Die beheersten ineens wel een twintigtal talen waarmee ze het in Jeruzalem aanwezige internationale gezelschap de blijde boodschap konden verkondigen. Geen wonder dat velen in hun verhaal gingen geloven en een nieuwe gemeenschap gingen vormen, “een familie zoals de Schepper ooit voor ogen gehad moest hebben

(Je vindt dit verhaal in o.a. Handelingen 4:32 - 5:11. Van de mensen in deze groep werd min of meer verwacht dat ze hun huizen en akkers zouden verkopen en de opbrengst zouden neerleggen aan de voeten van de leiders van de gemeente. Wie dit deed maar stiekem iets achterhield voor zichzelf, kreeg de doodstraf. Ik denk dat de overgrote meerderheid van de bijbelgetrouwe lezers van Oer dit als sekte zouden bestemmen en niet als een familie zoals de Schepper ooit voor ogen gehad moest hebben”)

Dan zijn we er toch zou je denken, maar het viel tegen om iedereen aan te laten sluiten. De Jezus-beweging groeide snel uit in de regio, maar moest wel concurreren met andere bewegingen in andere regio’s zoals die rond de god Brahma en de ziener Boeddha. Zeven honderd jaar later kwam de god Allah ook nog eens op het toneel en drong de invloedssfeer van Jezus weer een heel eind terug. Oer komt daar niet aan toe en de wereld zag het niet dat dit  de familie was zoals de Schepper die voor ogen had. Ze lijken niet anders dan de andere families, niet slechter noch beter. Nee het wordt tijd dat Jezus weer eens uit de hemel (sorry, die ander dimensie) terugkeert en dat plan gaat uitvoeren.

Gelukkig is er nog mañana. Morgen komt het allemaal goed:

de Heer (= Jezus) heeft me laten zien wie er echt op de troon zit: zijn vader. Er komt dus een dag dat zelfs de keizer voor hem zal buigen. Een dag waarop het kwaad volledig overwonnen is...” (p. 140)

Dat zou nog wel meer dan tweeduizend jaar kunnen duren, de dag dat Jezus terugkomt uit de andere dimensie. Hij heeft daar vast heel veel te regelen.  Nou en wat dan nog? Oer doet er niet moeilijk over:

Wat was tweeduizend jaar, vergeleken bij de miljarden jaren die verstreken waren sinds het moment dat de Schepper met zijn project begonnen was.” (p. 141)

En toch, het is “niet helemaal geworden wat de Schepper ervan hoopte” (p.146).

Adem, de Heilige Geest, zou een volk gaan creëren dat “anders gaat leven, geduldiger wordt, liefdevoller, stopt met verkeerde dingen doen” (p. 147)
  
Dat moeten dan de “christenen” zijn.  Daar zijn nu een paar miljard van (p. 148). (Hmm, de Bijbelgetrouwe achterban van OER, zou hier de wenkbrauwen bij moeten fronsen. Zo makkelijk hoor je er niet bij! )

Die twee miljard werd vaak geen keuze gelaten om bij hun oude goden te blijven of de Schepper van de nieuwe machthebbers te gaan aanbidden. Om hun liefdevol gedrag te tonen hebben ze  miljoenen Afrikanen geknecht, als vee naar Amerika verscheept, daar als slaaf verkocht en er christenen van gemaakt. Oer vermeldt dat niet, wel dat er ook nog christenen hebben meegewerkt in de 19e eeuw om de slavernij af te schaffen.  (p. 148).  (Ik word van zo'n verhaal altijd een beetje niet goed. )

De ontwikkeling van de wetenschap, staat ook zo beetje op het conto van het christendom (p. 148). Nou zijn er in veel regio’s en bij veel religies perioden geweest van wetenschappelijke vooruitgang en indirect lijkt de ontwikkeling bij het christendom ook wel te hebben meegewerkt aan het niveau van onze hedendaagse wetenschap.  Zeker vanaf het humanisme en de reformatie is het verlangen ontstaan om zelf uit te maken wat je geloofde en zelf na te mogen denken en dat niet te laten bepalen door kerkelijke en wereldlijke autoriteiten. Ook niet door religieuze boeken, zoals de Bijbel. Dat gaf licht en wordt ook wel de Verlichting genoemd. Cees Dekker is daar wel een beetje een voorbeeld van, vind ik,  in dat hij toch maar niet heelhuids aan het genesis verhaal vast wilde houden..

Ik heb niet genoeg geloof om een Atheïst te zijn” laat Oer iemand zeggen. Hoeveel geloof moet je wel niet hebben om in dit “Grote Verhaal” te geloven?  Hoeveel Bijbelgetrouwe christenen zullen deze visie accepteren, en dan beginnen we pas. Nu is de zondvloed aan de beurt. Die wacht ook op een wetenschappelijk verantwoorde verbinding met de Bijbel. Mocht dat verhaal even mooi geschreven worden als Oer, dan doe ik het ervoor. Ik hou wel van mooie sprookjes.

---------------------------------------------------------------------------------------------

Klik hier voor de andere delen van Gelezen


zaterdag 16 mei 2020

Korano-virus


Als je één ding van Allah (subhanahu wa ta'ala) kunt zeggen, niet dat Hij niet goed wist wat je tegen virussen kon doen. Nadat Hij Zijn profeet Mohammed (vzmh) de Koran had laten dicteren, zou er al gauw een korano-virus de kop opsteken. Om zijn volgelingen daartegen te beschermen liet hij de vrouwen mondkapjes en volledige gezicht en lichaam bedekkende kleding dragen! De Boerka en de Niqaab. 
Caveat: dit verhaal is gebaseerd op basisfeiten, maar gehuld in veel speelse fantasie. 

De mannen werden minder beschermd, maar door het zo te regelen dat iedere man, die zich dat kon veroorloven, 4 vrouwen mocht huwen, zou dat ook wel in evenwicht blijven.

De kiem van dat islamofobische virus moet in de tijd van Abraham/Ibrahim zijn ontstaan en mogelijk veel later vanuit een lab in het Witte Huis zijn ontsnapt (of vrijgelaten?). Deze aartsvader was beloofd dat zijn nageslacht tot een groot volk zou worden, maar hij was al 85 en zijn vrouw 75 en de voor het vervullen van die belofte nodige zoon was nog steeds niet geboren. Beide in de Korano-virus gevoelige leeftijd, dus. Ze besloten daarop dat het veiliger was die zoon maar via een draagmoeder geboren te laten worden en een slavin van Sara, Hagar, werd aan Abraham/Ibrahim als vrouw gegeven. Dat resulteerde inderdaad in een zoon Ismaël/Ishmael.

Toen er even later de nodige mondkapjes beschikbaar kwamen en er veilig gevreeën kon worden, werd Sara alsnog zwanger en baarde Isaäk.

Via wie moest nu dat grote volk gaan ontstaan? Yahweh, de god van Joden en christenen, en zijn collega, Allah (SWT), kregen daar grote ruzie over. Volgens Allah (SWT) was Ishmaël de favoriete zoon van Ibrahim. Die Isaäk was meer een ongelukje. Ishmael was de zoon die bereid was geweest om opgeofferd te worden. Maar Yahweh hield het op Isaäk en liet Abraham al zijn andere zonen onterven. De ontwikkelingen bij Ishmael zijn in het Westen wat minder bekend. Voor de geïnteresseerden hier over hem dan nog wat meer informatie.

Het verhaal van Ishmael

Ibrahim wist het: Ishmael zou tot een groot volk worden en daarom vroeg hij zich af wat nu wel het Mekka voor zijn zoon zou kunnen zijn. Nou Mekka, natuurlijk! Dus zij met z'n drieën, vader, draagmoeder Hagar en zoon op weg naar Mekka. Ishmael was toen groot genoeg en hoefde door zijn draagmoeder niet langer gedragen te worden.

In Mekka aangekomen, keek Ibrahim rond om te zien hoe hij zich nog een beetje nuttig kon maken. Een reisbureau leek hem wel wat, maar dan moest er ook een toeristische attractie komen. Nou wat is er niet aantrekkelijker dan een grote holle kubus, een Kaaba. Samen met zijn zoon hebben ze die dan gebouwd midden in Mekka. Toen dat klaar was zetten ze minaret.net op, een G7 netwerk dat middels minaretten over de hele wereld reclame zou maken. Gelovigen werden daarbij opgeroepen om toch minstens één keer in hun leven mee te doen aan de Hadj, een reis naar Mekka.

Aangekomen in Mekka kunnen ze meedoen aan een hardloopwedstrijd en 7 keer heen en weer lopen tussen twee bergen buiten Mekka: Al-Safa en Al-Marwah.

Dat getal 7 is belangrijk, want toen ze in Mekka aangekomen waren, kreeg Ibrahim op een gegeven moment weer zin om terug te keren naar zijn zoon Isaäk. Hagar vraagt hem dan nog aan wie hij haar en zijn zoon dan wel toevertrouwt. Aan Allah (SWT), zegt Ibrahim, waarop Hagar haar geloof in die god bevestigt.

Toch lijkt het dan even niet goed te gaan, want er ontstaat een hittegolf en er is niet genoeg water voor haarzelf en haar zoon. Ze loopt op zoek naar water in paniek 7 keer heen en weer tussen de bergen Al-Safa en Al-Marwah. Als ze na 7 keer terugkomt bij haar zoon, zit hij in het zand te krabben en wat gebeurt er? Spontaan komt er water opborrelen. Net waar je als hardloper aan toe bent! De ontstane bron heet ZamZam en als je ter nagedachtenis deze zelfde loop gelopen hebt, krijg je daar waarschijnlijk nu een flesje AAdrank. Hagar en Ishmaël zullen dat water in eerste instantie wel samsam gedeeld hebben, hoewel er volgens de overleveringen later ook een hele stam ( de Jurhum) mee aanschoof.

Ishmael trouwt een vrouw uit deze stam, maar als vader Ibrahim dan weer eens langs rent op zijn e-kameel en niet met open armen door de vrouw ontvangen wordt, moet zij van hem tegen haar man zeggen “de drempel van hun huis te vervangen”. Ishmael snapt dat dit betekent dat hij van zijn vrouw moet scheiden en een ander huwen. Die is wel lief voor Ibrahim en ze mag tegen haar man zeggen dat zijn vader “blij is met deze drempel”. Zij mag dan blijven en voor nageslacht zorgen want uit hem zou eenmaal de profeet (vzmh) geboren worden (en alle andere Arabieren) !

---------------------------------------------------------------------------------------------

Klik hier voor de andere delen van Genesis met een glimlach

zaterdag 29 februari 2020

TRUMP-kaart

Voor een vollediger weergave, klik hier
God was er al vroeg bij om een dating service te beginnen, maar niet voor iedereen natuurlijk, exclusief voor hoger uitverkorenen. Abraham zelf was na de dood van vrouw Sara, ook al weer gauw aan het daten geslagen. “Dating voor 150-plussers” moet die site geheten hebben. Gods logboek is niet erg transparant over hoe dat precies gegaan is, maar het is niet onwaarschijnlijk dat Abraham al zijn jonge slavinnen op één bepaalde site heeft verzameld en zo zijn keuze heeft gemaakt. Ketura was de gelukkige, nu ja dat hoop je dan maar. Ze heeft wel 6 zonen en wie weet hoeveel dochters nog moeten baren:

Gen 25: 1 NBG 51
1 En ​Abraham​ nam wederom een vrouw, Ketura geheten. 2En zij baarde hem Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach.

Door een kleine onoplettendheid in de annalen, weten we dat Abraham nog wel een aantal meerdere (bij)vrouwen heeft gehad en een enorm aantal erfgenamen, natuurlijk. Dat erven ging mooi niet door, want zijn lievelingszoon was Isaak en die moest het bedrijf overnemen en het geslacht voortzetten. De andere kinderen heeft Papa nog wel een paar kadootjes meegegeven en toen de verre wereld in gestuurd:

Gen 25: 5 NBG 51
5Abraham​ nu gaf alles wat hij had aan ​Isaak6maar aan de zonen van de bijvrouwen, die ​Abraham​ had, gaf ​Abraham​ geschenken, en hij zond hen, nog bij zijn leven, weg van zijn zoon ​Isaak, oostwaarts, naar het Oosterland.



“Oostwaarts” naar het “Westerland” had natuurlijk ook gekund als God hem al had laten weten dat de wereld rond was, maar daar was God nog niet aan toe gekomen. Was wel leuk geweest, dan hadden ze wellicht onderweg de lage landen ook nog aangedaan en in schapenvacht gekleed onze in berenhuiden geklede voorouders ontmoet. Wellicht nog wel doorgegeven waar Abraham de mosterd pleegde te halen..

In ieder geval, mooi opgeruimd, dan kon hij zich nu op Isaak richten. Ismaël, die via een draagmoeder als zijn eigen zoon ter wereld was gekomen, was er overigens ook nog steeds, die zou hem later nog samen  met Isaak gaan begraven:

Gen 25: 7-9  NBG 51

7Dit nu was het getal der jaren van ​Abrahams​ leven, die hij geleefd heeft: honderd vijfenzeventig jaar. 8En ​Abraham​ gaf de geest en stierf in hoge ouderdom, oud en van het leven verzadigd, en hij werd vergaderd tot zijn voorgeslacht. 9En zijn zonen ​Isaak​ en ​Ismaël​ ​begroeven​ hem in de spelonk van Makpela,

Maar goed Abraham was nog niet dood en kon zich zo tenminste concentreren op zijn Isaakje. Die zoon, die baarde hem wel zorgen, want hij begon te puberen en een beetje rond te hangen met de meiden om hem heen. 

Zolang hij maar handelde zoals Abraham deed, was het God overigens wel goed. Zijn Zoon zou dat later nog eens heel duidelijk verkondigen, toen lui claimden dat zij ook zonen van Abraham waren

Johannes 8:39

 

39 ‘Onze vader is Abraham,’ zeiden ze. Maar Jezus zei: ‘Als u echt kinderen van Abraham bent, zou u moeten doen wat Abraham deed.

Dus als we even op een rijtje zetten wat Abraham deed, dan hoeft Isaak verder niet erg na te denken om een goede zoon te zijn:

Abraham:

Verzamelde zeer veel rijkdom
Had geen problemen met liegen om het eigen hachje te sparen.
Trouwde drie keer en had nog wat scharreltjes
Zorgde voor het verwijderen van  personen die hem in de weg stonden.
Had een leger aan slaven en slavinnen.

Gods futuroscopisten vertelden Hem nog enthousiast over een machtig persoon duizenden jaren later, die ook precies zou doen wat Abraham deed, inclusief een heel leger aan evangelische politieke slaven en slavinnen.

Met Abraham had God dus wel een Trump-kaart getrokken!!!

En wat Isaak betreft, die moest natuurlijk wel met een vrouw van de juiste afkomst trouwen, iemand uit een uitverkoren geslacht. Nou was dat een beetje een probleem, want dat uitverkoren geslacht was pas met Abraham begonnen en dan heb je nog niet zoveel om uit te kiezen. Dan maar iemand uit de naaste familie, een dochter van zijn broer Nachor, bijvoorbeeld.

De daarvoor benodigde date moest dan maar door zijn beste knecht geregeld worden en die moest hem beloven zeker geen vrouw van de omringende Kanaänieten uit te kiezen. Dat mocht hij wel zweren, en aangezien er nog geen bijbel was om je hand op te leggen bij het zweren van een belofte, moest dat dan maar op de lies van Abraham.....


Gen. 24:6 NBV
 ‘Leg je hand in mijn lies: 3ik wil dat je me bij de HEER, de God van hemel en aarde, zweert dat je voor mijn zoon geen vrouw zult zoeken onder de ​Kanaänieten, tussen wie ik hier woon; 4ik wil dat je naar het land gaat waar ik vandaan kom, naar mijn ​familie, en dat je daar voor mijn zoon ​Isaak​ een vrouw zoekt.’

Nou was Gods geschiedschrijver wel eens wat eufemistisch bezig, want wat we van Lies-je kunnen leren,  niet dat ze Lotje leerde lopen, maar dat wie beloftes gaat zweren ballen moet hebben. We leren daarover bij de Romeinen.

Wanneer twee Romeinse mannen elkaar een officiële belofte deden of eed zwoeren, pakten ze ter bevestiging elkaars klokkenspel vast. Ook was het in de Romeinse tijd gebruikelijk dat mannen, voordat ze de rechtbank ingingen om een getuigenis af te leggen, hun rechterhand op hun balzak legden ten teken dat ze een betrouwbaar getuigenis zouden afleggen. 

Gecastreerde mannen mochten dan ook in een Romeinse rechtszaal niet getuigen! (ref.)

Nou had die knecht wel geen bijbel, maar hij was gelukkig heel erg liesvast en vertrok dus gelijk met een heel stel kamelen en een enorme rijkdom aan geschenken naar de stad van Nachor.
Zodra de zoon en dochter van Nachor de meegevoerde schatten zagen, zou het pleit al gauw beslecht zijn. Abraham had het al wel in de gaten, als je iets aan de man wilt brengen (een vrouw of een religie..) , kun je het maar beter in een charitatief jasje verpakken.

Hoe dat allemaal verliep, een volgende keer.

---------------------------------------------------------------------------------------------

Klik hier voor de andere delen van Genesis met een glimlach

donderdag 16 januari 2020

Gesodemieter

Voor een vollediger weergave, klik hier
Abraham was toch wel opgelucht dat hij zijn zoon uiteindelijk niet als brandoffer hoefde op te offeren. Het idee om weer opnieuw bij Sara een zoon te moeten verwekken had hem bepaald niet enthousiast gemaakt. Daar had hij minstens 25 jaar z’n best voor gedaan zonder veel succes, nou ja totdat God (of koning Abimelek) hem er uiteindelijk een handje bij hielp.

Hij moest daar vaak aan terugdenken, de dag dat hem definitief een zoon was beloofd. Hij moest nog 100 worden. Op zich wel een mooie leeftijd om een zoon te krijgen, dan kon je makkelijk onthouden hoe oud hij was. Hoefde je er maar 100 vanaf te trekken. Was jij 135, dan was hij ongeveer 35! Niks mis mee en wat gebeurde er veel in die tijd. Eerst komt God, himself, bij hem op bezoek, vergezeld door twee andere “heren”, bodyguard-engelen kennelijk, wat te zien was aan de doodskop-tatoeages op hun bovenarmen. Hij had hen nog een rustplek onder een boom en eten aangeboden, want zelfs God was moe en had honger en Sara maakte iets lekkers voor hen klaar. 



Gen. 18: 4 NBG51
Laat toch een weinig water gehaald worden, en wast uw ​voeten​ en vlijt u neder onder de boom; 5 dan wil ik een bete broods gaan halen, opdat gij uw ​hart​ versterkt;


Nou had God al eens een hele dag gerust nadat Hij de aarde en alles erop en eraan in elkaar had gezet: 


Gen 2: 2 NBG51
Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte Hij op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt had.


Maar dat was alweer een tijdje geleden en God en zijn heren namen het aanbod dan ook dankbaar aan. Het moet een fraai gezicht zijn geweest om God zo languit op de grond onder die boom te zien liggen, maar het is nog maar de vraag of Abraham wel echt iets gezien heeft, want God kun je immers niet zien. Hij heeft dat ooit aan Zijn biograaf, Mozes, heel duidelijk gemaakt: 


Exodus 33: 20 NBG51
Hij zeide: Gij zult mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens zal Mij zien en leven.


Daarom kunnen we ook wetenschappelijk wel vaststellen dat mensen met een bijna dood ervaring, God in ieder geval niet gezien kunnen hebben! Sommigen menen dat het om een voortijdige verschijning van Zijn zoon, Jezus, ging. Wie zal het zeggen?




Larnelle Harris, Sandi Patty - I've Just Seen Jesus [Live]

Maar goed, wat Abraham dan wel zag of waarachter God zich verschool, zullen we wel nooit weten. Feit is dat God Abraham nog eens nadrukkelijk beloofde dat hij binnen een jaar een zoon zou hebben. Daarna gingen ze weer op pad en vergezelde Abraham hen een eindje. Tijdens dit afscheid kreeg God ineens een sterke behoefte om eens iets met een ander te delen. Daar had Hij eigenlijk nooit de gelegenheid toe. Met die engelen van Hem was een gesprek vaak veel te vluchtig en er waren nog wel wat meer goden in andere sferen, maar daar had Hij zelden contact mee. Dan Abraham maar: 

Gen. 18: 17 NBG51
De HEER dacht: Waarom zou ik voor ​Abraham​ geheimhouden wat ik van plan ben?

En Hij fluisterde Abraham in:

20 ‘Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun ​zonden​ zijn ongehoord groot. 


Sodom en Gomorra, daar woonde zijn neef Lot, maar die was toch wel OK. En wat was God dan wel niet van plan:


21 Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die Ik over hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. Dat wil Ik weten.’

Nou had Abraham altijd gedacht dat God alles al wist, maar dat viel gelukkig ook nog wel een beetje mee. Misschien kon hij God nog allerlei verwoestende plannen uit het hoofd praten. En Abraham begint dan God op Zijn geweten aan te spreken. “Stel dat er nog wel 50 goede mensen in die steden wonen, dan ga je (sorry gaat U) toch niet alles en iedereen verwoesten ?!” “Nee hoor”, antwoordt God dan, “zo ben ik niet, als er 50 rechtvaardigen zijn, laat ik iedereen leven !” Dan gaat Abraham het wat moeilijker maken. Stel nou dat er maar 45 zijn, en 40 dan en 30 en... hij gaat tot tien door en God blijft beloven in dat geval iedereen te vergeven en in leven te laten. Als ik Abraham was geweest, had ik het met nog eens tien minder ook geprobeerd 😊 ! Zo van: “en als er nu nog eens tien minder waren” Als God dan even niet had nagedacht had iedereen wellicht gewoon mogen blijven leven.......

Maar goed, God hoeft niet verder dan tien te tellen en gaat daarna verstoppertje spelen. Hij gaat niet zelf naar Sodom, maar laat het vuile werk aan Zijn engelen der wrake over. Die komen met hun tweeën in Sodom aan. Daar worden ze door Lot, de neef van Abraham, ontvangen en mogen in zijn huis overnachten. Nou liepen in Sodom alle mannen in roze kleding rond en met een oorbel in het rechteroor, er waren niet eens 10 anders gekleed, zelfs de baby’tjes hadden roze luiers om. En omdat God dat in die tijd nog erg slecht vond, zag het er niet erg goed uit voor die stad en helemaal niet toen ze massaal uitliepen naar het huis van Lot om iets met die twee nieuwe heren te beginnen. Lot was nog wat naïef en weet niet wat hij er mee aan moet. Hij biedt hen dan zijn dochters maar aan:

Gen. 19:7 NBG51
7‘Maar vrienden, zoiets kunnen jullie toch niet doen!’ zei hij. 8‘Luister, ik heb twee dochters die nog nooit met een man geslapen hebben. Die zal ik bij jullie brengen, doe met hen wat jullie willen. Maar laat die mannen met rust, ik heb hun niet voor niets een veilig onderkomen geboden.’


Nou weten die engelen gelukkig de meute met blindheid te slaan, zodat ze onbevredigd afdruipen, maar God vond ook wel dat Lot dat goed en rechtvaardig op had willen lossen. Ene Petrus had dat ooit van Hem vernomen en gepubliceerd, namelijk dat God ...

2 Petr. 2:7-8  NBG51
 “ ... de rechtvaardige Lot gered heeft die zwaar te lijden had door de wandel in losbandigheid van de zedelozen; (want deze rechtvaardige heeft, toen hij in hun midden woonde, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel door het zien en horen gekweld en met hun wetteloze werken)”

Lot, zijn vrouw en twee dochters moeten zich onmiddellijk klaar maken om te vertrekken. Pas de volgende ochtend kwamen ze in een veilige stad, Soar, aan. En toen ze op het punt stonden die stad binnen te gaan, begon God vuurwerk te ontsteken en liet zwavel en vuur op Sodom en de streek er omheen regenen. Het moet een enorm spektakel en prachtig gezicht geweest zijn. Helaas zijn de vuurwerkslachtoffers niet te redden geweest, ook de roze baby’tjes niet.

Maar Lot en zijn gezin mochten er niet naar kijken, want de engelen hadden hun streng bevolen niet stil te staan en om te kijken. Deden ze dat wel dan zouden ze verdelgd worden. Moet je Lot zijn vrouw zijn en denken dat je een Lot uit de loterij gewonnen hebt, dan wil je toch wel even omkijken naar waar je aan ontkomen bent.... Helaas bezegelde dat haar lot en hoewel God niet iemand is om op alle slakken zout te leggen heeft de vrouw van Lot het nog nooit zo zout gegeten want ze werd in een ware zoutpilaar omgetoverd....

26 Maar zijn vrouw, die achter hem liep, zag om, en werd een zoutpilaar.

Of Lot dat zout der aarde de volgende dag nog even heeft opgezocht en omarmd en afscheid van haar genomen, weten we niet.

Het was echter niet prettig wonen in Soar en Lot trekt met zijn dochters de bergen in en gaat wonen in een spelonk, in een zeer eenzame en onherbergzame streek:

Gen 19: 30 NBG51
En ​Lot​ trok op uit Soar en vestigde zich met zijn beide dochters op het gebergte, want hij durfde niet in Soar te blijven, en hij ging wonen in een spelonk, hij met zijn beide dochters.


De dochters hadden geen ambitie om non te worden maar wel een sterke kinderwens. Dat zou daar nooit wat kunnen worden:

Gen 19:31 NBG51
En de ​eerstgeborene​ zeide tot de jongste: Onze vader is oud, en daar is geen man in het land om tot ons te komen, naar de gewoonte der gehele aarde.


Nou ja, er was natuurlijk nog wel één zaaddonor aanwezig:

Gen 19: 32 NBG51
Kom, laten wij onze vader ​wijn​ te drinken geven en bij hem nederliggen, opdat wij door onze vader aan nakroost het leven geven.


En als de wijn is in de man....

Gen 30: 33 NBG51
Toen gaven zij in die nacht haar vader ​wijn​ te drinken, en de ​eerstgeborene​ ging naar binnen en legde zich bij haar vader neder, zonder dat hij er iets van merkte toen zij zich nederlegde of toen zij opstond. 


De andere dochter volgt hetzelfde recept en beide worden acuut zwanger.

De rechtvaardige Lot heeft nooit iets gemerkt. Waarover zou hij gedroomd denken te hebben?  God heeft hij vast wel bedankt voor de wonderbare maagdelijke geboorte van twee kleinzonen, negen maand later.


---------------------------------------------------------------------------------------------

Klik hier voor de andere delen van Genesis met een glimlach

woensdag 18 december 2019

Piemelpret


                                                                                  Voor een vollediger weergave, klik hier

God moet ooit naar ons beeld zijn geschapen, niets menselijks is Hem immers vreemd. Want wie twijfelt er soms niet aan of je accountant wel de beste deals voor je treft, of je partner wel echt van je houdt en of je beste vriend je wel door dik en dun zou steunen als het erop aankomt?
Om een vriend of vriendin aan je te binden kun je ervoor kiezen om een tatoeage aan te laten brengen op zijn of haar lichaam, bij voorkeur met jouw naam. Daar komen ze dan lastig weer van af.   Of je bedenkt een test waaruit de liefde, dan wel vriendschap moet blijken.

God had ook een beste vriend, nou ja, eigenlijk maar één vriend, Abraham. Hij had ook nog wel een  hele serie naamvrienden die allemaal het teken van trouw aan Hem op hun lichaam droegen. Maar die hadden niet zoveel keus gehad.......

Om zijn vriendschap met Abraham te bevestigen had God namelijk iets bedacht, een op het lijf gekerfd teken van eeuwige trouw: Laat Abraham maar een stukje van zijn piemel opofferen, gewoon die voorhuid wegknippen als teken van verbondenheid.

Genesis 17:  NBG51
10 Dit is mijn ​verbond, dat gij zult houden tussen Mij en u en uw nageslacht: dat bij u al wat mannelijk is ​besneden​ worde; 11gij zult het vlees van uw voorhuid laten ​besnijden, en dat zal tot een teken van het ​verbond​ zijn tussen Mij en u. 

Gelijk dus ook maar voor alle mannetjes in zijn huishouding inclusief de menselijke “spullen”, zijn mannelijke slaven. Dat worden dan wel naamvrienden, maar goed..... :

12 Wie acht dagen oud is, zal bij u ​besneden​ worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: zowel wie in uw ​huis​ geboren is, als wie van enige ​vreemdeling​ voor ​geld​ is gekocht, doch niet van uw nageslacht is. 13 Wie in uw ​huis​ geboren is en wie door u voor ​geld​ gekocht is, moet voorzeker ​besneden​ worden; zo zal mijn ​verbond​ in uw vlees zijn tot een eeuwig ​verbond

Je vraagt je af hoe dat gegaan is. Mozes, de biograaf van Abraham rept er niet over, maar je kunt je allerlei scenario’s voorstellen. Het zou wel eens, inclusief de slaven om een paar honderd man hebben kunnen gaan. Abraham was ook een krijgsheer en vocht met zijn slavenleger stammenoorlogen uit.

Waarschijnlijk in één keer aanpakken, aan de lopende band afhandelen. Alle mannen op een rij met hun piemel in de hand. Abraham eerst, bij hemzelf, met een scherp stuk steen of bamboereep of wat voor messen ze toen ook maar hadden. Probeert zijn pijn te onderdrukken. Dat duurt lang en moet efficiënter...    Hoe dan?


God had ooit nog eens een aantal krachtige kerels uit donker Afrika voor Abraham aangekocht.  Handige jongens bedreven in de houtsnijkunst. Die dan maar tot Piemelpieten promoveren.  Eerst bij zichzelf oefenen en daarna de rest aanpakken. Om het wondvocht weg te vegen werden ook nog een paar Veegpieten aangesteld.  Dan dus aan de slag!

Naarmate de Piemelpieten dichterbij kwamen werden die piemels steeds kleiner en schrompelden verder in elkaar. Bij de laatste moest er zelfs naar gezocht worden!!

Het moet een bloedige boel geweest zijn en waar ze die voorhuiden gelaten hebben is onbekend. Er werd toen ook nog niet gescheiden ingezameld en er was nog geen bio-container. Waarschijnlijk werden ze voor de leeuwen geworpen. Dat trucje haalde God wel vaker uit.  Probleem was wel dat die leeuwen de smaak te pakken kregen en er gaan verhalen rond dat toen de eerste eunuchen zijn ontstaan!!!

Abraham heeft zich vast wel eens afgevraagd of God zelf ook een piemel had die besneden kon worden, hij was immers volgens Zijn vriend naar Zijn beeld geschapen. Maar goed, dat vraag je God natuurlijk zomaar niet. En de vrouwen die hadden maar weer mazzel, die hebben mooi een paar weken rust gehad.  
Waren die trouwens ook volgens God naar Zijn beeld geschapen? Was God dan eigenlijk transgender? Dat zou wel mooi zijn voor de LBGT- of zowaar de LGBTQIAP-gemeenschap.

Maar goed, dan kan je vriend of vriendin wel een tatoeage met jouw naam op het lijf hebben of als bewijs van trouw aan Jou besneden zijn, dat bekent nog niet dat je volledig op die persoon aankunt.

God vroeg zich dat bij Abraham ook regelmatig weer af. Hij werd er zelfs een beetje gek van en kwam toen met een uiterst bizar idee. Als Abraham nu bereid was zijn zoon, die Isaak, als brandoffer op te offeren, dan ...

God hield van brandoffers, want als Abraham weer eens een lam of ander dier op een soort altaar legde en daar liet verbranden (wellicht met wierook en wiet ook), dan rook dat zo lekker. Daar raakte Hij altijd een beetje high van en gaf Hem steeds weer een goed humeur en dan werd hij ook heel aardig voor Abraham en gaf Hij hem nog meer spullen, ook levende spullen zoals slaven en slavinnen.


Nou was God ook weer niet echt van plan het hele proces te voltooien, maar wel als test, gewoon om maar eens te zien hoever Abraham bereid was voor Hem te gaan:

22 NBG51
1 Enige tijd later stelde God ​Abraham​ op de proef. ‘Abraham!’ zei hij. ‘Ik luister,’ antwoordde ​Abraham2‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, ​Isaak, en ga met hem naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem ​offeren​ op een berg die ik je wijzen zal.’

Abraham laat er geen gras over groeien maar gaat de volgende morgen al vroeg op stap:

3   De volgende morgen stond ​Abraham​ vroeg op. Hij zadelde zijn ezel, nam twee van zijn knechten en zijn zoon ​Isaak​ met zich mee, hakte hout voor het ​offer​ en ging op ​weg​ naar de plaats waarover God had gesproken. Op de derde dag zag ​Abraham​ die plaats in de verte liggen. Toen zei hij tegen de knechten: ‘Blijven jullie hier met de ezel. Ikzelf ga met de jongen verder om daarginds neer te knielen. Daarna komen we naar jullie terug.’ Hij pakte het hout voor het ​offer, legde het op de schouders van zijn zoon ​Isaak​ en nam zelf het vuur en het mes.

Waar ze het onderweg over gehad hebben, weten we niet, maar toen ze dicht bij de berg Moria waren, begon de zoon toch vragen te stellen:

 7‘ Vader,’ zei ​Isaak. ‘Wat wil je me zeggen, mijn jongen?’ antwoordde ​Abraham. ‘We hebben vuur en hout,’ zei ​Isaak, ‘maar waar is het lam voor het ​offer?’ 

Abraham kon de waarheid niet uit zijn strot krijgen:

 8  Abraham​ antwoordde: ‘God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn jongen.’

Maar hij gaat dan wel rustig verder en bindt de jongen vast op het altaar. Zou de jongen niet tegengesputterd hebben en gevraagd: “Papa, wat ben je aan het doen?” En zou Adam dan geantwoord hebben: “Niets hoor, we spelen gewoon even een brandoffer spelletje, gewoon voor de lol!” ???

En ik had de ogen van dat mannetje wel eens willen zien, toen zijn vader met opgeheven mes boven hem stond....

9 Toen ze waren aangekomen bij de plaats waarover God had gesproken, bouwde ​Abraham​ daar een ​altaar, schikte het hout erop, bond zijn zoon ​Isaak​ vast en legde hem op het ​altaar, op het hout. 10Toen pakte hij het mes om zijn zoon te slachten.

Gelukkig kon God het niet verder aanzien. Hij had ook net bedacht dat Hij hiermee ook het enorme aan Abraham beloofde nageslacht de kop in ging drukken.  Als de bliksem stuurde Hij er een engel op af:

11 Maar een ​engel​ van de HEER riep vanuit de hemel: ‘Abraham, ​Abraham!’ ‘Ik luister,’ antwoordde hij. 12‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ​ontzag​ voor God hebt: je hebt mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.’





Het was dus toch maar gewoon een spelletje, maar voor God ook een beetje een voorproefje van wat Hijzelf van plan was met Zijn Zoon. Die was Hij van plan ooit in de gedaante van één van Zijn poppetjes op aarde geboren te laten worden. En die moest dan ook opgeofferd worden om te laten zien hoeveel Hij nog steeds van die afvallige poppetjes hield. Gelukkig zou dat ook weer goed aflopen, want Hij kon die Zoon ook weer zo tot leven roepen en terughalen in Zijn hemel. Dat viel dus ook wel weer mee en dan zouden alle mensen in de hele wereld Hem geweldig vinden en Hem eer brengen. God begon daar erg naar uit te zien ook al moest Hij nog wel twee duizend jaar wachten. Maar goed, voor God was duizend jaar niet meer dan één dag.

2 Petrus 3:8
 Voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag.

En omdat het uiteindelijk nog maar twee goddelijke dagen zou duren, was God al met de voorbereidingen van die feestelijke geboorte begonnen. Want het moest een groot en jaarlijks herdacht feest worden. God had er al een naam voor bedacht: Kerst!
Het engelenkoor was al begonnen met repeteren voor de bijbehorende zang. God was wel nieuwsgierig en ging langs om eens te luisteren. Uit de verte klonk het mooi en toen Hij dichterbij kwam kon Hij ook de woorden verstaan:


You better watch out
You better not cry
Better not pout
I'm telling you why
Santa Claus is coming to town

Hè, wat was dat? Over wie ging het daar? Santa Claus!! Maar zo heet Mijn Zoon niet. Wat is hier, in Mijnnaam, aan de gang?.......





Een vrolijk gezegende Kerst toegewenst

---------------------------------------------------------------------------------------------

Klik hier voor de andere delen van Genesis met een glimlach